Afbeelding

C.J. Boogerd (1869-1941) - 2

Column

Ruim veertig jaar bleef C.J. Boogerd burgemeester van Kerkwerve. Naast het gemeentehuis was de haven bij Flaauwers het meest in het oog springende resultaat van zijn burgemeesterschap. In 1861 was een los- en laadplaats bij de Heerenkeet verwezenlijkt, vooral voor de afvoer van landbouwproducten. Boogerd zorgde voor de verbetering ervan in 1901 en de aanleg van een havendam in 1910 waardoor het een haventje werd. Met een weegbrug erbij vervulde deze haven een nuttige functie. Een nieuwe havendam werd in 1936 gebouwd. Die bestond uit een dubbele damwand, opgevuld met zand met een betonkap er bovenop. Hierdoor kreeg het haventje zijn huidig aanzien. In 2017 werd deze damwand vernieuwd. Officieel heet de haven Flaauwers maar ook de aanduiding haven Kerkwerve kwam voor.

Voor deze haven was de medewerking van het Waterschap Schouwen onmisbaar. Dat was geen probleem want C.J. Boogerd was vanaf 1901 hoofdingeland waardoor hij deel uitmaakte van het algemeen bestuur. Ook Boogerds vader had die functie bekleed. In 1919 volgde zijn benoeming tot heemraad, de aanduiding voor de leden van het dagelijks bestuur. C.J. Boogerd liet zich kenmerken door een onafhankelijke houding wat er ook nog wel eens in resulteerde dat hij geargumenteerd tegen voorstellen van zijn eigen dagelijks bestuur stemde. Het kenmerkende ineenvloeien van belangen vond ook bij Boogerd plaats. Hij was tevens landbouwer, voorzitter van de landbouwvereniging Kerkwerve, had allerlei zakelijke belangen op dat gebied, en kon als burgemeester en heemraad veel bereiken. Hij werd ook voor andere functies gevraagd. Zo was Boogerd voorzitter van de Vereniging ter bevordering van de verkrijging van onroerend goed door landarbeiders op Schouwen-Duiveland. Daar kwam nog bij dat hij korte tijd, van 1924-1927, lid van Provinciale Staten van Zeeland was voor de Christelijk-Historische Unie. Na zijn afscheid volgde zijn benoeming tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Dat samenvallen van functies kon niet meer op veel steun rekenen. Ook Boogerd ging dat merken, maar stoorde zich er weinig aan, ook toen de kritiek in Kerkwerfse kring ging aanzwellen. Hij bleef het als zijn taak zien zich volledig voor Kerkwerve in te zetten. Bijvoorbeeld door het voorzitterschap van de Ziekenkas ‘Steunt Elkander’ in het dorp. Toen Boogerd veertig jaar burgemeester was, werd hij op 12 februari 1937 gehuldigd. Ondanks zijn verzoek het eenvoudig te houden, liet Kerkwerve blijken het vele goede te waarderen. Het oudste raadslid L. van der Wekken Mz. sprak: ‘Kerkwerve is meer voor u dan een holle klank. Het is uw gehele leven. Uw leven is met Kerkwerve vastgegroeid’. Namens de raadsleden bood hij een wandelstok met zilveren knop en inscriptie aan. Staande werd Boogerd Psalm 121:4 toegezongen: De Heer zal steeds u gadeslaan. Overige sprekers waren het jongste raadslid J. Boot Nz., schoolhoofd Heyboer, ds. Post, dokter Van Eldik als gemeentegeneesheer en L.N. den Boer en P.G. van Dijk namens de burgerij. Boogerd zei dat Kerkwerve steeds zijn leven was geweest en hoopte de rest van zijn leven te mogen blijven werken in het belang van de gemeente.

De situatie was echter onhoudbaar. De verhouding met de beide wethouders, beiden hielden hun mond tijdens de huldiging, was slecht. Toen de gemeenteraad eind 1936 besloot een nieuwe weg aan te leggen naar de haven, hadden zij tegengestemd. Ook waren zij in 1937 tegen de vernoeming van de weg naar Boogerd. De gemeenteadministratie, Boogerd was ook gemeentesecretaris, verkeerde in wanorde. Per 1 september 1937 stopte Boogerd, achteraf bezien had hij dat veel eerder moeten doen. Een wethouder en een raadslid waren erop tegen zijn ontslag als secretaris eervol te verlenen. Boogerd bleef tot zijn overlijden heemraad en voorzitter van het ziekenhuis in Noordgouwe. Bij zijn begrafenis in Kerkwerve sprak Boogerds opvolger, W. Baas, terechte woorden van waardering.

Huib Uil

Meer nieuws