Afbeelding

Nachtprotest

Column

Afgelopen week zag ik op het internet een filmpje hoe de rossende rapper Lil’ Kleine zijn vriendin mishandelde, door haar hoofd tussen de autodeur te pletten. Dit aangezicht was niet echt prettig, net zoals zijn muziek. De rapper bezorgde zijn vriendin dus een aardig portie hoofdpijn. Die hoofdpijn herkende ik. Niet omdat ik door Lil’ Kleine was mishandeld, nee ik had mijn eerste officiële coronabesmetting te pakken en daar krijg je ook hoofdpijn van. 

Het land mag dan weer opengaan, de besmettingen vliegen je momenteel nog steeds om de oren. De afgelopen twee jaar heb ik veelvoudig rekening gehouden met het feit dat ik het een keer zou krijgen, maar na twee vaccinaties en een booster dacht ik dat ik de dans wel zou ontspringen. Niets blijkt minder waar. 

Dat ik was besmet vond ik eigenlijk niet eens zo heel erg. Ik stelde me namelijk voor dat ik, over een jaar of vijftig, mijn kleinkinderen over dé pandemie zou vertellen. Over hoe erg dat wel niet was en dat het zo lang duurde en over de onrust die er in de samenleving heerste. En als je dan tegen je kleinkinderen moet vertellen dat je zelf nooit corona hebt gehad, dan word je toch een beetje gezien als de loser opa. Enfin, voor het verhaal is het dus toch wel lekker dat ik het heb gehad. 

Na een week opgesloten te hebben gezeten, mocht ik eindelijk weer naar buiten. Dat feestelijke moment wilde ik maar al te graag bekronen met een avondje stappen. Een dag nadat ik weer naar buiten mocht, zouden de nachtclubs namelijk opengaan. Dit zouden ze doen uit protest, onder de noemer: de nacht staat op. Ik had vreselijk veel zin om weer eens ouderwets te stappen, maar helaas ging dit feestje niet door. 

De burgemeesters besloten dat de nachtclubs niet open mochten en deden ze dat wel, dan riskeerden ze een geldboete. De nachtclubs hadden geen poot om op te staan, want na twee jaar geen omzet te hebben gehad konden ze zich uiteraard geen boete permitteren. Dat dit protest niet door mocht gaan, vind ik belachelijk. Het was een sympathiek protest om te laten zien hoe ontiegelijk belangrijk de nachtcultuur is, vooral voor jongeren. In een nachtclub leer je nou eenmaal makkelijker nieuwe mensen kennen dan thuis op de bank. 

Gelukkig gaat het land weer open en dus ook het nachtleven. Zonder de QR-code en daar ben ik ook blij mee. Niet voor mezelf, want met mijn drie prikjes en een herstelbewijs kleurt mijn QR-code momenteel felgroen. Nee, ik ben er vooral blij mee omdat ik denk dat het een stukje onrust uit de samenleving weghaalt. 

Ik ben binnenkort dus te vinden in de club. Nu maar hopen dat ze niet de muziek van Lil’ Kleine draaien, want dan sta ik snel weer buiten.

Stefan van Doorn

Meer nieuws