Afbeelding

De graansilo te Zierikzee

Algemeen

Sinds september 2021 is de graansilo te Zierikzee voorzien van een peilschaal. Het is een idee van Dieuwke Parlevliet, die het bedacht met leerlingen van de Theo Thijssenschool. Met deze peilschaal wordt ingehaakt op de klimaatveranderingen die volop in de belangstelling staan. Wat is de geschiedenis achter deze silo?

Na de Tweede Wereldoorlog was er veel aandacht voor moderniseringen in de landbouw. Een van de problemen waarvoor men stond, was het opslaan en drooghouden van graan. De oplossing werd gevonden in de vorm van graansilo’s en ook op Schouwen-Duiveland werd nagedacht over de bouw. Dat was binnen de Coöperatieve Aankoopvereniging (C.A.V.) Schouwen-Duiveland die de belangen behartigde van de landbouwers. Na de watersnoodramp van 1953 was dit een van de initiatieven die het ontredderde eiland er weer bovenop moest helpen. Elders waren inmiddels dergelijke silo’s verrezen zoals in Kortgene, Wemeldinge en Breskens. Een commissie die op onderzoek uitging, kreeg overal hetzelfde te horen: als we nu zouden bouwen, zou dat een grotere silo worden om meer capaciteit aan te kunnen. Dat knoopten de heren goed in de oren.

In oktober 1954 werd met 185 van de 213 stemmen besloten tot de bouw van een graansilo bij de bestaande gebouwen van de C.A.V. De toren zou een capaciteit krijgen van 2500 ton en een hoogte van 47 meter. Daarmee zou de silo de hoogste en modernste van Zeeland worden. Volgens de bestaande regels mocht er echter niet hoger worden gebouwd dan 7 meter. Wethouder A.M. den Boer wist het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland ertoe over te halen om op voorhand goedkeuring te geven daarvan af te wijken. Weliswaar sputterde de Schoonheidscommissie tegen, maar de economische belangen wonnen het. Dat was ook het geval in de gemeenteraad van Zierikzee die unaniem akkoord ging.

Al op 8 december 1954 ging de eerste van de 121 heipalen de grond in. De paal had een gewicht van 2470 kilo en ‘schoot in de grond onder de dreunende slagen van de hamer als een heet mes door de boter’, zo was te lezen in de Zierikzeesche Nieuwsbode. Hooggestemde woorden klonken: de silo werd het ‘symbool van de agrarische wederopbouw op het eiland’. De toren zou een gewicht krijgen van 6.100.000 kilo. In augustus 1955 was de silo gereed, juist voor het innemen van het eerste graan. De bouwkosten bedroegen 785.000 gulden. Aannemer was de N.V. Bredase Beton- en Aannemersmaatschappij.

Eerst op vrijdag 1 juni 1956 volgde de officiële opening door H.D. Louwes, voorzitter van Centraal Bureau, de koepelorganisatie waarbij de C.A.V. was aangesloten en die de bouw had begeleid. Aan die organisatie was de architect L. de Koning verbonden. De toespraken werden gehouden in de bovenzaal van het ‘Huis van Nassau’ aan de Lange Nobelstraat. Voor C.J. van Westen, voorzitter van de C.A.V., was het een hoogtijdag. Er volgde een diner en tegen het eind daarvan kwam de harmonie ‘Kunst en Eer’ binnen. Enkele serenades werden geblazen en nadat het korps het Wilhelmus inzette, ging iedereen staan. Na het zingen van de twee coupletten volgde een driewerf hoera voor de koningin.

Zo had Zierikzee zijn silo. Opmerkelijk is dat al voor de bouw werd geopperd de silo te verfraaien waarbij gedacht werd aan sculpturen. Maar er waren ook tegenstemmen. Dr. J.J. Westendorp Boerma, voorzitter van de Vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland – ook die vereniging was tegen de bouw maar liet een protest achterwege – had gezegd dat het beter was dat het een ‘nuchter, eerlijk gebouw’ zou blijven. Zo duurde het tot 2021 voordat de silo alsnog versierd werd.

Meer nieuws