
Het ongerijmde leven van Martien Beversluis door Lo van Driel
ColumnEind 2022 verscheen de biografie van Martien Beversluis door Lo van Driel. De auteur is neerlandicus en was jarenlang docent. Taalkunde en geschiedenis waren de terreinen waarover hij publiceerde, veelal in samenhang met Zeeland. Lo van Driel was ook de biograaf van J.H. van Dale, de hoofdonderwijzer uit Sluis, die aan de wieg stond van het Woordenboek der Nederlandse Taal. Een bijzondere belangstelling toont Lo van Driel voor de letterkunde in en omstreeks de Tweede Wereldoorlog. Zijn nieuwste boek is daarvan het product.
Martien Beversluis is een nu vrijwel vergeten naam uit de Nederlandse letterkunde. Dat heeft hij in niet geringe mate aan zichzelf te danken. Dat hij hier en daar opduikt, heeft meer te maken met zijn afwisselend leven, dan met zijn literaire productie die vooral op het terrein van de poëzie lag. De aanduiding ‘windvaan’ is te zwak voor de man die van alles wist te combineren in zijn leven.
Martinus Beversluis (Barendrecht 1894-Middelburg 1966) was de zoon van een Hervormd predikant. Martinus, die Martien werd genoemd, studeerde Nederlandse taal- en letterkunde zonder die studie af te maken. Vanaf jonge leeftijd werden zijn gedichten gepubliceerd. Door zijn vele contacten en het zich snel laten beïnvloeden, kwam hij terecht in socialistisch vaarwater. Dat bracht hem bij de VARA, de omroep van de socialisten. In die periode werd Martien ook aangetrokken tot het antimilitarisme. Al snel kwam hij terecht bij de communisten en werd lid van de Communistische Partij Holland. In die periode scheidde hij en wendde zich daarop tot het christendom. In 1937 hertrouwde Martien met Jo Verstraate uit Veere waar hij zich vestigde. Zijn tweede echtgenote bleek een natuurtalent. Jo Beversluis-Verstraate bediende zich van het pseudoniem Dignate Robbertz. Haar streekromans, die op Walcheren spelen, waren een groot succes; de bekendste werd Jikkemien.
Martien Beversluis’ hang naar erkenning, een voortdurende rode draad in zijn leven, naast geldgebrek, leidde hem naar het in de jaren dertig opkomende nationaalsocialisme. In 1940, een klein half jaar na de bezetting van Nederland door de Duitse troepen, sloot hij zich aan bij de Nationaal Socialistische Beweging, de enig toegestane politieke partij. Vervolgens bedankte hij, maar werd lid van de Nederlandse SS, het op Duitse leest geschoeide militaire elitekorps. Hoewel Beversluis zich buiten het oorlogsgeweld wist te houden, werd hij ingeschakeld bij de Duitsgezinde propaganda. Van zijn hand verschenen antisemitische journalistieke bijdragen. Tegen het eind van de oorlog, in 1944, werd Beversluis waarnemend burgemeester van Veere en Vrouwenpolder.
Inmiddels voelde Beversluis zich aangetrokken tot het rooms-katholicisme en het scheelde weinig of hij had zich bij die kerk aangesloten. In tegenstelling tot veel collaborateurs sloeg hij tegen de bevrijding niet op de vlucht hetgeen hem een Duitse medaille opleverde. Toen hij op bevel van hogerhand naar elders uitweek, begon een korte zwerftocht die eindigde met internering. Uiteindelijk kreeg Beversluis een publicatieverbod voor drie jaar opgelegd. De zoektocht van hem en zijn echtgenote had zich inmiddels voortgezet in de antroposofie. Zijn verdere leven bleef Martien Beversluis dichten en schrijven, samen met Jo.
Lijntjes tussen Beversluis en Schouwen zijn aan te wijzen. De moeder van Martien, Maria Catharina van der Hucht, was in Zierikzee geboren. Beversluis eerste uitgever C.A.J. van Dishoeck in Bussum, was ook een Zierikzeeënaar van geboorte. Piet Minderhout, een leerling van Beversluis, werd later leraar Nederlands in Zierikzee.
Lo van Driel heeft een bijzonder goede biografie geschreven over Beversluis waarin hij hem op de voet volgt in de vele wendingen van diens leven. De fraai uitgegeven publicatie is verkrijgbaar in de boekhandel.
Het ongerijmde leven van Martien Beversluis (1894-1966) door Lo van Driel, 400 pagina’s, ISBN 9789028452602, Wereldbibliotheek, € 34,99.