Afbeelding

Zout

Column

Om een lang verhaal kort te maken: opeens lag ik onverwacht in het ziekenhuis in Goes. Je gaat er naar toe voor een katheterisatie en je moet blijven. Het was nogal ernstig, zei de cardioloog en de volgende dag bracht de ambulance me naar Antwerpen, want daar mogen ze wel dotteren. Zowel in Goes als in Antwerpen zijn ze erg bang voor covid en voor de ziekenhuisbacterie. Dus je krijgt een staafje in je neus en in je keel en in België verloor ik helemaal het laatste restje waardigheid, want de verpleger zei: nu moet ik ook nog in uw poepertje zijn. En dan noemde ik nog niet de postoel en de fles. Intussen word je een gevangene, omdat er vele draden op je borst je verbinden met een kastje, waarmee ze je dag en nacht in de gaten houden. Het is wennen om te slapen met al die draden en zelfs midden in de nacht komt iemand een losgeraakte draad weer vastmaken. Om de haverklap komt iemand de bloeddruk opnemen, het zuurstofgehalte in je bloed en je temperatuur. Ze laten je niet met rust. Verplegend personeel, dat wist ik al langer, bestaat uit kordate mensen. Dat moeten ze ook zijn. Toch is er verschil. In een groot ziekenhuis zijn de verpleegkundigen, met de nadruk op kundigen, toch wat afstandelijker dan in een wat kleiner ziekenhuis. En dus verlangde ik al gauw terug naar Goes. Bovendien hebben ze daar bij ieder bed een tv met groot beeld en oortjes voor de patiënt, die dus altijd naar eigen programma’s kan kijken. In Antwerpen moet je een klein toestel met z’n tweeën delen. Ze hebben daar wel alle nodige technologie voor handen, maar wat televisie betreft lopen ze achter. Nou kon ik in dit geval wel zelf kiezen, want de man naast mij keek niet naar de tv. Helaas ook niet naar de rode knop om verpleegsters te waarschuwen. Dag en nacht riep hij luidkeels. Ga dan maar eens slapen. Hij kreeg wel, ook luidkeels, te horen dat hij die knop moest gebruiken, maar dat was toch kennelijk te moeilijk. Wat was ik blij toen ik weer terug mocht naar Goes. Een apart verhaal is het eten. Voor mijn gevoel komen ze bij nacht en ontij de zaal binnen, eerst met de pillen en daarna met het voedsel. Wat voor brood wilt u, wit of bruin of volkoren? Wilt u roomboter of becel? Wat moet er op? Je hebt maar te kiezen. Voor het middageten wordt een hele menukaart aan je gegeven. Echt goed. Dan komen ze daarna bij het afruimen vragen: heeft het gesmaakt? Nee, helaas, zo goed als het is, er zit wel heel erg weinig zout in. En dat hoor ik al jaren van mijn vrouw: je gebruikt veel te veel zout! Ja, dat is wel een omslag die je dan moet maken, ik geef het toe. Zonder andere ziekenhuizen te kort te willen doen heb ik in het ADRZ vooral de vriendelijkheid, de aardigheid en de warmte ervaren die je als patiënt zo goed doen. Werkers in de zorg, ze zijn het zout der aarde.

Henk Blom

Meer nieuws