Afbeelding

Knielende mussen

Column

Mijn vader was op zaterdagavond 31 januari 1953 gaan kegelen in Concordia. Na afloop stond hij buiten na te praten met medekegelaar Kees Koning van Provinciale Waterstaat. Het water blijft zo hoog, Kees, zei mijn vader, zullen de dijken het wel houden? De dijken zijn goed, zei Kees en hij stapte op zijn fiets. Thuisgekomen aan de Lange Blokweg zette hij de fiets in het schuurtje. Hij kon nog zijn vege lijf redden door naar binnen te vluchten voor de stormvloed.

Normaliter stonden beide havenkades blank bij springvloed. Ik vind het daarom jammer dat de vloedplanken bij het Kraanplein zijn weggehaald. Een middeleeuws stadje met getijdenhaven is zeldzaam. Gelukkig zijn de Spaanse trappen uit het fantasiebrein van stadsontwikkelaars gewist. De beide stadshavens waren immers waterkeringen. Laat dat dan ook zien aan de toeristen.

Mijn vader had net het kantoor aan de Oude Haven overgenomen. Het monumentenpand stond nog leeg, zij het met zeewater tot aan het plafond van de keuken. Hij stelde het belangeloos in gebruik af aan de Aannemerscombinatie Volker-MUZ, niet wetende dat voor de Dienst Dijkherstel geld geen rol speelde.
Ons gezin bleef nog een jaar wonen boven het belendende en veel kleinere kantoor. Ik sliep op zolder, vanaf de rampmaandag omringd door uit de Nieuwe Boogerdstraat gespoelde goede bekenden, op veldbedden.
Zonder gas en stromend zoet water was het behelpen met en voor de evacués. Ruzie toen iemand zijn brillenglazen ging wassen in het enige emmertje water, dat met veel moeite uit die grote tank op een vrachtwagen ergens in een hoger gelegen deel van de stad was opgehaald.

Het gemeentebestuur gelastte evacuatie. Mijn vader kon blijven. De animo voor evacuatie werd getemperd door oorlogservaringen: na de bevrijding bleek veel huisraad geroofd.
Het bestuur genoot weinig vertrouwen. Ik herinner me de gemeentelijke distributie van bruine bonen, kleren en kaas, 8 pond de man. 8 pond kaas verlaat de stad, met pensioen, nog lang niet zat, dichtte een rebelse melkboer later in de Zierikzeesche Nieuwsbode, ter herinnering aan de afscheid nemende burgemeester. De tijden waren wel veranderd. In Zierikzee was een nieuwe politieke partij ontloken: Het Roer Om.

Mijn vader had nog wel telefoon. G.A. de Kok belde bij ons naar zijn PZC met reportages.
In die indringende recente tv-serie over de Ramp vertelde Wim de Vrieze ook over de gevolgen voor boeren. Er werd gips uitgestrooid over het overspoelde verarmde akkerbouwland, om daaraan zout te onttrekken. Niets gedijde, alleen vlas nog een beetje, al was de opbrengst bijzonder karig of zoals Wim vertelde: De mussen moesten op hun knieën voor nog iets eetbaars. Veel roerende verhalen.

Na de rampzalige watersnood onderging het eiland met man en macht een ware metamorfose, in de geest van de kerstboodschap van Zelenski tijdens de huidige Oekraïense hel: We wachten niet op een wonder, dat creëren we zelf. Op de Stormvloedkering staat gebeiteld: Hier gaan over het tij/de maan de wind en wij.

WIm Klaassen

Meer nieuws