Afbeelding

Melancholie

Column

Vroeger op onze “boeren ostie”, konden we doen en laten wat we wilden. Kamperen achter in de “boagerd”, stropen op paling en wild, crossen op een ouwe puch en springen met die brommer over de op het erf achter gebleven hopen grond uit de gerooide “aepels”. Truusje probeerde ik ook te verkrachten. Nee geen #me-too verhaal, het was onze oude Renault 4 met versnellingspook aan het dashboard en een complete bank als voorstoel. Met 1 arm in het gips (omdat ik bij het uien snijden op het land iets doms had gedaan en mijn pees van mijn duim had doorgesneden) probeerde ik uit alle macht het sloopautootje op de tarwe stoppels op zijn kop te krijgen, maar Truusje weigerde daaraan mee te werken en hield de beentjes aan de grond. Enig gevolg van deze cross avonturen was wel dat Truusje wijdbeens was gaan lopen en de sloperij op Oosterland was het gevolg en laatste station voor het moedige wagentje. Katten hadden we volop op de boerderij en af en toe was er wel eens ééntje kwijt en die zag je dan ook nooit meer terug, het gevolg van het vele verkeer bij ons in de weg. Soms verloren we ook wel eens een jonge kat aan de ontdekkingsdrift van deze speelse diertjes. 3 dagen lang hebben we miauw gehoord door de regenbuis van onze woning, 1 van de kittens had het lumineuze idee opgevat om in een buis in de slootkant te kruipen. Voor uit ging nog wel maar zijn achteruit heeft hij nooit meer kunnen vinden, mijn jongste zus heeft er hard om gehuild en terecht want het was net de leukste … Brillo heette hij, lapjeskat met een zwart cirkeltje om 1 oog.

Onze eigen kinderen hebben op dezelfde plaats hun jeugd mogen beleven en gebruikten de inmiddels gevormde plantenkwekerij als speelplaats waar ook alles mogelijk was. Van hutten bouwerij tot verzamelplaats van pissebedden, wurmen en duuzendpoaten. Koken van moddersoep en weer die vele katten. Ieder z’n eigen groentetuun en rijden op een brommer en hup de sloot in. Het ging allemaal….

Afgelopen weken zag ik het weer, die ondeugende blikken. Ik heb ze besmet met het sneeuwvirus, zodra ze daarin staan worden ze weer klein. Gaan dan op plekken waar je eigenlijk niet mag komen en zoeken vele bulten op om te kunnen springen. Ze koken net nog geen sneeuwsoep. Mijn jongste dochter droomt ervan om haar kat mee te nemen en op het snowboard mee te laten glijden en hem in zijn oor te fluisteren: “je kan het best”. Mijn jongste zoon kwam de helling af in een minion-pak, u weet wel zo’n tekenfilm figuurtje….

Als ik naar ze kijk hoor ik mezelf zeggen: un appel val nie onder un pereboam.

Steef van der Wekken

Meer nieuws