Afbeelding

De opperkapitein van Zierikzee door L. Penning

Column

Honderd jaar geleden, op 13 juli 1922, werd het Onafhankelijkheidsfeest in Zierikzee gevierd, met als hoogtepunt een imponerende historische optocht. 350 jaar eerder had de strijd tegen de Spaanse koning een welkome wending genomen. Met de inname van Brielle op 1 april 1572 was dat begonnen. Zierikzee volgde als derde Zeeuwse stad na Vlissingen en Veere. Zij kozen voor prins Willem van Oranje.

Uitgeverij J. van der Wal in Bruinisse speelde erop in. Rond 1 juli verscheen bij hem een jeugdboek onder de titel ‘De opperkapitein van Zierikzee. Een verhaal uit het jaar 1572’. De auteur was niemand minder dan L. Penning. Louwrens Penning (1854-1927) was een gevierd en gerenommeerd schrijver. Hij had geen gemakkelijke jeugd gehad. Zijn vader, christelijk gereformeerd predikant, overleed toen Louwrens zeven jaar was. Wat ouder probeerde hij met de verkoop van kruidenierswaren voor het gezin wat te verdienen. Op 22-jarige leeftijd vertrok Louwrens Penning naar Oost-Friesland waar hij werkzaam was als boekhouder. In 1880 keerde hij terug naar zijn moeder in Gorinchem. Hij was toen kantoorbediende en handelsreiziger. Inmiddels was de schrijflust opgewekt. Penning liet zich bij het schrijven inspireren door zijn christelijk geloof met daarin een centrale plaats voor God die de geschiedenis leidt. Penning schreef dan ook over personen bij wie dat geloof eveneens op de voorgrond stond.

Met Penning had uitgever J. van der Wal een bekend schrijver weten te strikken. De auteur had zich grondig verdiept in de geschiedenis van Zierikzee en in de enerverende gebeurtenissen van 1572. Lieven Janszoon Kaarsemaker was de belangrijkste man. Hij streed met vastberadenheid om Zierikzee aan de zijde van de prins te brengen. De eretitel ‘opperkapitein’ had hij gekregen van de vissers van de stad. Kaarsemaker werd trouw bijgestaan door de procureur Rombouts, woonachtig naast het Gravensteen. Die voorkwam dat Kaarsemaker gevangen werd genomen. Bij zijn vlucht naar de prins van Oranje riep Kaarsemaker met bevende stem: ‘Vaarwel, mijn geliefde stad!, mijn vaderstad, mijn onvergetelijk Zierikzee – vaarwel’. Zijn moeder lag op haar knieën en smeekte God om het behoud van haar zoon. Penning sloot af met de overgave van Zierikzee, het hijsen van de Prinsenvlag op de toren en het zingen van het Wilhelmus. In de afsluitende zinnen vertelde Penning dat Kaarsemaker terugkeerde naar Zierikzee als gouverneur, in Delft overleed maar in zijn geliefde Zierikzee werd begraven, ‘de stad, die hij met zoo groote trouw had liefgehad’.

Dat Penning Zierikzee (nog) niet goed kende, is tussen de regels door te lezen want hij situeerde het stadhuis, met een bordes, aan een marktplein. Het boekje was voor vijftig cent te koop; bij de afname van grote aantallen om uit te delen was dat dertig cent. De uitgave bevat twee prentjes. Die zijn, samen met de tekening op de voorzijde, gemaakt door L.W. Zoeter (1904-1986). Uitgever Van der Wal zal deze talentvolle dorpsgenoot daarvoor hebben gevraagd. Leo Zoeter, toen achttien jaar, had talent voor tekenen en maakte er zijn vak van. Hij werd leraar tekenen aan het gemeentelijk lyceum in Zaanstad.

Penning vestigde zijn naam als schrijver met zijn boeken over de boeren in Zuid-Afrika. Had hij aanvankelijk nauwelijks succes, dat veranderde in 1899 toen daar voor de tweede keer oorlog uitbrak. Vanuit Nederland was er grote sympathie voor het broedervolk. Pennings boeken daarover werden verslonden door de jeugd. Er waren erbij die dertig herdrukken beleefden. Zelf zou Penning Zuid-Afrika voor het eerst in 1922/1923 bezoeken. Hij kon er boeiend over spreken en dat deed hij in 1924 in Zierikzee, Haamstede en Bruinisse en in 1925 en 1926 in Scharendijke en Zonnemaire.

Huib Uil

Meer nieuws