Afbeelding

Een instorting aan de Appelmarkt te Zierikzee in 1972

Column

Dinsdag 4 juni 1972, aan het eind van de middag, voltrok zich aan de Appelmarkt in Zierikzee een sensationele gebeurtenis. Voor de direct betrokkenen was het een nachtmerrie, voor de omwonenden een ramp, voor het publiek vooral opwinding. Na vijftig jaar voelen we nog iets van de emoties wanneer we de gebeurtenissen op ons laten inwerken.

De plannen van H.J. Deurloo waren groots. Niet langer iets in de meubels of woninginrichting waarin de familie groot was geworden, maar een warenhuis, voor Zierikzee iets totaal nieuws. Met dit initiatief zou de stad een vestiging krijgen van de HEMA, het concern dat zeer succesvol was in het aanbieden van een breed assortiment. Het nieuwe warenhuis werd gevestigd in drie panden aan de zuidzijde van de Appelmarkt, de nummers 10, 12 en 14. Omdat het ging om rijksmonumenten moest veel van het oude karakter behouden blijven.

Op 24 april 1972 begon het sloopwerk. Dat ging voorspoedig. Aannemer van het project was de firma Maco uit Middelburg die de plannen uitwerkte van architect J.H. van Pagee. Sommigen fronsten hun wenkbrauwen: ging het allemaal wel goed met de sloop? Het toezicht door gemeentewerken leek voldoende te zijn. Er was geen reden voor alarm. Maar dat veranderde op dinsdagmiddag 4 juni. Er leek een zekere werking in de muren te bespeuren. Toen gebeurde het om ongeveer kwart over vier: onder een oorverdovend lawaai stortten de daken en de wankele tussenmuren van twee van de drie panden naar beneden. Zes werklui wisten zich nog net op tijd uit de voeten te maken. Dat gold niet voor de uitvoerder. Die was kort tevoren naar een zoldertje gelopen waar hij zijn kantoortje had gevestigd en telefoneerde met de architect omdat het sloopwerk problemen opleverde. Plotseling werd de verbinding verbroken. Een van de verhalen wil dat hij op een stuk van de zolder achterbleef, een andere versie vertelt dat hij zich kon redden door een balk vast te grijpen. Hoe het ook zij, ook hij overleefde de ramp en werd uit zijn benarde positie gered met behulp van een ladder van Piet Meerman van het aangrenzende bedrijf van de firma Weltevreden.

Naast de oorverdovende klap was er een enorme stofwolk waardoor men van de ene kant van de straat de andere kant niet meer kon zien. Het winkelend publiek stoof alle kanten op. De politie zette dadelijk de straat af en medewerkers van gemeentewerken plaatsten dranghekken om het publiek op afstand te houden. Dat was nodig want twee gevels stonden ook op instorten. Tot ’s nachts bleven de mensen van gemeentewerken bezig om met behulp van planken, palen en buizen de gevels te stutten. Dat gebeurde vooral door balken vanaf de overzijde tegen de gevels aan te brengen. Nog geruime tijd zou dat het beeld van de Appelmarkt beheersen.

De winkeliers aan de overzijde waren de dupe want zij moesten die korte tijd sluiten. Het ging om de textielzaak van mej. Schoenmaker, het sigarenmagazijn van N. van den Bout, de banketbakkerswinkel van Capelle en de kapperszaak van Biesen. Door de schok bleken deuren niet goed meer te sluiten en het stof drong overal in door. Opmerkelijk genoeg werd voor de schuldvraag niet naar de aannemer gewezen, maar naar de gemeente. Kritische vragen werden gepareerd: het ging immers om oude panden. Uiteindelijk moesten de gevels worden afgebroken en in stijl herbouwd. Was het de bedoeling de vestiging in september te openen, dat werd vanzelfsprekend later. Op 3 november 1972 volgde de opening door loco-burgemeester C. Bij de Vaate. Dat de aannemer noch de architect bij de opening het woord voerden, laat zich begrijpen.

Huib Uil

Meer nieuws