Afbeelding

Verdwenen erfgoed

Column

Schouwen-Duiveland beroemt zich graag op de vele rijksmonumenten en met recht. Met onze 817 rijksmonumenten staan we in de top twintig met een zeer eervolle negende plaats. We laten gemeenten zoals Leeuwarden, Delft, Groningen en Den Bosch achter ons. Daar komen nog eens 386 gemeentelijke monumenten bij, die bijna allemaal in Zierikzee staan. Dat alles maakt ons erfgoed tot een waardevol bezit. Wat we echter niet moeten vergeten is dat er ook heel wat monumentaal erfgoed verloren is gegaan.

Wat zouden we nog graag de Sint Lievensmonsterkerk in Zierikzee hebben. Het was een pronkstuk in laat-gotische stijl. Het bezat een bijzonder fraaie zeventiende-eeuwse kansel en vanaf 1770 een orgel van nationaal belang. Als geheel hoorde de kerk, de grootste van Zeeland, in de rij van befaamde stadskerken in Haarlem, Den Bosch en Gouda. Aan deze imposante Zierikzeese kerk kwam een einde in 1832. Het was een brand die dit veroorzaakte en hoewel herstel mogelijk was, werd al snel gekozen voor afbraak en de bouw van de Nieuwe Kerk.

Zierikzee heeft nog het voorrecht te hebben van drie in oorsprong middeleeuwse stadspoorten, maar er zijn er ook vier verdwenen. In Brouwershaven verdwenen alle stadspoorten. De meeste werden gesloopt in de negentiende eeuw, toen ook de stadsmuren in Zierikzee verdwenen. We hebben nog veel kerkgebouwen, maar de achttiende-eeuwse kerk van Elkerzee verdween en uit de negentiende eeuw nog meer kerken. Van onze schoolgebouwen, vooral in de negentiende eeuw werden tientallen scholen gebouwd, resteert nog slechts een schamel restant. Wie op zoek wil gaan naar gebouwen uit die periode kan nog terecht in Brouwershaven, Burgh, Haamstede en Sirjansland. De rest is allemaal gesloopt, zoals de Ambachtsschool in Zierikzee, die stond op de hoek van het Vrije en het Jannewekken.

Ons eiland was bij uitstek de regio waar meestoven stonden, gebouwen waar de meekrapwortels werden gedroogd en vermalen tot poeder die diende voor de rode verfstof. Van die tientallen resteren alleen die in Capelle en Noordgouwe, beide uit de negentiende eeuw. Van brouwerijen of andere fabrieksgebouwen hebben we vrijwel niets over. De meeste rijksmonumenten zijn huizen, maar zelfs Zierikzee kent zijn betreurenswaardige verliezen. Voor het pand aan de rechterzijde van de Gasthuiskerk aan het Havenplein stond een fraaie gotische gevel. Ook die verdween in de negentiende eeuw, die we ook wel de sloopeeuw kunnen noemen. Nog veel meer zou te noemen zijn.

In de twintigste eeuw is aanvankelijk onvoldoende onderkend dat het van belang is bij de bescherming van monumenten verder te kijken dan het jaar 1850. Elke eeuw brengt zijn eigen architectuur voort en het is daarom goed om uit alle tijdvakken waardige representanten een beschermde status te geven. Ook variatie is belangrijk; bijvoorbeeld schuren kunnen monumentaal erfgoed zijn. Het is goed dat de actie tot behoud van de zogenaamde Napoleonschuur bij Scharendijke een zodanige wending kreeg dat nu wordt gekeken naar behoud.

Het is nuttig dat er organisaties in Nederland zijn die meekijken en waakzaam zijn. In landelijk opzicht doet Heemschut goed werk. Het is 110 jaar geleden dat die vereniging werd opgericht. In elke provincie is een commissie werkzaam. In onze eigen regio zet de Vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland, in 1939 opgericht, zich in voor het erfgoed. Wie zich wil scharen bij degenen die ons erfgoed een warm hart toedragen, moet beslist lid worden. Aanmelden kan via de websites van deze verenigingen.

Tot slot, het zijn de eigenaren van de monumenten die zich inzetten voor hun panden. Ze verdienen onze waardering en steun. Zij en wij allen moeten zorgen dat er niet nog meer erfgoed verdwijnt. Onze plaats in de top twintig verdient dat.

Huib Uil

Meer nieuws