Afbeelding

Lichtknopje

Column

Minister Eric Wiebes reflecteerde over zijn opmerkelijke rol in de toeslagenaffaire: ‘Ik heb in het donker gewerkt, op zoek naar het lichtknopje’. Anderen, klokkenluiders uit de ambtelijke organisatie, de Nationale Ombudsman of Tweede Kamerleden zoals Renske Leijten en Pieter Omtzigt hadden dat knopje al wel gevonden. Zij wisten waar ze moesten zoeken. De voorzitter van de Enquêtecommissie verzuchtte: ‘Wie verzint dit?’ De voorzitter van de Algemene Rekenkamer lichtte hem bij: ‘U!’
Goede bedoelingen zonder doordachte uitwerking zijn geen goede basis voor wetgeving. Zelf veroorzaakte problemen zijn lastig om op te lossen. ‘We hebben het niet geweten’, klinkt weer. Voormalige Ministers en Staatssecretarissen van Sociale Zaken en Financiën blijken te beschikken over sterk selectieve geheugens, ontwikkeld uit een gebrek aan empathie, dat om voorrang strijdt met onverschilligheid. Een ander voorbeeld van buiten de politiek is ons eigen gedrag tijdens de pandemie.

Niemand voelt zich verantwoordelijk. Waartoe dat leidt lezen we in de ‘Kroniek van een aangekondigde dood’ van Gabriel García Márquez. Deze roman grijpt terug op een drama, dat Márquez dertig jaar eerder had beleefd in zijn geboortedorp. Eerwraak was verweven met de cultuur. Een goede bekende van hem dreigde het slachtoffer te worden. Of de beschuldiging terecht was of niet blijft in het midden. Al in de eerste zin lezen we: ‘Op de dag dat ze hem zouden doden, stond Santiago Nasar om 5 uur 30 ’s morgens op om de komst van de boot, waarmee de bisschop zou arriveren, af te wachten.’
Als in een film ontwikkelt zich een drama. Alom bazuinen de wrekers hun voornemen tot eerwraak rond, zodat iedereen in het dorp op de hoogte raakt. Maar niemand grijpt in. De pastoor heeft het te druk met zijn hoog bezoek, anderen hebben weer andere besognes. Iedereen laat gebeuren wat er dreigt te gebeuren. Ieder ziet de werkelijkheid vanuit zijn eigen invalshoek. Márquez suggereert dat de wrekers alles doen om onder hun droeve plicht tot eerwraak uit te komen. Iemand zal hun dan toch wel tegenhouden? Maar niemand doet iets. Alleen de moeder van de bedreigde. Ook zij heeft de aankondiging van de eerwraak gehoord. Ze denkt dat haar zoon in huis is en doet daarom de voordeur op slot om hem te beschermen. Dus doet zij niet open na hevig bonzen op de voordeur. Maar daar staan niet de wrekers. Daar staat haar wanhopige zoon, die naar binnen wil vluchten. Hij is niet in huis. Achtervolgd door zijn moordenaars poogt hij vergeefs te ontsnappen aan zijn lot.

Niemand heeft iets gezien, niemand heeft iets gehoord, niemand voelt zich verantwoordelijk. ‘Mijn hoofd is tochtig. Te veel weet is weggewaaid’, zei Pé Pastinakel, een kabouter met zelfkennis. De herboren wijze Uil van Minerva heeft een hele schare kuikens. De klassieken leren ons veel. Zo liep het met Narcissus niet goed af.
Mensen maken geschiedenis, maar ze weten niet welke. Daarom is het verstandig om nog maar even door te zoeken naar dat lichtknopje.

Wim Klaassen



Meer nieuws