Afbeelding

Weeshuizen in Zierikzee

Column

Oktober is de Maand van de Geschiedenis. Door het hele land worden activiteiten georganiseerd die het publiek laten kennismaken met onze historie, dit keer met als thema Oost/West. Ook het Gemeentearchief Schouwen-Duiveland doet weer mee op zaterdag 10 oktober door aandacht te geven aan de zorg voor wezen. Onderdeel van de activiteiten is dat elk uur tussen 13.00 en 16.00 uur de regentenkamer in het Burgerweeshuis aan het Kerkhof kan worden bezichtigd. Elke keer mogen zes personen deelnemen. Aanmelding vooraf is nodig via gemeentearchief@schouwen-duiveland.nl.

Zierikzee kende in het verleden twee weeshuizen. Het oudste was het Burgerweeshuis. Het was voortgekomen uit de Heilige Geest, de middeleeuwse instelling die zich het lot aantrok van degenen die zorg behoefden. Daartoe behoorden onder meer de wezen, kinderen waarvan de beide ouders waren overleden en die niet werden opgevangen door familie of anderen. Deze wezen werden, als ze nog klein waren, ondergebracht in pleeggezinnen en op oudere leeftijd in het weeshuis.

Dat weeshuis stond aan de zuidzijde van de Visstraat, bij de vismarkt, die daar gevestigd was. Maar al in de tweede helft van de zestiende eeuw was een pand in gebruik dat stond aan de zuidzijde van het Kerkhof. Omdat dit veel te klein was, werd het naast gelegen huis aangekocht, vond afbraak plaats en werd in 1596 een nieuw weeshuis gebouwd, dat reikte tot de hoek van de Wevershoek. Bovendien werd in 1601 nog een belendend huis aan de Wevershoek erbij gekocht. Dit weeshuis stond tot 1863 aan het Kerkhof waar nu vier kleine woningen staan. Om de hoek reikte het tot aan het voormalige koetshuis. Het aantal wezen lag vaak tussen de zestig en de negentig.

Dat iedereen moest weten dat het hier ging om een weeshuis bleek uit de toegang. Erboven was een schilderij geplaatst met daarop afgebeeld enkele wezen, gekleed in het rood, met enkele vrouwen en meisjes, met daaronder een stichtelijk gedicht waarin de lezers werden opgeroepen aan het weeshuis een gift te schenken. In 1862 werd het ernaast gelegen woonhuis aangekocht en het jaar daarop in gebruik genomen. Op de gevel is het stadswapen te zien met de naam van het Burgerweeshuis in zinken letters, aangebracht in 1873. Tot halverwege de jaren vijftig van de vorige eeuw was het weeshuis als zodanig in gebruik. Het pand is nog steeds eigendom van de gelijknamige stichting.

De aanduiding Burgerweeshuis geeft aan dat deze instelling bedoeld was voor wezen van burgers van de stad. Dat in tegenstelling tot het Armkinderhuis, dat in 1673 door de Armkamer werd ingericht in het voormalige pesthuis aan de Hoge Molenstraat. Hier konden de wezen van acht jaar en ouder worden gehuisvest. De verzorging was er wat minder. Zowel hier als in het Burgerweeshuis kregen de kinderen een degelijke opvoeding om hen klaar te maken voor een toekomst in de maatschappij. De wezen in het Armkinderhuis en in het Burgerweeshuis waren herkenbaar aan de kleuren van hun kleding die ontleend waren aan het stadswapen: rood en zwart. Beide instellingen hadden hun eigen bestuur en een binnenvader en -moeder, die de wezen verzorgden. Vanwege hun grote aantal ging het er streng aan toe.

In 1795 fuseerden het Burgerweeshuis en het Armkinderhuis. Het gebouw aan de Hoge Molenstraat was van 1803-1811 een rooms-katholiek weeshuis. In 1824 werd het gekocht door de diaconie van de Hervormde gemeente. Het werd in 1878/1879 vervangen door een nieuw tehuis bedoeld vooral voor ouderen. Op zijn beurt maakte dat weer plaats voor het huidige zorgcentrum De Wieken met de aanleunwoningen.

Huib Uil

Meer nieuws