Cies Meinders
Cies Meinders

Column Cies Meinders

Column

“Ra, ra, ra, wie heeft die bal, die mooie bal van goud” Dit lied komt uit een kringspel. Het is van vroeger, van het schoolplein. Zingend gooiden we de bal naar elkaar. Ik kijk de kring rond. Naar wie gooi ik mijn bal? Het uitkiezen van de persoon is een serieuze zaak. Het gaat hier niet over een gewone bal. Dat is duidelijk. Het gaat over de bal van goud. Het is ons goud dat we overgooien naar elkaar. Als onze ogen oversteken weet ik dat mijn bal bij jou hoort. Mijn bal hoort in jouw handen. Dat weten we. We weten van elkaar dat we het weten. Die bal van goud komt met onze geboorte mee. Als het goed gaat kunnen we blijven spelen, blijven gooien met de gouden bal. Veel vaker toch nemen ouders onze schat in bewaring, onze gouden bal Zij worden schatbewaarders. Zij zorgen wel dat niemand eraan kan komen, dat er niets mee kan gebeuren. Onze ouders, onze schatbewaarders tot in de dood. Ze beheren ons goud. Het lijkt hún goud te zijn. Hun opvoed-spel zal daarmee altijd iets oneigenlijks behouden. Het kind, verward, probeert het goud bij hen terug te halen. Meestal lukt dat niet of maar ten dele. Mamma weet niet eens meer waar de bal is, je bent te oud om nu nog met een bal te spelen, waar hèb je ‘t over? Die bal, die gouden bal van vroeger! U zou hem toch voor mij bewaren? Het kind druipt af, de gouden bal is weg. Ze had hem niet uit handen moeten geven. Schaamte lekt bij haar naar buiten. Het kinderspel valt dood, ‘t heeft haar betekenis verloren. Het kind rent niet meer, ze sluipt naar buiten. Het schoolplein is nu leeg. Er is niemand meer om haar op te wachten. Het spel is gedaan. De kring is uit elkaar. Het verlies blijft hangen. Het leven dendert voort. Verder gaat ze met de hoge snelheidstrein met bestemming Hierennu. Eens hoopt ze aan te komen. Misschien vindt ze daar de sleutel van de kluis. Die is ze sinds haar jonge jaren kwijt. Misschien vind ze ‘m daar nog wel voor haar dood. Wonder oh wonder, tijdens het schrijven van dit stuk vind ze de sleutel terug. Niet zo’n roestige sleutel uit de vorige eeuw. Maar een modern slot, een letterslot. De code is: V.E.R.T.R.O.U.W.E.N. Mijn Vlaamse vriendin zegt ‘Cecilia ge zijt een nar, een buitenbeen’ Dat is okee. Ook buitenbeentjes horen in de kring en de nar was vroeger al onmisbaar in het spel. Dat goud? Dat is nog steeds van mij en met mijn letterslot kan ik er altijd bij. 

Cies Meinders

Meer nieuws