Afbeelding

Zeeuwse Oudheidkundige verenigingen vanaf 1928

Column

De jaren tien en twintig van de twintigste eeuw lieten een opmerkelijke opgang zien van de belangstelling voor de geschiedenis van de eigen omgeving. De interesse in de eigen plaats en regio was niet langer iets van eenlingen. Allerwege werd de behoefte gevoeld die belangstelling met elkaar te delen en samen te verdiepen. Ook opvallend is dat dit ging met vallen en opstaan, soms meer het eerste, zoals op Schouwen-Duiveland.

De oudste heemkundige vereniging in Zeeland is die van de Vier Ambachten. Hun werkgebied omvat vrijwel geheel het oostelijk deel van Zeeuws-Vlaanderen. Op 22 maart 1928 werd deze Oudheidkundige Kring opgericht tijdens een vergadering in het stadhuis te Hulst onder leiding van de advocaat mr. Robert Lambooij, een zoon van de minister van Oorlog wiens bekendste wapenfeit was de vereniging van de departementen van Oorlog en Marine. Pa Lambooij werd in 1929 burgemeester van Hilversum. Robert werd ook burgemeester en eveneens in datzelfde jaar van Hontenisse. Hij eindigde als burgemeester van ’s-Hertogenbosch.

De Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten startte een indrukwekkende reeks publicaties en houdt nog steeds zijn eer als oudste Zeeuwse vereniging hoog. De eerste resultaten waren de start van een museum in het stadhuis van Hulst in 1929 en een jaarboek. Een andere activiteit werd gevormd door het organiseren van excursies. De eerste was naar Antwerpen in juni 1929 en op 13 augustus gevolgd door een reis naar Schouwen. Het gezelschap dat uit ongeveer honderd personen bestond voer met een boot naar Zierikzee. Geholpen door het mooie weer, werd eerst een tocht door Zierikzee gemaakt. A. van der Weyde, lid van Gedeputeerde Staten, was de gids. Met zijn veelzijdige kennis van het verleden van stad en eiland wist hij de deelnemers te boeien. Gezamenlijk ging men op de foto voor de ingang van de Nieuwe Kerk. ’s Middags werd de tocht per tram vervolgd naar Brouwershaven en Renesse. ‘Ook deze perzik smaakt naar meer’, zo eindigde het verslag in de Axelsche Courant.

Bij het gezelschap hadden zich ook een aantal leden aangesloten van de tegelijkertijd opgerichte Oudheidkundige Kring De Bevelanden waarvan A.M. Wessels de motor was. Die vereniging heeft het niet lang volgehouden en kreeg pas in 1975 een opvolger in de Heemkundige Kring De Bevelanden. Het enthousiasme voor een dergelijke vereniging ging Schouwen-Duiveland niet voorbij. Op zaterdag 7 juli 1928 werd in het Zierikzeese stadhuis de Oudheidkundige Vereniging Schouwen-Duiveland opgericht. Initiatiefnemers waren mr. A.J.F. Fokker van Crayesteyn van Rengerskerke, burgemeester van Zierikzee, J.A. Hubregtse en W.G. Boot uit Burgh, Joh. Hoogenboom uit Renesse en gemeentearchivaris P.D. de Vos uit Zierikzee. Hubregtse, onderwijzer in Haamstede en archeoloog, werd voorzitter en J.J. Klompe uit Dreischor secretaris-penningmeester. Erevoorzitter werd burgemeester Fokker. 15 leden telde de vereniging bij de start. Op dat moment bestond nog de in 1911 opgerichte Vereniging Zierickzee, die een slapend bestaan leidde. De gedachte was dat die zich in de nieuwe vereniging zou oplossen.

De Oudheidkundige Vereniging Schouwen-Duiveland heeft het niet lang vol gehouden. In 1929 werd opnieuw vergaderd, vond de vaststelling van de statuten plaats en werd gesproken over steun voor de plannen voor een museum. Daarna werd het stil. Pas in 1939 was er weer voldoende belangstelling en werd de Vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland opgericht. Die kan zich goed meten met haar zusterverenigingen. Naar ouderdom is Stad en Lande als regionale vereniging in Zeeland de tweede na de Vier Ambachten, gevolgd door de Heemkundige Kring West-Zeeuws-Vlaanderen, opgericht in 1961. De andere dateren uit de jaren zeventig en later. In diezelfde startperiode, in mei 1928, werd ook de Zeeuwse vereniging voor dialectonderzoek opgericht.

Huib Uil

Meer nieuws