Afbeelding

‘Zierikzee tijdens de oorlogsjaren 1940-1945’

Column

Ook op Schouwen-Duiveland kwam na de oorlog het verlangen op gang de gebeurtenissen in gedrukte vorm te blijven herinneren. Eind 1945 was het boekje van G.M. Feij over de laatste oorlogsmaanden op Schouwen-Duiveland verschenen. Nog geen halfjaar later, in mei 1946, kwam een nieuwe uitgave op de markt in hetzelfde formaat. Het belichtte de oorlogsjaren in Zierikzee. De auteur was L.A. Verburg.

De auteur had burgemeester jhr.mr. J. Schuurbeque Boeije gevraagd een voorwoord te schrijven. Het was zijn hoogste chef want Verburg was ambtenaar op de gemeentesecretarie. De burgemeester schreef dat hij hoopte dat het boekje de belangstelling voor de oorlogsjaren zou wekken. Ook prees hij de auteur dat hij zich had beperkt tot de gebeurtenissen en er geen langdradige verhalen van had gemaakt. Tot slot hoopte hij op een brede lezerskring.

In de inleiding schreef Verburg dat hij niet in de spoor wilde gaan van gemeentearchivaris P.D. de Vos. Hij wilde niet meer dan in een leemte voorzien en een overzicht geven van de voornaamste feiten. Op de volgende bladzijde volgt het portret van M.K. van der Beek, de Zierikzeese politieagent, die leiding gaf aan de groep die in december 1944 tevergeefs probeerde over te steken naar het bevrijde Noord-Beveland. Hij werd met negen anderen tot de dood veroordeeld door middel van ophanging. Het is niet duidelijk of het erbij geplaatste gedicht ook van de hand van Verburg is.

Doordat Verburg zich tot de feiten beperkte heeft de inhoud van de brochure meer weg van een kroniek. Delen tekst worden afgewisseld door korte, gedenkwaardige gebeurtenissen. We lezen hoe de Duitsers op 10 mei 1940 ons land binnenvielen en hoe Zierikzee zeven dagen later werd bezet. Een Duitse en Nederlandse militair sneuvelden daarbij. Een van de ‘aardigste’ feiten is die van 25 mei 1941. Drie jongemannen roepen in de Concertzaal ‘bal gehakt’ als de N.S.B.-leider Mussert tijdens het bioscoopjournaal op het witte doek verschijnt. Prompt worden ze gearresteerd. Na 41 pagina’s eindigt Verburg met de bescheiden feestvreugde op 11 mei 1945.

Na verschijning kreeg het boekje een positieve recensie in de ‘Vrije stemmen van Schouwen-Duiveland’, de krant die tijdelijk de Zierikzeesche Nieuwsbode verving. ‘Behoudens enkele grammaticale onjuistheden en hier en daar zwakke taal, hebben wij geen enkele critiek’, aldus de redactie. Die kwam er wel van ene Schot; zijn voorletters ontbreken. Verburg had niets gemeld over de afvoer van de Joodse stadsgenoten. ‘Van meer belang is blijkbaar een torenklok of inlevering van een radio’. Verburg erkende de omissie en beloofde er rekening mee te houden bij een herdruk.

De auteur, Leendert Abraham Verburg (Colijnsplaat 1918-IJsselmuiden 2000), was zijn loopbaan begonnen als volontair op de gemeentesecretarie van Kortgene. In 1939 kreeg hij een tijdelijke aanstelling op de secretarie van Zierikzee maar keerde al het jaar erop naar de gemeente Kortgene terug waar hij eerste ambtenaar werd. Direct na de oorlog, met drie diploma’s op zak, ging hij weer in Zierikzee aan de slag. Niet voor lang want in oktober 1946 werd de 28-jarige commies geïnstalleerd als burgemeester van Stavenisse waar hij tevens gemeentesecretaris was. Een zware periode was die van de watersnoodramp van 1953; in Stavenisse vielen 153 doden. In 1956 werd Verburg, die tot de Anti-Revolutionaire Partij behoorde, burgemeester van IJsselmuiden. Driemaal was hij waarnemend burgemeester in Urk.

Verburgs boekje werd in 1983 ongewijzigd herdrukt op initiatief van Cor Pols van de Zeeuwsche Boekhandel, samen met de brochure van Feij. Beide uitgaven kwamen opnieuw van de persen van drukkerij Lakenman & Ochtman in Zierikzee. De oorspronkelijke prijs was fl. 1,50. De herdruk kostte, na vele jaren van inflatie, fl. 9,75.

Meer nieuws