Afbeelding

Benchmark

Column

Ik aarzel om de naam van onze oude kat Boris te veranderen. Ofschoon zijn goeiige aard dat niet doet vermoeden is Boris vernoemd naar de grote koning Boris Godoenow, uit de gelijknamige opera van Modest Moessorgski. De moeder van onze Boris heet Dorabella, naar die prachtige Dorabella uit de Cosi fan tutte van Wolfgang Amadeus Mozart. Zijn broertje Igor heette naar de illustere Prins Igor van Alexander Borodin. Hun vader is anoniem gebleven.


Onze brave Boris mag niet worden geassocieerd met zijn naamgenoot Boris Johnson. Een oud-hoofdredacteur van een gezaghebbende Britse krant noemde die Boris buitengewoon geestig, absoluut briljant en volmaakt onbetrouwbaar. Met zo'n karakter kom je verder in het leven, al wil ik niet alle politici over die kam scheren.
Wat zou de premier van het Verenigd Koninkrijk werkelijk willen, behalve macht en herstel van het grootse verleden uit zijn herinnering? Ja, minder betalen aan dat vreselijke continent. Dus zet hij Trumpiaans het Lagerhuis buiten spel. Bijna zouden we vergeten dat 'fair play' Engels is. Die creatieve bestuursstijl vinden we nogal bedenkelijk. Wij zouden zoiets niet doen, al zweemt het ter visie leggen van belangrijke gemeenteplannen tijdens de vakantie daar toch wel een tikkeltje naar. Maar misschien was dat toeval. Toeval is immers verstoken in de orde der dingen. Toeval of niet, zeker is wel dat dit niet de manier is om een broodnodig vertrouwen in de lokale democratie te kweken. Houd moed! Houd de blik op 2040, want communicatie met de bevolking is een heus speerpunt uit Tij van de Toekomst.

En is de dreiging van belastingverhoging, nu het economisch tij voor de gemeente tegen zit, ook toeval? Jean de la Fontaine fabuleerde over de krekel en de mier:

Wat deed je toen de zon nog straalde
en ik mijn voorraad binnen haalde?

Winters komen niet onverwacht. De financiële positie van de gemeente komt evenmin uit de lucht vallen.

Kostenverlaging is een veel beter alternatief om het begrotingsgat te dichten. Sommige kosten van de gemeente staan niet in redelijke verhouding tot de baten. Over de te hoge kosten van de ambtelijke organisatie tipte ik al eens. Hier nog enkele voorbeelden. Vorig jaar bedroegen de kosten van de gemeentelijke havens 2.558.000 euro. Over dat zelfde jaar bedroegen de inkomsten daarvan slechts 669.000 euro. Een gat van 1.889.000 euro, dat is geen klein bier. Ik misgun de recreatieve vaart niets, maar moeten we die subsidiëren? En het toerisme. In hoeverre weegt de opbrengst van de toeristenbelasting op tegen de voor recreanten gemaakte kosten? Anders gezegd, is er een alomvattende kosten-baten analyse van het toerisme?

Vergelijking met andere gemeenten mag niet uitblijven. Het CBS heeft cijfers over 2018. In het bedrijfsleven is benchmarkonderzoek heel gebruikelijk, al scheelt het natuurlijk wel dat bedrijven zelf hun inkomsten moeten genereren, terwijl bij de overheid de euro's tegen de plinten klotsen, om onze premier te citeren, zei het in ander verband.

Wim Klaassen,
vrijdag 6 september 2019

Meer nieuws