Afbeelding

Droombaan voor explosievenverkenner William

Algemeen

Stel je vindt in een nalatenschap twee bijzondere voorwerpen, zoals een inwoner van Zierikzee vorige week. “Twee obussen,” concludeert een geraadpleegde kennis met wat meer expertise. Geschutsgranaten uit de Eerste Wereldoorlog, afkomstig van de slagvelden in Ieper, België. Enig googlen leert dat die granaten potentieel gevaarlijk kunnen zijn. En nu staan ze in de schuur. Overleggen met de politie dan maar. Die stuurt William langs, om poolshoogte te nemen.

William (de politie wil geen achternaam in de krant) is explosievenverkenner bij de politie Zeeland-West-Brabant. Hij meet de granaten op, concludeert dat ze al een keer afgeschoten geweest zijn, omdat er groeven in de koperen ring zitten. “Maar toch bel ik met de EOD om ze op te laten halen. Mensen mogen deze dingen niet in hun bezit hebben. De kop kan nog gevaarlijk zijn. En we willen ook niet dat zo’n granaat later ergens anders weer door iemand gevonden wordt: ze moeten uit de roulatie.” 

De Explosieven Opruimingsdienst Defensie werkt vanuit Soesterberg en identificeert explosieven en ruimt deze. Dat gebeurt zo’n 2500 keer per jaar. Het kan dan gaan om achtergebleven explosieven uit de Tweede Wereldoorlog, op het land en in het water, maar ook om verdachte pakketjes. Per jaar worden er op Schouwen-Duiveland ongeveer tien meldingen van explosieven gedaan door burgers en in heel Zeeland is dat bijna wekelijks het geval.

Het herkennen van explosieven is een van Williams neventaken, naast zijn werkzaamheden bij de forensische opsporing. “Wij houden ons bezig met wapens, munitie en explosieven. Dat kan doordeweeks zijn, maar ook ’s avonds. Bij deze granaten was er geen haast geboden, maar het kan ook zijn dat er een verdacht pakketje op het station achtergelaten wordt en dan is spoed geboden. Ik draai één keer in de zes weken piketdienst. Wij werken met een teamleider en twee verkenners voor heel Zeeland en zo is er ook een team voor Brabant. Bij grote calamiteiten hebben we dan zes man.” Het meest houdt William zich bezig met conventionele munitie: bij het rooien komt er regelmatig iets mee uit de grond wat dan bij het sorteren van aardappelen of uien opduikt. “Maar er zijn ook mensen die met metaaldetectoren op zoek gaan naar muntjes en geld in de bodem en ineens een granaat vinden.” Wanneer de politie zo’n soort melding krijgt, gaat er een melding naar Williams teamleider en wordt de situatie ‘geduid’- informatie ingewonnen en de urgentie ingeschat.

Bij Williams dagelijkse werk bij de forensische opsporing moet je denken aan de mensen in witte pakken, die je soms in de media ziet bij bijzondere situaties. Hij richt zich dan op illegale wapens en munitie. “Als er bijvoorbeeld een auto van de weg wordt gehaald, waarin een vuurwapen aangetroffen wordt, dan halen ze ons erbij. Het pistool en de munitie worden dan veiliggesteld voor DNA-onderzoek. Vervolgens vinden er schietproeven plaats, om vast te stellen of het wapen eerder ergens gebruikt is.” De database IBIS, waarmee duizenden vuurwapensporen vergeleken kunnen worden, helpt daarbij. Wanneer er overeenkomsten zijn, wordt dat doorgegeven aan het Nederlands Forensisch Instituut. “Sinds een jaar of vijftien komen we veel omgebouwde alarmpistolen tegen. Door de loop open te boren en te vervangen kunnen criminelen ze gebruiken om echt mee te schieten. 40% van de wapens die wij aantreffen zijn omgebouwde gas- of alarmwapens. Ze lijken op een echt pistool, bijvoorbeeld een Glock. Het wapen waarmee Peter R. de Vries vermoord is, was er zo-een. Ze zijn veel goedkoper dan echte pistolen, maar tegelijkertijd ook heel gevaarlijk voor de gebruiker, omdat ze van heel licht materiaal gemaakt zijn.”

Jongensdroom

Hoe word je eigenlijk wapenexpert? William: “Op een gegeven moment was er een vacature en je moet natuurlijk een meer dan gemiddelde kennis hebben.” Met dat laatste zat het wel goed, want William was vanaf zijn tiende jaar al in de bibliotheek te vinden, om daar boeken over wapens te lenen en kopietjes te maken. Een loopbaan bij defensie was dan ook vanzelfsprekend. “In het voormalige Joegoslavië leerde ik Russische wapens kennen: kijken, vasthouden en ermee schieten. Toen ik een relatie kreeg, besloot ik over te stappen naar de politie.” Na zijn opleiding begon William op straat, in Vlissingen. En toen de vacature voor wapenexpert langskwam, was dat een jongensdroom die uitkwam. Na de sollicitatieprocedure volgde hij diverse opleidingen. “Verdieping is belangrijk en je moet alles weten over bepaalde merken pistolen, tot in de punt en de komma. Dezelfde opleiding als om een wapenhandel te mogen beginnen. Je doet schietproeven en weet van elk schroefje en veertje wat de functie is.”

William kan blíjven leren in zijn droombaan. “Er blijven innovaties komen, ik vergelijk het weleens met de auto-industrie. Ik ben de vraagbaak voor alle collega’s als het gaat om munitie en wapens. Wij als politie vormen een voortraject voor de EOD, zoals bij deze granaten. Soms dénken mensen ook dat ze een mijn gevonden hebben, maar blijkt het een oude parasolvoet, zoals laatst. Ik heb ook regelmatig contact met de media, als ze specialistische informatie willen.”

De granaten zijn inmiddels opgehaald door de EOD. William: “Graag wil ik er ook op wijzen, dat als men iets aantreft, men de politie moet bellen. Afblijven en niet aanzitten! Eventueel de locatie markeren. Helaas zijn er incidenten waarbij iemand zelf ging knutselen met een explosief en dat dit ontplofte. Ook neemt men wel eens iets mee naar huis... of brengt men het naar het politiebureau. Allemaal niet doen!”

Meer nieuws