Milde eis voor brandstichting caravan

Het in brand steken van een stacaravan op het chaletpark in Noordgouwe had rampzaliger gevolgen kunnen hebben. Het was die dag , 21 september 2022, gelukkig nat weer. 

Maar wat zouden de gevolgen zijn geweest bij droog weer?  De brand had dan kunnen overslaan, ook via bosschages, naar andere caravans, waardoor er levensgevaar te geduchten viel voor meerdere campinggasten. Daarnaast hadden gasflessen die op het terrein stonden, kunnen ontploffen.  Voor dat scenario had ook de brandweercommandant gevreesd. Na het alarm was de brandweer die nacht rond drie uur snel ter plaatse, maar men kon niet voorkomen dat de caravan helemaal uitbrandde.    De aanleiding tot de brandstichting werd gezocht in de relationele sfeer. Twee verdachten moesten zich verantwoorden voor de rechtbank. Een 20-jarige man uit Nieuwerkerk voelde zich onder druk gezet door de vader van zijn vriendin. Haar grootouders, met wie haar vader regelmatig een conflict zou hebben, hadden een sta-caravan. Zij moesten maar eens een lesje worden geleerd. Oma en opa waren op het moment van de brand niet aanwezig in de caravan. Zij zaten thuis.   Verdachte ging samen met een kompaan uit Zierikzee die nacht naar de camping in Noordgouwe. Onderweg werd er door de Zierikzeëenaar getankt bij een tankstation en een jerrycan met benzine gevuld. De Nieuwerkerker stak de caravan in brand, nadat volgens hem de medeverdachte de benzine in de caravan had gegoten. 

Dat werd door de 21-jarige verdachte op zitting ontkend. ,,Ik ben meegegaan uit nieuwsgierigheid. Of hij echt de caravan in brand zou steken. Ik heb de jerrycan neergezet en ben weggelopen. Ik wilde er niets mee te maken hebben. Ik zag een steekvlam en hoorde geschreeuw.”  Omstanders sloegen alarm. De brandweer was snel ter plaatse, maar kon niet voorkomen dat de caravan helemaal uitbrandde.  De 20-jarige verdachte bekende de brandstichting, maar dat kon gezien de bewijsmiddelen ook niet anders. Hij liep brandwonden op aan zijn hand en benen. Zijn telefoon werd bij de caravan gevonden. Na de brandstichting was er naar de carpoolplaats in Colijnsplaat gereden, waar hij werd aangehouden door de politie en met een ambulance werd afgevoerd naar het ziekenhuis.  Ook de medeverdachte werd daarna aangehouden.   Volgens de officier van justitie was het duidelijk dat de verdachte uit Nieuwerkerk zich had willen bewijzen tegenover zijn vriendin en onder druk van haar vader de opdracht had uitgevoerd. Raadsman W. Aerts wilde in een eerste verweer dat de vader voor uitlokking zou worden gedagvaard, maar het Openbaar Ministerie had hiervoor te weinig bewijs gezien. Wel vond de officier dat de vader invloed heeft gehad op verdachte, die volgens hem een verkeerde afweging heeft gemaakt. De medeverdachte werd als medepleger beschouwd. ,,Hij heeft de benzine in de caravan gegoten.” 

 De officier achtte brandstichting voor beide verdachten bewezen en dat er levensgevaar was geweest. ,,Door snelle reactie van de omstanders is dit voorkomen.” Hij hield in zijn eis rekening mee met de positieve rapporten van de reclassering, de jeugdige leeftijd en dat beiden werk hebben. De Nieuwerkerker wilde graag bij Defensie aan de slag, maar dat was geen optie meer.Hij heeft inmiddels een andere baan . Hij zat 40 dagen in voorarrest, terwijl de Zierikzeese verdachte 43 dagen in voorarrest zat.   Hij eiste tegen de verdachte uit Nieuwerkerk 240 uur taakstraf en 450 dagen gevangenisstraf, waarvan 410 dagen voorwaardelijk, proeftijd twee jaar. Tegen de verdachte uit Zierikzee was de eis 240 uur werkstraf, 450 dagen, waarvan 407 dagen voorwaardelijk, proeftijd twee jaar. De gedupeerde grootouders dienden een schadeclaim in van 17.373,89, inclusief expertisekosten plus 4.000 euro immateriële schade. Die schadeclaims werden door de verdediging aangevochten.  De gedupeerden en familie waren bij de strafzaak aanwezig. Uitspraak: 21 maart.