Jan Greijn
Jan Greijn

Bijvangst

Algemeen

Zo af en toe ga ik op zoek op internet naar mijn middelbare school. Veel verder dan een foto van het immense gebouw, het Sint Jozef Studiehuis in Tilburg, kom ik niet. Soms valt mijn oog op beschrijvingen van oud-leraren als de leraar Duits, een Zeeuw, die wij Boems noemden. Ik geloof dat ik zelf die bijnaam in omloop bracht. Het Duitse woord ‘Etwa’ betekent bovendien, ongeveer, eventueel, misschien en soms. De leraar suggereerde B.o.e.m.s. als ezelsbruggetje.

De bijnaam was geboren. Als tiener doe je soms driest, ook als je priester-student op een katholiek klein-seminarie bent. Een ietsiepietsie schaam ik me. Achteraf. Een laffe achteraf zonder enige waarde. Meneer Boonman, zo heette hij, is allang dood. Het was een heel aardige man, hij kon alleen niet zo goed Ordnung houden.

Die zoektocht naar mijn middelbare-schooltijd speelt soms op, omdat de leerlingen uit het hele land kwamen, die na afronding van de studie ook weer overal heen vlogen. We verloren elkaar dus uit het oog. Een heel enkele keer kruisten onze paden, maar na vele decennia zijn herinnering en herkenning moeizaam, of lopen we elkaar nietsvermoedend voorbij. Een beetje jaloers ben ik soms op mensen die hun hele leven op één plek woonden, leerden en leven. Al duurt die jaloersheid vaak maar kort. Ik had mijn rondreis door Nederland niet willen missen.

Boems reageerde ooit op een krantenverslag van mijn reis naar Indonesië, in het spoor van koningin Beatrix. Ik had het aantal inwoners van dat prachtland verkeerd vermeld, schreef Boonman oplettend in een lezersbrief aan de krant. Waarbij hij aantekende dat ‘t hem tegenviel van zijn oud-leerling, die hij zeer gewaardeerd had. Ik bloosde toen met stille schaamte.

Jan Greijn

Meer nieuws