Afbeelding

Kiekieris

Column

Jules Verne

Ik heb het niet over corona, maar wel over de eerste griep die ik me herinner. Het was een zondagmorgen 4 oktober 1957, dierendag, de verjaardag van mijn tante Marie. De Russen hadden een kunstmaan de lucht in geschoten. Ik moest naar de kerk, maar klaagde dat ik me niet goed voelde. Mijn vader vond dat maar aanstellerij. Dan moest ik ook maar in bed blijven, was zijn commentaar. Mijn moeder kwam toch maar met een koortsthermometer naar boven: 39,8! Ik ben in slaap gevallen en werd in het stikkedonker weer wakker. En het werd maar geen licht. In mijn zweterige fantasie was die kunstmaan, Sputnik, op de zon gebotst. Kunstmaan kapot, en de zon ook, ijlde ik. Mijn moeder verscheen aan mijn bed met een buisje Chefarine en een beker kippensoep, dat toen nog geschreven mocht worden als kippesoep, want van één kip kon je ook soep maken. Van dokter Quaak mocht ik twee weken niet naar school. Tijd genoeg om bijna alles van Jules Verne te lezen…

Peter Noordermeer

Meer nieuws