Afbeelding

Een nieuw veilinggebouw in Zierikzee, 1921

Column

Honderd jaar geleden kreeg Zierikzee een nieuw veilinggebouw. Vele land- en tuinbouwers op Schouwen-Duiveland brachten daar hun producten om die te laten veilen. Het nieuwe onderkomen was een mijlpaal voor alle betrokkenen.

Het veilen van land- en tuinbouwproducten op Schouwen-Duiveland vond zijn ontstaan in 1916. Het was de tijd van de Eerste Wereldoorlog waarbij ons land neutraal bleef en buiten het oorlogsgeweld bleef. Maar wel had de oorlog zijn gevolgen voor ons land. Zo waren tal van producten schaars en moest, ter wille van het bewaken van de neutraliteit, zorgvuldig worden gehandeld.

De regering besloot voortaan geen producten voor uitvoer naar het buitenland toe te laten dan die werden verhandeld via een erkende veiling. Op die wijze was meer controle mogelijk. Als gevolg daarvan moest ook op Schouwen-Duiveland overgegaan worden tot het instellen van een veiling. Die werd bestemd voor de producten van het eiland en voor Sint Philipsland, dat sterk op ons eiland was georiënteerd, veel meer dan op het eiland Tholen.

De hiervoor opgerichte Vereniging Centrale Veiling voor Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland werd geleid door C. van Westen Pz., die voorzitter werd. Hij was kort tevoren gestopt als landbouwer en verhuisd naar Zierikzee. Hij werd bijgestaan door J. Enzlin als secretaris en W. den Boer, P.M. Panny en A. Leeuwe. Op donderdag 9 november 1916 om 13.00 uur vond de eerste veiling plaats in hotel De Faam aan de Poststraat (nu Zeeman). Ruim achtduizend balen uien wisselden die dag van eigenaar. Al snel werden tal van andere landbouwproducten geveild, zowel van land- als van tuinbouwers. Veilingmeester J.J. van den Bout bleek een waardevolle kracht te zijn. Ruim een half jaar later was al voor ruim een miljoen gulden omgezet. Alleen leden mochten producten laten veilen.

In 1919 kreeg de veiling een eigen gebouw, het voormalige onderkomen van het Leger des Heils aan de Kinderstraat (nu nummer 1). Inmiddels was de oorlog beëindigd maar de veiling had zijn nut aangetoond. Daarom werd eind 1919 de vereniging omgezet in een coöperatie. Nadat dit alles in goede banen was geleid, achtte Van Westen de tijd gekomen om te stoppen. Vice-voorzitter W. den Boer werd zijn opvolger. Om meer ruimte te hebben, kocht de coöperatieve veilingvereniging in 1921 de voormalige Stadsarmenschool in de Wevershoek aan, die daar in 1821 van start was gegaan. De foto is gemaakt tijdens de opening van het nieuwe veilinggebouw op 4 oktober 1921, met de bestuursleden (van links naar rechts) P.M. Panny, W. den Boer, A. Leeuwe en C. Koopman. Voorzitter Den Boer keek terug en dankzij aantekeningen van gemeentearchivaris P.D. de Vos erg ver terug. Oud-voorzitter C. van Westen mijnde de eerste koop, namelijk een speciale stand met vruchten. Hij werd beloond met het erevoorzitterschap en zijn echtgenote met een boeket bloemen.

In 1930 werd een nieuw veilinggebouw in gebruik genomen aan het eind van de Vissersdijk. Dat gebouw ging in 1968 over naar de Coöperatieve Aankoopvereniging Schouwen-Duiveland. De eilandelijke veiling was inmiddels in 1952 opgenomen in de veel grotere veiling Zuid-Hollandse Eilanden, gevestigd in Rotterdam. Die had ook het tweede veilinggebouw bij Haamstede, aan de Hogezoom, onder zijn hoede. Het waren de voorboden van het beëindigen van de veilingactiviteiten op het eiland vanwege de totstandkoming van de vaste verbindingen met de rest van Nederland in 1965. Vooral omdat het veilen elders meer opleverde, liep de behoefte aan een eilandelijke veiling terug.

Het veilinggebouw aan de Wevershoek werd met de belendende gebouwen in 1931 en 1932 afgebroken en vervangen door de woningen nummers 4-14.

Meer nieuws