Afbeelding

Geestdrift

Column

Vakantie

Onze vouwwagen hebben we uitgeklapt op een Zeeuwse mini-camping. Op de middenstip van het groene veld bevindt zich een zandbak, een schommel en een trampoline. Her en der verspreid staan wat skelters. Dit weekend hebben we twee logeetjes bij ons. Het zijn de dochtertjes van onze oudste pleegdochter. In gedachten zien we haar zelf nog rondsjezen op haar skelter. Nu geniet de volgende generatie met volle teugen van de groene weide. We hebben ook het oude - inmiddels roestige - oranje fietsje meegenomen. De oudste van de twee had vooraf geappt dat deze mee moest: haar zusje moet nog leren fietsen. Nu helpt ze haar zusje voorzichtig op de trappers van het oude fietsje te stappen. De twee zusjes bespreken met elkaar het geheim van fietsen: gewoon niet met je billen wiebelen, dan val je niet. Zelf nog meer verbaasd dan wij fietst ze zonder zijwieltjes weg. Die middag gaan we naar het strand al gaan we eerst nog langs de schelpenwinkel. Het is moeilijk kiezen. De jongste kiest een schelp die je tegen je oor kan houden. ‘Ik hoor de zee!’ zegt ze blij verrast. De oudste kiest een haaientand aan een kettinkje. De schelp en de haaientand worden als kostbare schatten meegenomen. Ook kopen we nog twee schepjes en een emmertje om schelpen in te verzamelen. Eenmaal op het strand vult het emmertje zich snel. Om en om dragen we het emmertje vol schelpen terug naar de auto. Op de camping wordt de emmer met schelpjes onder de luifel gezet. De tafel wordt gevuld met nog meer Zeeuwse schatten: Zeeuwse zoete kersen en aardbeien in overvloed waar heerlijk van gesmuld mag worden. Het geluk kan niet meer op wanneer er ’s avonds een klein pizzakarretje het campingterrein oprijdt. Ze kijken toe hoe een bal deeg omgetoverd wordt tot een dampende pizza. We schuiven aan tafel onder de luifel. De bekers worden gevuld. Het campingtafeltje is overvol. Het ontbreekt ons aan niets. Ik denk aan het beeld van Psalm 23. We rusten aan groene weiden en worden uitgenodigd aan tafel. Onze beker vloeit over. Gewoon heel veel geluk dat ons zomaar gegeven wordt. Na de maaltijd zit ik onder de luifel nog wat na te genieten. De jongste van het stel komt aangefietst. Vanaf haar oranje fietsje kijkt ze mij aan met een brede ontspannen lach. Terwijl ze voorbij fietst houdt ze even in en zegt dan blij: ‘Weet je….vandaag is het een halleluja-dag’ ….en ze fietst al zingend verder.

Marjan Riedijk

Meer nieuws