Afbeelding

Het vliegtuigongeluk in 1921

Column

Honderd jaar geleden, op 3 augustus 1921, werd Zierikzee verrast en opgeschrikt. Verrast vanwege de kunsten die met nieuwe vliegtuigen, een nog betrekkelijk nieuw fenomeen, konden worden uitgehaald en opgeschrikt door het ongeluk dat daarop volgde. De aanleiding voor dat alles was een ongedachte.

Op 11 juli 1921 had J.A. de Bruyne afscheid genomen als directeur van de Hogere Burgerschool in Zierikzee. Hij was geroemd als een verdienstelijk burger die zijn school met vaste hand had geleid. Veertig jaar was De Bruyne aan de school verbonden, eerst als leraar geschiedenis, vanaf 1901 als directeur. Het echtpaar De Bruyne-van Heel verhuisde naar Goes, de plaats van herkomst van de echtgenote. Op woensdagmiddag 3 augustus 1921, om drie uur, vertrokken ze vanaf het Luitje met de provinciale boot. Op de kade stonden vele Zierikzeeënaars om hen uitgeleide te doen. 

De een na jongste zoon was Henri. Hij was luitenant ter zee bij de Marine en vliegenier. Die middag verscheen hij plotseling met het militaire vliegtuig ‘Radio’ en draaide rondjes rond de boot, al wuivend naar zijn ouders als afscheidsgroet. De vliegcapriolen lokten nog meer mensen naar de Nieuwe Haven. Het vliegtuig maakte duikelingen, ging naar links, ging naar rechts, naar boven, naar beneden. Dat alles met een flink lawaai. 

In het jaar ervoor, op 18 november, had Henri de Bruijne een soortgelijke show gegeven en was geland op een weiland in de Zuidhoek. Vanzelfsprekend had dat ook toen veel bekijks. Snel ging Henri koffie drinken bij zijn ouders die woonden in de directeurswoning in de Poststraat (later Muziekschool). Maar vlug haastte hij zich weer naar zijn toestel na nog even neef Kees Mulock Houwer aan de Oude Haven gedag te hebben gezegd. De Bruijne maakte nog enkele duikvluchten om daarna door te vliegen naar Gilze-Rijen. Na het tanken vloog hij terug naar Den Helder. Al eerder dat jaar was Henri de Bruijne in Zierikzee, samen met een collega. Toen waren ze met twee watervliegtuigen vanuit Veere in het havenkanaal neergestreken en vandaar weer vertrokken.

Zo goed als het die twee keer ging, zo dramatisch liep het af op 3 augustus 1921. Henri de Bruyne, die vergezeld was van luitenant eerste klasse Peeters van de vestingartillerie als waarnemer, scheerde met zijn toestel laag langs het Bolwerk en molen Den Haas. Het woei vrij hard en het vliegtuig werd door een windvlaag meegezogen. Het verloor hoogte. Op een haar na miste Henri de boot en de boerderij aan de overkant. Daarna stortte het vliegtuig neer op een stoppelland in de Zuidhoek. Door de klap vlogen stukken van een van de vleugels in het rond. De motor werd geheel in elkaar gedrukt.

Met zijn gezicht sloeg Henri tegen de manometer op het dashboard. Zijn neusbeen was gebroken en tanden zaten los. Als gevolg daarvan zat zijn gezicht onder het bloed. Luitenant Peeters hield er slechts lichte verwondingen aan over. Dokter De Ruyter verleende eerste hulp waarna luitenant De Bruijne per auto naar neef Kees Mulock Houwer werd gebracht om te worden verpleegd. Honderden mensen kwamen kijken naar het verongelukte toestel. 

De volgende dag namen militairen het toestel in ogenschouw en gingen over tot het demonteren ervan. Henri de Bruijne werd in het ziekenhuis in Utrecht opgenomen. Snel knapte hij weer op. Naar het schijnt was enkele dagen kamerarrest zijn straf. Over hem volgende week meer. De ouders van Henri kregen eerst in Goes bericht van de afloop. Kantonrechter Bakker liet hen via de telefoon op de hoogte brengen. Bertha de Bruyne-van Heel zei tegen haar man: ‘Dat is geen prettig begin in Goes, hè Jan? …

Huib Uil

Meer nieuws