Afbeelding

De Joodse gemeente in Zierikzee honderd jaar geleden opgeheven

Column

Het was een klein bericht in de Zierikzeesche Nieuwsbode van 1 augustus 1921. Er stond dat besloten was om de Israëlitische gemeente in Zierikzee op te heffen. Het trok nauwelijks de aandacht. Het aantal Joodse inwoners was in de loop van de tijd achteruit gegaan en nu er recent enkele waren vertrokken, was er geen toekomst meer. Daarom werd besloten tot verkoop van de synagoge en van de twee ernaast staande huisjes. In officiële zin werd de gemeente samengevoegd met die in Middelburg. De gelden werden gereserveerd voor het onderhoud van de Joodse begraafplaats. Deze begraafplaats, gelegen achter de panden op de zuidelijke hoek van de Caustraat en de Grachtweg in de wijk Malta, bleef gespaard. Het geld werd ook bestemd voor een herstart van de gemeente, maar daarvan is het niet gekomen.

Voor gemeentearchivaris P.D. de Vos was de opheffing aanleiding in een artikel in de Zierikzeesche Nieuwsbode terug te blikken. Hij wist te melden dat het aantal Joodse inwoners, in die periode als regel aangeduid als Israëlieten, in de loop van de eeuwen steeds gering was. Tegen het einde van de achttiende eeuw kwam het tot de vorming van een gemeente, die haar eerste onderkomen vond in het woonhuis van een van de leden, de koopman Zadok Levi van Oss, aan de zuidzijde van de Oude Haven, nu nummer 36. Het stadsbestuur gaf daarvoor in 1799 toestemming en schonk een deel van het bleekveld van het voormalige Leprozenhuis als begraafplaats.

In het eerste kwart van de negentiende eeuw groeide het aantal Joodse inwoners zodanig dat aan de Meelstraat op de plaats van een afgebroken huis een synagoge kon worden gebouwd. Op de plaats ernaast, waar een houtloods had gestaan, werden twee woninkjes gebouwd, bestemd voor de armen van de gemeente. Deze synagoge werd op 2 september 1825 op plechtige wijze ingewijd. De wetboeken werden in versierde koetsen van het huis van Van Oss overgebracht naar het nieuwe onderkomen.

Het gebouw was ruim zestig jaar later aan vernieuwing toe. Op 11 mei 1888 werd de eerste steen voor het nog bestaande gebouw gelegd en op 24 augustus volgde de ingebruikneming, weer op plechtige wijze. In de loop van de tijd had de gemeente een eigen school met een godsdienstonderwijzer, die tevens fungeerde als voorlezer. Onderwijs in het Hebreeuws was voor de gemeente van groot belang.

Namen de Joodse landgenoten nog lang een geïsoleerde positie in, in het laatste kwart van de negentiende eeuw kwam daar steeds meer verandering in. Een van de meest vooraanstaande inwoners, A. Fränkel, vanaf 1899 redacteur van de Zierikzeesche Nieuwsbode en zoon van een opperrabbijn, speelde daarbij een grote rol. Veel over de geschiedenis van de Joodse gemeente is te lezen in het boek Pinkas Zierikzee van de hand van G.J. Kouwen, verschenen in 2020 en waarop hij in Leuven promoveerde. Het functioneren van de gemeente in relatie tot de vele en gedetailleerde Joodse voorschriften is de rode draad in dit boek.

De voormalige synagoge aan de Meelstraat, met op de geveltop de leeuw van Juda, die de Davidsster in zijn klauwen houdt, is de meest tastbare herinnering aan het Joodse leven. Ook van de Zierikzeese Joden is tijdens de Tweede Wereldoorlog het overgrote deel ter dood gebracht in de Duitse concentratiekampen. De zogenaamde struikelstenen, die her en der in Zierikzee in de stoepen te zien zijn, markeren sinds 2017 hun laatste woonhuizen. Het Joodse monument aan de Grachtweg, opgericht in 1960 en ontworpen door Ad Braat, is een ander markeringspunt. Daar herdenken ieder jaar de leerlingen van de Johan Louis de Jongeschool de omgekomen Joodse stadsgenoten. Dat alles helpt ons te blijven herinneren.

Huib Uil

Meer nieuws