Afbeelding

Herman Bavinck en Zierikzee

Algemeen

Honderd jaar geleden overleed Herman Bavinck (Hoogeveen 1854-Amsterdam 1921), een van de meest toonaangevende theologen van zijn tijd. Het bijzondere van hem is dat zijn publicaties nog steeds worden gewaardeerd en uitgegeven en dat hij internationale erkenning kreeg en, nog opmerkelijker, steeds meer krijgt.

Herman Bavinck was de zoon van een Christelijke gereformeerd predikant. De kenmerkende vroomheid uit dat milieu is hem zijn leven lang bijgebleven. Bavinck had een belangrijk aandeel in de fusie van 1892 toen de Gereformeerde Kerken tot stand kwamen. Met Abraham Kuyper behoorde Bavinck tot de meest prominente leiders. Kort was hij predikant om docent aan de Theologische School in Kampen te worden. In 1880 was Bavinck in Leiden cum laude gepromoveerd. In 1902 ging hij over naar de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Geleerdheid paarde Bavinck aan een brede blik. Met mildheid trad hij zijn tegenstanders tegemoet zonder daarbij zijn eigen standpunt te verloochenen. Daarnaast bezat hij het talent om bij conflicten verzoenend en samenbindend te handelen. Naast de theologie was Bavinck ook toonaangevend op het gebied van de ethiek, pedagogiek en psychologie. Onder dat alles bleef hij aandringen op een nauw leven met God en dat hield hij ook anderen voor. In 1904 schreef hij bij de heruitgave van een theologisch werk: “Er is een belangrijk element in, dat ons heden ten dage veelszins ontbreekt. Het is alsof wij niet meer weten, wat zonde en genade, wat schuld en vergeving, wat wedergeboorte en bekering is”.

Ook Zierikzee lag op de levensweg van Herman Bavinck. In 1882, hij was kort tevoren benoemd als docent in Kampen, ging hij twee keer voor in de zondagse diensten in de Christelijke Gereformeerde kerk aan de Sint Domusstraat, die in tegenstelling tot de zustergemeente, nu gevestigd aan de Zevengetijstraat, in 1892 zou meegaan met de fusie. Ongetwijfeld heeft Bavinck gelogeerd bij jhr. J.L. de Jonge, die ouderling was en wiens koetshuis was verbouwd tot kerk. Op die plaats staat nu de Thomaskerk. Mogelijk hebben De Jonge en Bavinck deze afspraak gemaakt op de synode die eerder dat jaar in Zwolle was gehouden en waar Bavinck tot docent werd benoemd.

In 1893 kwam Bavinck opnieuw naar Zierikzee, nu om te spreken over het christelijk onderwijs. Opnieuw trad hij op in het kerkgebouw aan de Sint Domusstraat. De Jonge was inmiddels overleden en daarom heeft vermoedelijk het hoofd van de christelijke school, D. Mulder, hem logies geboden. Bavinck sprak voor de ‘talrijke schare’ vooral over de opvoeding: ‘Evenals het kind natuurlijk voedsel behoeft, kan het geen geestelijk voedsel missen’. 

In januari 1900 sprak Bavinck weer in Zeeland. Op maandag 8 januari in Axel, op de woensdag daarna in Goes, op donderdag in Middelburg om zijn Zeeuwse week af te sluiten in Zierikzee op vrijdag 12 januari. Net zoals in de andere plaatsen was dat voor de Gereformeerde jongelingsvereniging over ‘Drieërlei leven’. Voor Bavinck was dat: het natuurlijk, geestelijk en zedelijk leven. Ook nu imponeerde de professor door zijn eminente voordracht. Voor de redacteur van de Zierikzeesche Nieuwsbode Fränkel was het onmogelijk een samenvatting ervan te maken omdat die afbreuk zou doen aan de inhoud. Daarom gaf hij zijn impressies weer. Bavinck was een spreker met ‘een onwrikbare vaste overtuiging, een man uit één stuk, die taal en vorm volkomen beheerschend, de machtige gave van het woord bezit, zoodat het een genot is naar hem te luisteren’.

Bij alle geleerdheid bleef Bavinck nederig. Daarvan getuigden zijn laatste woorden op zijn sterfbed: “Aan mijn geleerdheid heb ik nu niets meer; mijn dogmatiek baat mij ook nu niet meer; alleen door het geloof word ik zalig.”

Huib Uil

Meer nieuws