Afbeelding

Vijftig jaar Brouwersdam

Column

Onder oorverdovend lawaai werd vijftig jaar geleden, op zaterdagmiddag 1 mei 1971, om vier minuten voor twee met een caisson de Brouwersdam tussen Schouwen en Goeree gesloten. Dat gebeurde door middel van een caisson. De scheepshoorns van de erbij betrokken boten zorgden voor een concert dat tot ver te horen was. Op de daarop volgende maandag 3 mei werden de 124 schuiven in deze en de overige caissons, samen 800 meter lang, gesloten voor het water. Op 30 maart 1972 werd de verkeersweg over de dam opengesteld.

Na het gereedkomen van de Grevelingendam en de Zeelandbrug, beide in 1965, kreeg Schouwen-Duiveland een derde verbinding met het vasteland. De Brouwersdam was onderdeel van de Deltawerken, die zuidwestelijk Nederland na de watersnoodramp van 1953 moesten vrijwaren van nieuwe overstromingen. De Brouwersdam was in dat kader het zevende bouwwerk. Het was geen gemakkelijk karwei. Het Brouwershavense Gat was maar liefst 6,5 kilometer lang en er waren diepten tot 30 meter. Daarmee werd de bouw van deze dam, begonnen in 1962, een oefening voor de dichting van de Oosterscheldemonding, die nog ingewikkelder was. 

Voor het werk aan de Brouwersdam werden twee zandplaten opgehoogd. Daarna werd begonnen met het dichten van het noordelijke gat met behulp van caissons. Deze werden gebouwd in de werkhaven van Bommenede, bij Zonnemaire. Een tweede werkhaven werd aangelegd ten westen van Scharendijke. De caissons werden ook ingezet voor het zuidelijke gat maar daar was de geul dermate diep en de stroming zo sterk dat die niet voor het hele gat konden worden benut. Daarom werd, net zoals bij de Grevelingendam, voor de dichting gebruik gemaakt van een kabelbaan met gondels die blokken beton in het water stortten. Elke keer vervoerde de gondel zes blokken. Ieder blok beton woog 2400 kilo. In totaal werden ongeveer 240.000 blokken verbruikt. Nadat de blokken boven water uitstaken, werd er zand op gespoten. Op vrijdag 28 mei werden de laatste blokken gestort in aanwezigheid van de burgemeesters S. Francke van Middenschouwen en H.J. Smith van Goedereede. Daarna werden met zand en grint de openingen dichtgemaakt. Nog ongeveer vier procent van het getijdevolume bleef tussen de stenen door sijpelen. Tot in het najaar bleven zandzuigers actief om de dam te verstevigen met zand om ook deze laatste openingen te dichten.

Het werk stond onder leiding van ir. M.J. Loschacoff (1927-2018). Deze uit Argentinië afkomstige ingenieur was vanaf 1953 in dienst van Rijkswaterstaat waar hij verantwoordelijk werd voor de uitvoering van de waterbouwkundige werken van de Deltadienst. In 1979 nam hij afscheid vanwege zijn benoeming tot directeur-generaal van de Rijksgebouwendienst. Met inventiviteit en creativiteit leverde hij, samen met zijn medewerkers, een belangrijke bijdrage aan de nieuwe technieken en de verbetering van bestaande. Door hun inzet verliepen de sluitingswerkzaamheden volgens plan. Een nieuw facet bij de Brouwersdam was het ontwerp in een hoogte-breedteverhouding van 1:6. Daardoor kwam er ter weerszijden van de dam veel ruimte voor ander gebruik. Voor de beplanting en inrichting van deze gebieden trok Loschacoff landschapsarchitecten van Staatsbosbeheer aan. 

Achteraf vormde de Brouwersdam de laatste volledige afsluiting van een van de zeearmen in het Deltagebied. Door de afsluiting ontstond het Grevelingenmeer. De verwachting dat dit zoet zou worden, kwam niet uit. Om de kwaliteit te verbeteren werd in 1978 een doorlaatsluis in de dam gebouwd om zo doende zout zeewater door te laten. Mede daardoor is dit het grootste zoutwatermeer in West-Europa.

Huib Uil

Meer nieuws