Afbeelding

Tineke Vis-de Reus (1933-2021)

Column

De levensgeschiedenis van Tineke Vis-de Reus was verweven met Nederlands-Indië, het huidige Indonesië. Ruim twaalf jaar was ze daar, maar in haar verdere leven bleef die periode een belangrijke rol innemen.

Toch begint het levensverhaal van Christina Maria de Reus in Nederland. Haar vader, Cornelis Petrus de Reus, was een Rotterdammer van geboorte. Hij ging het onderwijs in. In 1923 werd hij onderwijzer aan de openbare lagere school in Heusden. Om een beter bestaan op te bouwen koos hij voor Nederlands-Indië. Op 14 maart 1929 scheepte hij zich in. Hij was niet alleen want kort tevoren was hij in Breda getrouwd met Jannetje Kapper.

Het echtpaar kwam terecht in Tjibadak op West-Java waar Cornelis ging werken aan de Europese school. In 1930 volgde overplaatsing naar de eerste Hollands-Inlandse School in Makassar, de hoofdstad van Zuid-Celebes. Op de school zaten inlandse kinderen. In 1931 was vader De Reus waarnemend hoofd van de school geworden en medio dat jaar werd hij dat van de speciale school voor kinderen van Ambonese militairen in Makassar. Daar werd Christina Maria geboren, met Tineke als roepnaam. Ze was vernoemd naar oma Christina Maria Kuit, echtgenote van de politieagent Jan de Reus. In 1935 mocht het gezin op verlof naar Nederland.

Bij terugkeer, in 1936, werd pa De Reus hoofd van de Hollands-Chinese school in Sibolga op het eiland Sumatra. Halverwege 1941 volgde overplaatsing naar de Europese lagere school in Rangkasbitoeng in het westen van Java. Het gezin De Reus telde naast Tineke ook de dochtertjes Anneke en Elly. In januari 1942 werd Nederlands-Indië aangevallen door het Japanse leger. In maart volgde de capitulatie. De Europeanen werden gescheiden van de rest van de bevolking. Vader De Reus, die als soldaat was opgeroepen, werd van zijn gezin gescheiden. Hij zou in 1945 bezwijken bij de dwangarbeid aan de spoorlijn van Pakanbaroe op Sumatra.

De moeder met haar drie kinderen kwamen terecht in een kamp in Banjoebiroe in midden-Java. Ze leefden er onder erbarmelijke omstandigheden en een streng regime. Er was gebrek aan alles en de honger beheerste het leven. Vooral dankzij het doorzettingsvermogen van haar moeder, die op het nippertje in leven bleef, overleefde het gezin de ontberingen. Op het eind van de oorlog leek ook het einde van Tineke in zicht. Ze was verlamd en de dokters gaven haar op; echter, ze overleefde. Het vaderloze gezin keerde in 1946 terug in Nederland.

Tineke de Reus behaalde haar hoofdakte kleuterleidster in Breda en ontmoette daar Piet Vis (1922-2006), die leraar was. Hij werd, na lid van de Tweede Kamer te zijn geweest, in 1967 rector van het Professor Zeemanlyceum in Zierikzee. Op de foto staat Tineke naast Piet bij zijn afscheid van de school in 1984. Snel was Tineke geïntegreerd in de Zierikzeese samenleving. Ze viel tijdelijk in op de kleuterschool ‘De Woelwaters’ in de wijk Malta, gaf godsdienstlessen op de openbare lagere scholen, was actief voor Unicef en in de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen. Veertig jaar lang leidde ze de zondagschool, later de kindernevendienst, van de Vrijzinnige Hervormde gemeente in Zierikzee. Al die activiteiten waren aanleiding voor het toekennen van de eremedaille in zilver in de orde van Oranje-Nassau in 1992.

De meeste voldoening vond Tineke Vis-de Reus in het deelgenoot maken van de schooljeugd met haar ervaringen in Indië. Niet dat ze alles vertelde want sommige details waren te gruwelijk, maar wel om de jeugd te leren wat vrijheid betekent. Ook om ze te wapenen als het gaat om minderheden tegenover meerderheden en hoe macht misbruikt kan worden. Ze vertaalde het naar het alledaagse schoolleven waarin pesten een uit te roeien kwaad is.

Huib Uil

Meer nieuws