Afbeelding

Zeeuwse vertellingen door Allie Barth en Albert Kort

Algemeen

Wanneer er een prijs voor het aardigste boek over Zeeland uit 2020 mag worden uitgedeeld, gaat die, wat mij betreft, naar ‘Zeeuwse vertellingen’ van de hand van Allie Barth en Albert Kort. Van beide auteurs verschenen eerder ‘Bevelandse belevenissen’ en ‘Bevelandse vertellingen’. Dit keer gaat het tweetal Zeeland verkennen. Het is volgens dezelfde formule: opmerkelijke verhalen, vlot gepresenteerd en gebaseerd op serieus onderzoek.

Allie Barth is oud-gemeentearchivaris van Goes, Kapelle, Borsele en Noord-Beveland en Albert Kort was docent in Goes. De archieven in Goes bracht hen samen. Gemeen hebben ze ook dat ze hun vondsten willen delen met anderen. In 22 hoofdstukken worden even zovele verhalen verteld, vanaf de middeleeuwen tot het eind van de twintigste eeuw. Alle Zeeuwse regio’s komen aan bod; een deel van de vertellingen bestrijkt heel of een groot deel van Zeeland.

Zierikzee en Schouwen-Duiveland hebben de eer als start te fungeren. Hoofdstuk 1 is gewijd aan de Kroningsfeesten in 1898. Het koningshuis was, vooral dankzij de inzet van koningin Emma, bijzonder populair. Dat was ook te danken aan het prinsesje Wilhelmina, die in 1898 tot koningin werd gekroond. Op de eerste foto zien we de leerlingen van de Zierikzeesche Ambachtschool bij het door hen vervaardigde hek rond de toen geplante Wilhelminalinde in de Poststraat. Boom en hek zijn nog altijd een sieraad, daar dichtbij de Nieuwe Kerk. De auteurs nemen ons mee op een rondrit over het eiland langs alle festiviteiten. Kerkdiensten, optochten, concerten, overal was het feest, soms afgesloten met vuurwerk. Vriendelijke en opgewekte mensen kijken ons aan op de foto van het Havenplein, met de tijdelijke muziektent. Ze hebben strikken op en versierde fietsen bij zich.

Dat ons leger zich tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen ons land neutraal was, vermaakte, blijkt uit het verhaal over mijnen. Op het strand bij Renesse moest een soldaat een aangespoelde mijn bewaken. In plaats daarvan klom hij erop en ging erop springen. De burgemeester van het dorp kwam juist langs en gaf hem een flinke uitbrander. Kort daarvoor, in 1911, raasde een storm over Zeeland. Vooral Bruinisse en zijn vissersvloot werd hard getroffen. We zien hoe de mosselschepen op de dijk bij de haven waren gesmeten. In Schuddebeurs en omgeving hadden ze de moeite genomen de omgewaaide bomen te tellen. Het waren er 1130.

De auteurs nemen ons mee naar Brouwershaven waar de geneeskundige Cornelis Verhoeven, die in deze stad vanaf 1821 werkzaam was, een niet aflatende behoefte had aan jenever. Gecombineerd met plichtsverzuim en een bezoek aan een duister adres – de lezer mag het raden – waren de redenen dat deze gemeentegeneesheer in 1824 bedankt werd.

Een van de meest geruchtmakende zaken van de Zierikzeese Arrondissementsrechtbank betrof veldwachter Klooster. Hij schoot in 1906 zijn echtgenote dood. Zijn autobiografie is bewaard gebleven en berust in de Handschriftenverzameling van het archief in Zierikzee. Klooster schreef eraan in de gevangenis waar hij acht jaar doorbracht. In Dreischor keerde hij later terug, maar nu als evangelist waar hij in de Ring van het dorp het Evangelie bracht.

Nog veel meer is er te lezen, zoals over de natrillingen in Zeeland van de zware aardbeving in Lissabon in 1755. De twintigste eeuw is goed vertegenwoordigd met onderwerpen zoals de stembusfraude in Aardenburg, antisemitisme tijdens de Tweede Wereldoorlog, een handgemeen in Vlissingen bij het standbeeld van Michiel de Ruyter tussen socialisten en nationaal-socialisten in 1937 en nog vele andere vertellingen. De wens van de auteurs om vooral de gewone mensen voor het voetlicht te brengen, is volledig geslaagd.

Het fraai uitgevoerde boekje is verkrijgbaar in de boekhandel. Allie Barth en Albert Kort, Zeeuwse vertellingen, uitgeverij Het Paard van Troje, Goes; ISBN 978-90-71937-96-5, 15 euro.

Huib Uil

Meer nieuws