Afbeelding

Honderd jaar archiefzorg in Zierikzee

Column

Honderd jaar geleden liep een Zierikzeeënaar met een blij gezicht door de straten van zijn vaderstad. Voor hem wenkte het perspectief van een nieuwe baan waarmee een lang gekoesterde droom werkelijkheid werd. De eerste gemeentearchivaris van Zierikzee was benoemd en per 1 november 1920 kon hij aan de slag.

De aanleiding voor de gemeente Zierikzee om een gemeentearchivaris aan te stellen, lag in de Archiefwet, die twee jaar tevoren was vastgesteld. Die beoogde de zorg voor de overheidsarchieven beter te organiseren en naar een hoger niveau te brengen. Voortaan moesten archiefruimten en archivarissen voldoen aan eisen. Het was voor de gemeente Zierikzee aanleiding om zich nader te bezinnen. Daarbij kwam dat men een uitstekende kandidaat had in de persoon van Pieter Dignus de Vos (1866-1942). Hij was sinds 1891 werkzaam op de gemeentesecretarie. Naast het secretariewerk had hij zich ontwikkeld tot een groot kenner van de geschiedenis van stad en eiland. In 1899 was De Vos begonnen aan het ordenen van de stedelijke archieven, toen voor een groot deel geborgen op de zolder van het stadhuis. Maar vanwege het vele werk op de secretarie was dat stil komen te liggen. Het verhinderde niet dat De Vos zich in zijn vrije uren bezig bleef houden met de geschiedenis van Zierikzee.

Op aandrang van Gedeputeerde Staten ging de gemeente Zierikzee ertoe over om De Vos te benoemen tot gemeentearchivaris. Daarbij moest ontheffing verleend worden want De Vos beschikte niet over het in de wet genoemde diploma. Algemeen Rijksarchivaris prof.mr. R. Fruin kende De Vos uit de tijd dat hij in Middelburg had gewerkt en schreef een positieve aanbeveling waarna de minister de ontheffing verleende.

Als archiefruimte werd aangewezen het vertrek aan de oostzijde op de begane grond van het stadhuis, nu een deel van de ontvangsthal van het Stadhuismuseum. Het was eerder in gebruik geweest bij het Kantongerecht, de gemeentebouwmeester en het distributiekantoor. Kasten voor de berging van archivalia, een grote sorteertafel en een kleine werktafel, samen met drie stoelen vormden het meubilair. Eind 1920 werd begonnen met het overbrengen van de archivalia van de zolder naar de nieuwe ruimte.

In 1933 kreeg De Vos weliswaar ontslag, maar bleef hij werken als ambtenaar belast met de zaken van het oud-archief. Vijf jaar later volgde zijn definitieve ontslag. In die laatstgenoemde functie werd hij opgevolgd door de plaatselijke advocaat mr. W. Nieuwenhuysen, vervolgens secretarieambtenaar J.J. de Bruyne en tot slot P. van Beveren. Bij de laatste had De Vos zijn laatste levensjaren doorgebracht. Ook Van Beveren had zich ontwikkeld tot een groot kenner van de geschiedenis.

In 1963 kreeg Zierikzee weer een gemeentearchivaris door de benoeming van C. Postma, tevoren gemeentearchivaris van Vlaardingen. Hij werd in 1968 opgevolgd door Wiebe H. Keikes. Van Beveren, Postma evenals Keikes waren tevens verantwoordelijk voor het gemeentemuseum. Voor de archieven was inmiddels een veel betere ruimte tot stand gekomen in een deel van de voormalige waag. In 1979 ging het Gemeentearchief Zierikzee op in het toen opgerichte Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland. Het was een samenwerkingsregeling tussen zeven gemeenten en het waterschap Schouwen-Duiveland om de archiefzorg naar een voldoende niveau te brengen. Als gevolg daarvan werd Wiebe H. Keikes van gemeentearchivaris streekarchivaris wat hij tot 1984 bleef om te worden opgevolgd door schrijver dezes. Die maakte de omgekeerde transformatie mee door in 1997 van streekarchivaris gemeentearchivaris van Schouwen-Duiveland te worden. In 2002 werden de archieven en verzamelingen overgebracht naar het nieuwe gemeentehuis in Zierikzee. Vanaf 2018 is Ineke van den Broek gemeentearchivaris. Samen met de andere collega’s zorgen zij voor een goed en deskundig beheer.

Huib Uil

Meer nieuws