Afbeelding

1575/1576: de ogen van Europa op Zierikzee

Column

Recent verscheen de nieuwe, bijgestelde canon van de geschiedenis van Nederland. Ruim een kwart daarvan is gewijd aan onze Tachtigjarige oorlog en dat is begrijpelijk. Oranje, ons Wilhelmus, geuzen, 1-april grappen, het zijn elementen die ons eeuwen terugbrengen. De Opstand en de daarop gevolgde oorlog tegen de Spaanse koning Filips II zijn onlosmakelijk verbonden aan Nederland. Vanuit Europa werd die strijd met argusogen gevolgd. Er was een moment, in 1575/1576, toen alle ogen waren gericht op Zierikzee en Schouwen en Duiveland.

Onder keizer Karel V waren de Nederlanden tot een geheel gebracht. Achter die gevel van bestuurlijke eenheid bevonden zich sterk verdeelde gewesten en bevolkingsgroepen. Het derde kwart van de zestiende eeuw bracht grote onrust op politiek, economisch en kerkelijk terrein waarmee Karels zoon, koning Filips II geen raad wist. Hij wenste niets anders dan gehoorzaamheid en onderwerping. Het zorgde voor een onafgebroken reeks van conflicten. Tolk van het verzet tegen de harde politieke lijn werd prins Willem van Oranje.

1572 werd een cruciaal jaar. Onbedoeld veroverden de geuzen Brielle op 1 april van dat jaar. Toen ging het snel. Vlissingen was de tweede stad, Veere de derde en Zierikzee de vierde, die zich, na aandrang, onder het gezag van prins Willem stelden. Vele steden volgden het voorbeeld. Slaagde de landvoogd, de hertog van Alva, erin de opstand in de oostelijke gewesten te onderdrukken, in Holland en Zeeland was dat maar zeer ten dele het geval.

Duidelijk was dat de opstandige gewesten zich konden handhaven. Na vergeefse onderhandelingen in 1575 werd opnieuw naar de wapens gegrepen. Na de verovering van Oudewater in augustus begaf zich een maand later een grote strijdmacht op weg met als doel de verovering van Zierikzee. Daardoor zou een wig worden gedreven in het opstandige gebied. Het bevel was in handen van Cristobál de Mondragón. Het toen ondiepe Zijpe werd doorwaad. Binnen de kortste keren waren Duiveland en Schouwen bezet. Alleen de bezetting van het versterkte Bommenede bood verzet. De inmiddels bekende tactiek van het inunderen werd ingezet waardoor de Spaanse troepen gedwongen werden op afstand te blijven en de stad Zierikzee uit te hongeren.

Aller ogen waren in deze maanden op Zierikzee gericht. Prins Willem deed veel om de stad te behouden. Het was tevergeefs. Na negen maanden moesten gouverneur Arend van Dorp en het stadsbestuur van Zierikzee besluiten tot capitulatie. Op 1 juli 1576 trok Mondragón met een deel van zijn troepen de stad binnen. Voor de inwoners van Zierikzee begon de ellende opnieuw, nog in heviger mate dan tevoren. Een inwoner noteerde dat ze van het vagevuur in de hel terecht gekomen waren. Mondragón verloor de controle over zijn soldaten die tevergeefs uitzagen naar soldij. Op 3 november verlieten hij en zijn laatste soldaten Zierikzee. Vier dagen later, nadat troepen van de prins waren gearriveerd, legde het stadsbestuur en de schutterij een nieuwe eed van trouw af aan de prins van Oranje. De volgende dag, 8 november 1576 werd in Gent de Pacificatie gesloten waarbij de Nederlandse gewesten zich aaneensloten om de Spaanse troepen weg te krijgen. Door branden, plunderingen en het verwoestende water lag het eiland Schouwen als verloren. Het zou twee decennia duren voordat de stad en de eilanden de schade hadden hersteld en de schulden afbetaald. 

In Zierikzee en op Schouwen-Duiveland dragen we de Nederlandse geschiedenis met ons mee vanwege ons aandeel in de strijd tegen de Spaanse koning. Cristóbal de Mondragón en het beleg van Zierikzee staan centraal in de expositie in het Stadhuismuseum, die tot en met 22 november te bezichtigen is. Reserveren via de website www.stadhuismuseum.nl aanbevolen.

Huib Uil

Meer nieuws