Afbeelding

‘Mensen moeten niet vergeten wat er is gebeurd’

Algemeen

Dzenan Halilovic (28) woont nu in Zierikzee, maar werd geboren in Potocari, een dorp in de gemeente Srebrenica. De afgelopen weken waren heel bijzonder voor hem, omdat op zaterdag 11 juli herdacht werd dat 25 jaar geleden de inname van Srebrenica plaatsvond. Daarop volgde de deportatie en genocide van meer dan 7.000 moslimjongens en -mannen door Bosnisch-Servische troepen.

Dzenans vader, Mirza, was 28 toen hij op 16 januari 1993 omkwam bij een bombardement. Dzenan belandde als peuter, met zijn moeder, broer en oma via een opvangcentrum in Slovenië in Brabant, waar hij tot zijn tiende woonde. “Ik was een binnenvetter en bij ons thuis werd er vooral over oorlog en verdriet gepraat. Ik praatte Nederlands met een dik Brabants accent- een Brabo-Bosniër. Zodra ik wist dat we naar Zierikzee gingen verhuizen probeerde ik van mijn accent af te komen. Dat was ook belangrijk voor mijn raps, waarin ik mijn gevoelens kon uiten.” Als Mastah D schreef hij zijn raps, eerst in het Engels, later in het Nederlands. Op 16 januari 2013 maakte hij een speciale rap voor zijn vader, op de dag dat die twintig jaar geleden omgebracht werd. Hij lijkt op zijn vader, door de jaren heen krijgt hij dat te horen als hij in Bosnië is. “Ik leer daar steeds meer mensen kennen en die zijn soms in shock. Bij mijn neef kwam een oude man langs en hij kon niet met mij in één ruimte zijn. ‘Het was alsof ik Mirza zag,’ zei hij. Ergens maakt het me ook wel trots, dat mijn vader nog bij zoveel mensen in hun gedachten is.” Dzenan is nu 28, de leeftijd die van zijn vader toen deze omkwam. Zijn opa werd ook maar 28. “Nu is het aan mij om het goed te doen. De vaderfiguur te zijn die ik zelf nooit had. Ik wil mijn kinderen alle liefde geven en mijn best doen.”

Dit jaar herdacht Dzenan Srebrenica thuis, met een speciale Bosnische bloem opgespeld: een symbool met witte blaadjes, die staan voor treurende vrouwen. Zijn kinderen, van 5, 4 en 1, zijn zich nog niet heel erg bewust van de herdenking. Hij vertelt ze er wel steeds meer over en ze hebben het ook over het schilderij in de kamer, waarop opa Mirza Halilovic te zien is, naar wie Dzenans oudste zoon Mirza (5) vernoemd is.

“Normaal gesproken zou ik op zaterdag 11 juli met de Vredesmars in hebben meegelopen- die begint in Wassenaar en dan leg je 11 kilometer af, als symbool voor de datum van 11 juli, met tussendoor momenten waarop toespraken gehouden worden, onder andere bij de gevangenis waar Mladic nog steeds zit. De Vredesmars eindigt op het Plein in Den Haag. Maar ook dat ging dit jaar anders. Achteraf zag ik dat er wel toespraken waren, maar met een beperkt aantal mensen.” Dzenan ervoer de afgelopen week als intensief en hij vindt het goed dat er zoveel aandacht was voor Srebrenica op tv en social media.

“Mensen moeten niet vergeten wat er is gebeurd, 18 uur hier vandaan, binnen Europa, vond de grootste genocide plaats van na de Tweede Wereldoorlog. Tienduizenden mensen zijn overleden, vanwege hun ras, etniciteit of geloof. En dat terwijl ze vóór die tijd vreedzaam samenleefden.” Mensen stelden hem vragen en jongeren vertelden hem regelmatig dat ze nog nooit eerder over Srebrenica hadden gehoord en wat daar gebeurd was. Het is tijd dat er ook op school aandacht aan deze zwarte bladzijde in de geschiedenis besteed wordt en dat gaat ook gebeuren, vertelde Dzenans vroegere geschiedenisdocent Thomas Korporaal hem. Hij nodigde Dzenan zelfs uit voor gastlessen in het nieuwe schooljaar. “Dat lijkt me interessant om te doen,” antwoordde Dzenan gelijk.

Meer nieuws