Afbeelding

De pest

Column

Het coronavirus houdt de wereld in zijn greep. Een dergelijke, wereldwijde ziekte, die zich razendsnel verspreidt, is iets heel bijzonders. Daarbij speelt het grote aantal slachtoffers nadrukkelijk mee. Regelmatig is het woord ‘uitzonderlijk’ gevallen. Dat is begrijpelijk. Toch hebben ook in het verleden regelmatig epidemieën de bevolking gedecimeerd. Daarbij werd verwezen naar de Spaanse griep in 1918/1919. De schattingen van het aantal slachtoffers lopen uiteen van 20.000 tot 100.000. Het aantal overledenen was zelfs meer dan al degenen die in de Eerste Wereldoorlog, 1914-1918, waren gesneuveld. In tegenstelling tot nu, waar het in China begon, startte de Spaanse griep naar alle waarschijnlijkheid in de Verenigde Staten en werd het via soldaten overgebracht naar Europa. Omdat Spaanse kranten de eerste waren die erover berichtten, ging het virus de geschiedenis in als de Spaanse griep.

Toch moeten we vooral denken aan de ziekte die nog veel meer slachtoffers vergde, namelijk de pest. Zo overleed als gevolg van een van die pestepidemieën in het midden van de veertiende eeuw een derde deel van alle inwoners van Europa, enkele tientallen miljoenen. Van de veertiende tot en met de negentiende eeuw traden er regelmatig pestepidemieën op, in onze contreien tot in de zeventiende eeuw. Nu is de ziekte zeldzaam geworden.

Lang verkeerde men in onzekerheid over de oorzaak. We weten nu dat de pestbacillen worden overgebracht door vlooien die zich vooral op ratten vasthechtten. De builen- en de longpest waren de twee meest voorkomende varianten. In het ene geval kreeg de patiënt grote builen; ruim een derde van de slachtoffers overleed eraan. Lijders aan de longpest overleden sneller: binnen twee dagen.

Ook middeleeuws Zierikzee werd getroffen door de pest. Daarbij moeten we bedenken dat de pest ook als een verzamelterm gold. Ook andere besmettelijke ziekten zoals pokken en mazelen kunnen daaronder begrepen zijn. Dat het echter bij grote epidemieën om de pest ging, was buiten twijfel. In de tijd zelf werd vooral gedacht aan de lucht als verspreider.

In Zierikzee woedde in 1518 een pestepidemie die naar verluid drieduizend mensenlevens kostte. Is dat gegeven correct dan zou gedacht moeten worden aan ongeveer de helft van de bevolking. Ruim datzelfde getal wordt voor 1532 opgegeven. Die getallen zijn vermoedelijk te hoge schattingen, maar dat geldt niet voor het cijfer dat voor 1557 wordt genoemd: 1121 personen. Daar geldt het bijna een vijfde deel van het aantal inwoners.

De lijders aan de pest werden opgenomen in het Sint Rochushuis, dat stond aan de Hoge Molenstraat op de plaats waar nu het verzorgingshuis de Wieken staat. Openbaarde de pest zich, dan werd dit huis in gereed gebracht. Dat gebeurde onder meer in 1624. De epidemie eiste toen 56 doden. Bij de bouw van de Wieken kwamen talloze schedels en skeletten tevoorschijn, afkomstig van pestlijders die op het kerkhof, achter het pesthuis, waren begraven. In tijden van epidemieën werd door het stadsbestuur een pestmeester aangesteld, die belast was met de verzorging van de lijders en gehuisvest werd in het Sint Rochushuis.

In 1655 stak de pest opnieuw op. Als voorzorgmaatregel werd besloten niet meer gebruik te maken van het pesthuis maar lijders onder te brengen in het Leprozenhuis aan de Grachtweg, dat stond dichtbij de plaats waar later de Joodse begraafplaats werd aangelegd. In dat huis waren lepralijders verpleegd. In 1666 was er voor de laatste keer een pestepidemie in Zierikzee. Telkens weer waren het momenten waarop de bevolking tot verootmoediging werd gebracht. Steun zochten ze bij God, de bestuurder van alles, en die kon hen verlossen van de epidemie. Waar niemand kon helpen, was (en is) er altijd nog een weg open: naar boven!

Huib Uil

Meer nieuws