Afbeelding

Bruinisse op het eind van de Tweede Wereldoorlog

Column

Door middel van tal van activiteiten wordt ook op Schouwen-Duiveland herdacht dat het in 2020 75 jaar geleden is dat Nederland bevrijd werd en een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. In dat kader wordt ook aandacht gegeven aan het laatste oorlogsjaar toen het eiland geconfronteerd werd met het oorlogsgeweld.

Van alle plaatsen op Schouwen-Duiveland was het Bruinisse dat het meest te lijden heeft gehad van de oorlog. Dat heeft te maken met het verloop ervan. In 1944 werd het duidelijk dat de geallieerden een nieuw front zouden starten door een aanval op West-Europa. Het Duitse leger was onkundig van de plaats van de invasie. Hoewel minder aannemelijk werd er ook rekening meegehouden dat het doelwit de Zeeuwse eilanden zouden zijn.

Om een invasie te bemoeilijken besloot de legerleiding tot het onder water zetten van onder meer Schouwen-Duiveland. Op 12 februari kregen de waterschappen en polders de opdracht de afwatering onmiddellijk te stoppen. In maart volgde de evacuatie van het grootste deel van de bevolking. Alleen die in de Westhoek van het eiland mochten blijven en een gering aantal in vooral Zierikzee. In Bruinisse werd ook het overgrote deel van de bevolking gedwongen weg te gaan. Op 1 juni 1944 waren er nog slechts 27 inwoners over, een aantal dat zou groeien tot 64. Hun aanwezigheid werd door de bezetter nodig geacht voor diverse werkzaamheden.

Op 6 juni 1944 vond de lang verwachte invasie plaats door de landing van een grote troepenmacht op de stranden van Normandië. Vanaf september kwam Bruinisse in de vuurlinie kwam te liggen. In de daarop volgende maand wisten de geallieerden de strijd om de toegang tot de Westerschelde te winnen. Op 4 november trokken twee Canadese legeronderdelen Sint Philipsland binnen. Daarmee was geheel Zeeland bevrijd met uitzondering van Schouwen-Duiveland waar de Duitse troepen het bevel kregen zich tot het uiterste te verdedigen. De strijd aan de oostzijde van het eiland concentreerde zich vooral op de veer- en vluchthaven en de bunkers van de Duitsers, waarop op 17 september een bombardement plaatsvond.

In de loop van oktober en november vonden herhaalde aanvallen plaats op de Vluchthaven. Ook Bruinisse zelf werd bestookt. De beschietingen richtten veel schade aan. Op 5 november voerden het Lake Superior Regiment een aanval uit op schepen in de Vluchthaven om ze onklaar te maken. Aan Duitse zijde vielen doden en gewonden. Nog diezelfde dag zetten deze Canadese soldaten voet aan de Duivelandse wal. Opnieuw deden ze dat een dag later en verkenden de situatie in Bruinisse, maar weer trokken ze terug met meeneming van enkele Duitse militairen.

Vanaf Anna Jacobapolder bleven de Canadezen Bruinisse en omgeving onder vuur nemen. Op 2 december kregen de laatste bewoners opdracht weg te gaan. In de veronderstelling dat zich in Bruinisse nog steeds een Duitse bezetting bevond, volgde op 5 januari 1945 een groot bombardement. De kanonnen stonden opgesteld in de Henriëttepolder, even ten noorden van het dorp Sint Philipsland. Het grootste deel van Bruinisse werd in puin geschoten. Drie van de vier kerken werden verwoest of zwaar beschadigd. 158 woningen lagen in puin, 109 waren zwaar beschadigd, 584 licht. Een deel van die schade was veroorzaakt door de eerdere beschietingen. Er vielen geen slachtoffers want er was niemand achtergebleven.

Zo is het te verklaren waarom veel in Bruinisse nieuw is want een groot deel van de huizen en panden dateert van na de oorlog. De inwoners konden vanaf mei 1945 terugkeren, maar een deel moest wachten op nieuwe huisvesting.

Huib Uil

Meer nieuws