Vluchtelingen nemen kijkje in Watersnoodmuseum

In de tweede Kamer werd het recent nog besproken als idee, maar in Ouwerkerk gaat het vandaag gebeuren. Een groep inburgeringskandidaten uit Amsterdam brengt een bezoek aan het Watersnoodmuseum om daar meer te horen over hoe het kan dat Nederlanders leven in een land dat grotendeels onder zeeniveau ligt. En hoe dat zo is gekomen. Het gezelschap uit Amsterdam bestaat uit cursisten van NedLes, een organisatie gespecialiseerd in Nederlandse les voor anderstaligen en inburgeringscursussen. Alle verplichte inburgeraars moeten ook het examen Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM) doen.

Een excursie naar Zeeland met daarin twee belangrijke elementen uit de Nederlandse geschiedenis: het nationale kennis- en herinneringscentrum Watersnood 1953 (kortweg het Watersnoodmuseum) en de Oosterscheldekering sluiten goed aan op de kennis die met dit examen getest wordt, zo meent NedLes.

In het Watersnoodmuseum krijgen de circa 25 vluchtelingen met een status en overige cursisten Nederlands als tweede taal een rondleiding en uitleg over de gebeurtenissen van 1 februari 1953. Overlevende van de watersnood Pieter van der Hulle vertelt iets over zijn ervaringen in 1953 en internationaal watergezant Henk Ovink wil samen met de vluchtelingen kijken welke vergelijkbare verhalen er zijn met betrekking tot water en waterbewustzijn wereldwijd. Wat zijn de ervaringen in hun land van herkomst. Op het gebied van overstromingen, maar ook op het gebied van drinkwater en de schaarste er van. De cursisten