Meisjes positiever over buitenschoolse opvang dan jongens

Algemeen

Meisjes zijn over het algemeen positiever over de buitenschoolse opvang dan jongens.Vooral het speelgoed, de regels en de activiteiten krijgen een betere waardering van de meisjes. Jongens zijn wel meer tevreden over de andere kinderen in de buitenschoolse opvang. Kinderen zijn het meest enthousiast over de leiding; zeven van de tien kinderen vinden dat ze leuke begeleiders hebben. Deze uitkomsten zijn afkomstig uit gegevens die de Zeeuwse Jeugdmonitor sinds 2003 verzamelt via enquêtes onder de leer-lingen uit groep 6, vooral 9- en 10-jarigen. In het voorjaar van 2014 werd de enquête voor de vierde keer afgenomen. Aan de enquête werd meege-daan door 2026 kinderen van groep 6 in het Zeeuwse basisonderwijs, overwegend 9- en 10-jarigen, wat neerkomt op een respons van 46%.

Eén op de zeven Zeeuwse kinderen in groep zes gaat naar de buitenschoolse opvang. Tussen 2006 en 2010 is het aandeel kinderen dat naar de buitenschoolse opvang gaat in Zeeland toegenomen, hierna is het weer gestabiliseerd. Dit komt overeen met landelijke ontwikkelingen.

Bijna de helft van de kinderen (die naar de buitenschoolse opvang gaan) gaat één keer per week naar de buitenschoolse opvang. Bijna vier van de tien gaan er twee dagen per week naar toe. De Zeeuwse kinderopvangorganisaties geven aan dat er een afname is in het aantal dagen dat kinderen naar de buitenschoolse opvang gaan.

Tussen de Zeeuwse gemeenten bestaan er aanzienlijke verschillen. Kinderen die in Reimerswaal wonen gaan nauwelijks naar de buitenschoolse opvang. In de gemeente Middelburg gaat één op de zes, in Terneuzen gaat één op de vijf en in Hulst gaat ruim één op de vier kinderen naar de buitenschoolse opvang. Eén van de ver-klaringen van de verschillen tussen gemeenten is de invloed van het geloof; in ge-meenten waar veel gezinnen wonen van reformatorische gezindte wordt bijna geen gebruik gemaakt van de buitenschoolse opvang.

Meer nieuws