Column Jeroen Wielaert
Column Jeroen Wielaert

Column Jeroen Wielaert

Algemeen

Voor Fransen ligt Neeltje Jans in de mond als een kasseistrook, scherp en hobbelig van onuitspreekbaarheid.Zo is het ook met Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland: een Franse tong rijdt er lek. Het is daarom dat de aankomst van de tweede etappe van de Tour de France 2015 Zélande is genoemd. Het is goed voor de marketing van heel de provincie. Het komt er zangerig uit. Maar in Zeeland zelf zijn ze er geen kei in om er echt een groots traject van te maken. Ik herinner me de binnenkomst van het Zeeuwse deel van de Giro d’Italia, mei 2010. De etappe was door uitpuilend Leiden gegaan en dan, na Spijkenisse, Zeeland in. Het was er zo stil, dat ik me afvroeg of ik ergens een afslag had gemist. Aan de pijlen te zien reed ik toch over de route van de Giro. De Italiaanse ronde trok door een Zeeuws vacuum. In Middelburg was alles anders. Het publiek stond er rijen dik, intense drukte in Walcheren. Het was niet lang na Koninginnedag en het bezoek van Beatrix zélf, met gans haar gevolg. Wouter Weylandt won, tussen de klassieke Zeeuwse gevels. Het was een jaar voordat de Vlaming verongelukte in een Italiaanse bocht – in de toekomst verborgen onheil. In Middelburg liet de toenmalige commissaris van de Koningin Karla Peys zich ontvallen: ‘Ik vond de Giro leuker dan Koninginnedag…’ Het is vijf jaar verder. Bij mij in Utrecht is de Tour al lang begonnen, maanden voor de heuse Grand Départ die er kwam na elf jaar streven. Het was korter toch dan de lange, lange lobby van Zeeland om eindelijk een Touretappe op het droge te krijgen. Tentoonstellingen, concerten, talkshows, een klimtijdrit in een parkeergarage: al vanaf eind maart is het Tour de France onder de Dom. Wat een contrast met het voorjaar van 2002. Toen wilden ze er in Utrecht niet aan. De volksmond sprak: ‘De Tour de Frááns, in Utreg? Da kan nie, daar is het stadsjie te klain voor!’ De gewone Utrechter bleek een Zeeuw. Zuinig, in zichzelf gekeerd, achter een dijk van blindheid. Natuurlijk kon het wel, wist ik. De Tour was waarachtig uit kleinere steden vertrokken, bijvoorbeeld uit Den Bosch. Geloof, daar ging het om, de moraal om door te zetten. Dat is ook altijd ook zo geweest met de Tourlobbyisten uit Zeeland. Ik ben ze vaak tegengekomen in Frankrijk, in weer een nieuw Village Départ, marktplein voor het voorlopige aanprijzen van je stad, je provincie. In ons Zeeuws-Vlaamse huisje onder Breskens sloeg ik in mei een PZC open. Ik zag een cartoon van een dommelig Zeeuws weidelandschap, met een koe prominent op de voorgrond. ‘De Tour leeft in Zeeland’, stond onder de treffende prent. Het was een paar weken voor de Statenvergadering waarin PvdA-gedeputeerde Ben de Reu ternauwernood de extra 250.000 euro voor de Tour-beveiliging binnenhaalde. Ik las dat de stemming de provinciale SGP had verscheurd. Scherpe rafels tussen principes en passie. Extra geld voor een goede culturele omlijsting was er nog steeds niet – reden waarom Leo Hannewijk was afgehaakt als organisator van een breed Zeeuws aanloopevenement. Op een nieuwe rit van Utrecht naar Zeeuws-Vlaanderen heb ik eind mei het Zeeuwse Tourtraject van 2015 opgezocht. Op Goeree-Overflakkee was het weer net als in 2010, doorkomst Giro. Geen mens te zien. Door ging het naar Schouwen-Duivenland. De Marina Port Zelande lag goed vol met jachten. Renesse was klaar voor nieuwe, wilde jeugd. Ik zag markante knollen in de wei staan, robuuste kerktorens rezen op – markante beelden van Schouwen. Ik naderde de Oosterscheldekering. In Burgh-Haamstede reed ik langs de krachtige horeca-combine van De Heeren van Schouwen en Het Vissershuis. Aan niets was te zien dat ze klandizie wilden lokken voor de komst van de Tour. Geen gele trui te zien, zoals zoveel etalages in Utrecht. Was het de strengheid van het geloof, bij het naderen van die Roomse ronde? Dat vroeg ik me af, bij zo weinig vertoon van hartstocht. Het kwam me voor dat ze niet inzagen wat er komen ging, dat ze niet wilden geloven hoe essentieel ze zijn, als schakel op die ene mirakelse zondag dat de Tour de France gaat aankomen op dat onuitsprekelijke Neeltje Jans. De beelden van de moderne waterkering zullen de wereld overgaan. ‘Het is een semi-aankomst in zee,’ heeft Tourdirecteur Christian Prudhomme gezegd. Van Renesse tot Westerschouwen moeten ze er toch trots op zijn dat het bij het aanrijden niet kan zonder Schouwen-Duiveland.

Meer nieuws