Pesten op school blijft hardnekkig probleem
Pesten op school blijft hardnekkig probleem

Pesten op school blijft hardnekkig probleem

Algemeen

Acht op de tien Zeeuwse kinderen in groep zes van het basisonderwijs worden nooit of bijna nooit gepest, maar de kinderen die gepest worden, worden heel vaak gepest.Het pesten vindt ‘t meest plaats op schoolplein en op straat maar ook steeds meer in de klas, vooral bij meisjes. Kinderen worden vooral uitgescholden maar ook uitgelachen of buiten gesloten. De groep kinderen die zegt zelf te pesten is flink afgenomen. Negen van de honderd Zeeuwse kinderen worden naar eigen zeggen heel vaak gepest. Tien jaar geleden ging het nog 'slechts' om twee van de honderd kinderen.

Tegenover de ongunstige ontwikkeling van meer kinderen die heel vaak gepest worden, staat de gunstige ontwikkeling dat tegenwoordig veel meer kinderen nooit of bijna nooit gepest worden. Bij de enquête van 2014 gaven acht van de tien kinderen aan nooit of bijna nooit gepest te worden. Bij de drie eerdere enquêtes waren dat er telkens zes van de tien die nooit of bijna nooit gepest werden. De tendens dat het pesten intensiever wordt, blijkt ook uit landelijk onderzoek.

De hier genoemde ontwikkelingen zijn afkomstig uit de Jeugdmonitor enquête ba- sisonderwijs die Scoop sedert 2003 om de vier jaar uitvoert. Aan de enquête in 2014 werd meegedaan door 2026 kinderen van groep 6 in het Zeeuwse basisonderwijs, overwegend 9- en 10-jarigen. Pesten komt het meest voor op het schoolplein, op straat en in de klas. Pesten in de klas komt tegenwoordig meer voor (2003: 23%, 2014: 33%) en thuis gepest worden komt iets minder voor (2003: 25%, 2014: 20%). Bijna één op de tien kin- deren wordt (ook) op internet gepest (2014: 9%). Dat is evenveel als bij de vorige enquête uit 2010 en een verdubbeling sinds de eerste enquête van 2003 (2003: 4%). Geconcludeerd kan worden dat 9- en 10-jarigen relatief weinig via internet gepest worden. Vergeleken met meisjes worden jongens wat vaker op straat gepest en meisjes wat vaker in de klas (2014 op straat gepest worden: jongens 48%, meisjes 37% en in de klas gepest worden: jongens 27%, meisjes 39%).

Uitschelden (zes op de tien gepeste kinderen) en uitlachen (de helft) vindt het meest plaats, gevolgd door niet mee mogen spelen, slaan of schoppen en dreigen met in elkaar slaan. Uitlachen komt vaker voor dan in 2010 (2010: 39%, 2014: 49%) maar verder is het ongeveer hetzelfde gebleven. Als we kijken naar verschil- len tussen jongens en meisjes zien we dat meisjes vaker niet mee mogen spelen (2014: jongens 27%, meisjes 41%). Bij jongens komt het meer voor dat ze worden uitgescholden (2014: jongens 65%, meisjes 51%), geslagen en geschopt (2014: jongens 33%, meisjes 21%) en veel meer dat ze bedreigd worden (2014: jongens 24%, meisjes 9%). Er werd ook gevraagd hoe vaak ze zelf pesten. Minder dan één op de tien zegt zelf ook te pesten. Bij de eerste enquête in 2003 gaf één op de drie kinderen toe het wel te doen. Het lijkt dus zo te zijn dat er minder pesters zijn die een steeds grote- re groep kinderen heel vaak pest.

Meer nieuws