Scheldestromen plaatst zandvanger bij Renesse

Een medewerker van waterschap Scheldestromen heeft samen met een medewerker van Bartels Grondwerken B.V. een innovatieve oplossing bedacht om verstoppingen in het watersysteem te voorkomen die veroorzaakt worden door zand uit de duinen. De zogenoemde zandvanger bij gemaal Oosterenban in Renesse is een ingegraven bak waarin zand kan bezinken zodat het niet verder in het watersysteem terechtkomt. Waterschapper Jan van Driel en Cees van der Kraan van Bartels Grondwerken B.V. legen de zandvanger om de hoeveelheid zand te meten die de zandvanger opvangt.

Vanuit het duingebied in de Kop van Schouwen spoelen kleine zanddeeltjes mee het watersysteem in, tot wel kilometers ver. Op zogenoemde luwteplekken, plekken waar het stromende water tot stilstand komt, bezinkt het zand en vormt het zanddrempels. Deze drempels veroor- zaken verstoppingen in de smalle slootjes waardoor de slootjes ondieper worden, de water- doorvoer stremt en uiteindelijk wateroverlast kan ontstaan.

Jan van Driel en Cees van der Kraan werken veel in het gebied samen voor het onderhoud van de sloten. Van Driel:,,Om de waterdoorvoer in de smalle slootjes in Schouwen te behouden is het nu noodzakelijk om eens in de twee of drie jaar te baggeren in plaats van eens in de acht jaar. Dat is wel heel extreem. We hopen met deze oplossing de waterdoorvoer beter te be- houden zodat we uiteindelijk minder kosten moeten maken om het watersysteem hier op Schouwen goed te laten functioneren.”

Op een plek aan het begin van het watersysteem vlak achter gemaal Oosterenban is de zandvanger geplaatst. Een stuk van de slootbodem is verhard met beton en halverwege is een con- tainerbak ingegraven. Boven de bak hangen twee flappen die ervoor zorgen dat het stromende water tot stilstand komt en zand kan bezinken. Het zand blijft op de verdiepte bodem van de bak achter en het water stroomt verder het slotenstelsel in. Met de knijper van een vrachtwagen wordt het achtergebleven zand uit de bak geschept. Doordat de zandvanger vlak achter het gemaal ligt, kan na verloop van tijd exact gemeten worden hoeveel zand er achter blijft na een bepaald aantal pompuren van het gemaal. ,,Als de zandvanger echt een succes blijkt te zijn, kunnen we dit idee verder ontwikkelen en in verschillende soorten en op ver- schillende plaatsen inzetten.”