Slachtoffers Ramp opgraven voor DNA

Algemeen

Op Schouwen-Duiveland worden vanaf 10 september 32 onbekende slachtoffers van de Watersnoodramp van 1953 opgegraven met als doel alsnog hun identiteit vast te stellen. Met toestemming van burgemeester Gerard Rabelink graven de politie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) alle ongeïdentificeerde slachtoffers op om DNA-materiaal af te nemen. De DNA-profielen van de onbekende doden worden vervolgens opgenomen in de DNA-Databank voor Vermiste Personen. Een vergelijk met de DNA-profielen van familie van de vermiste personen geeft mogelijk een match en daarmee een slachtoffer alsnog een identiteit.

[banner] De opgravingen maken deel uit van een landelijk project waarmee de politie met hedendaagse DNA-technieken onbekende stoffelijke overschotten die zijn begraven tussen 1920 en uiterlijk 2010 wil identificeren. Naast de 32 onbekende slachtoffers van de Watersnoodramp worden op Schouwen-Duiveland in september nog dertien andere onbekende personen opgegraven. Tijdens een landelijke inventarisatie heeft de politie tot nu toe 350 graven met onbekende personen van voor 2010 in kaart gebracht. Van al deze personen is nog geen DNA-profiel in de DNA-Databank voor Vermiste Personen aanwezig omdat dit tot 2010 niet verplicht was. Door een wetswijziging is het inmiddels verplicht van ieder ongeïdentificeerd stoffelijk overschot eerst DNA af te nemen voordat het lichaam wordt begraven. Door deze opgravingen en DNA-afname worden nu ook de profielen van de ongeïdentificeerde personen van voor 2010 in deze databank opgeslagen. Daarnaast worden ook de DNA-profielen van vermiste personen en/of familieleden opgeslagen. Omdat de watersnoodramp in veel Zeeuwse gemeenten nog steeds een gevoelig onderwerp is, is in het traject naar de besluitvorming in Schouwen-Duiveland een klankbordgroep in het leven geroepen. Die groep bestaat uit personen die ooggetuige zijn geweest van de ramp en/of een representatieve positie bekleden in de maatschappij, zoals een dominee en de voormalige directeur van het Watersnoodmuseum. De burgemeester van Schouwen-Duiveland en de klankbordgroep zijn in die gesprekken gezamenlijk tot de conclusie gekomen de mogelijkheid van identificatie te willen bieden, ondanks alle gevoeligheden. De politie roept familieleden van vermiste slachtoffers van de Watersnoodramp maar ook van andere langdurige vermisten op, om hun DNA af te staan. Door te bellen met 0900-8844 kan men een afspraak maken bij de afdeling forensische opsporing van de politie in hun woonplaats. Het vergelijken van DNA-profielen via de databank kan er uiteindelijk toe leiden dat onbekende slachtoffers toch nog een identiteit krijgen en bij nabestaanden de onzekerheid over het lot van de vermiste wordt weggenomen.

Meer nieuws