Forse eis na aanrijding door roekeloze scooterrijder

Een 32-jarige inwoner van Zierikzee kon maandag op een vraag van de rechtbankpresident niet verklaren waarom hij op zijn bromscooter na het aanrijden van een fietser op de parallelweg in Oosterland was doorgereden. ,,Ik weet niet waarom ik niet ben gestopt.” De officier van justitie vond bewezen dat verdachte die bewuste dag (2 september 2011) roekeloos en zeer onoplettend had gereden, waardoor een vrouw zwaar lichamelijk letsel (zware hersenschudding en botbreuk in de oogkas) opliep. Zij eiste 200 uur werkstraf en drie maanden voorwaardelijke gevangenisstraf met reclasseringstoezicht, ook als dat een klinische behandeling voor zijn alcohol- en drugsverslaving  inhoudt. Daarnaast vond ze voor het rijden zonder rijbewijs 210 euro boete een passende straf. ,,Een rijontzegging helpt niet, want hij heeft geen rijbewijs.”

[banner]

De Zierikzeeënaar had volgens de officier onder invloed van medicijnen, die de rijvaardigheid beïnvloeden, onnodige risico’s genomen door slingerend heen en weer en met opzet in de richting van een aantal fietsers te rijden. Hij zag het als een geintje en wilde stoer doen. Dat leidde uiteindelijk tot het aanrijden van de vrouw, die van haar fiets viel en hard met haar hoofd tegen de grond smakte. Ze werd afgevoerd naar het ziekenhuis. Getuigen hadden de man even zien omkijken toen hij op zijn bromscooter ervan doorging. De officier rekende hem dit zwaar aan. ,,Ik maak me ernstig zorgen dat hij niet wilt inzien wat hij gedaan heeft, zonder zich te bekommeren om het slachtoffer.” Ook werd hem door de officier zeer kwalijk genomen dat hij later niet meer heeft geïnformeerd naar haar toestand. Uit de verklaring van het slachtoffer bleek dat ze vier maanden had gekampt met de naweeën (hoofdpijn, duizelig, vermoeidheidsverschijnselen) van haar val. Ze wist zich er niets van te herinneren. ,,Ik kwam bij in het ziekenhuis.” Het had haar emotioneel flink geraakt.

,,Als je iemand aanrijdt en vervolgens doorrijdt dan denk ik dat dit moedwillig is gebeurd.” De verdachte werd hiermee geconfronteerd. ,,Dat is niet leuk”, was het enige wat hij kwijt wilde. De politie spoorde aan de hand van getuigenverklaringen de verdachte op. Een van de rechters had de indruk dat de man met grote problemen kampte. Zo was eerder een poging tot afkicken van zijn alcohol- drugsverslaving mislukt. De raadsman meende dat er geen sprake was van zwaar lichamelijk letsel. Hij vroeg daarmee rekening te houden. Ook vond de advocaat dat het tijdsverloop mee gewogen moest worden in de strafmaat. De rechtbank doet 29 maart uitspraak.