Grevelingen met elf soorten toplocatie voor orchideeën

Algemeen

De Grevelingen is uitgegroeid tot een toplocatie voor orchideeën. Zowel op de eilandjes in het meer als op de oevers rondom zijn nu al elf soorten orchideeën geregistreerd. ,,Naar Nederlandse maatstaven is dit uitzonderlijk”, zegt boswachter William van der Hulle van Staatsbosbeheer. ,,En het gaat niet slechts om hier en daar wat plukjes orchideeën, nee, ze komen massaal voor. Het zijn er zóveel, dat ’t oneerbiedig gezegd bijna onkruid is geworden.” De meeste soorten staan op openbare plekken, die makkelijk toegankelijk zijn voor de duizenden recreanten die deze weken weer naar de Grevelingen trekken. Soms groeien ze zelfs tussen de watersporters en badgasten in zonder dat deze daar erg in hebben. Maar hoewel ze in weelderige aantallen voorkomen, mogen de orchideeën beslist niet geplukt worden. Ze vallen onder de Flora- en Faunawet, ze zijn beschermd. Wie ze uitgraaft, riskeert een fikse boete. Desondanks, weet Staatsbosbeheer, stelen kwaadwillenden soms de zeldzame soorten, zoals de herfstschroeforchis. Van der Hulle, die opereert vanuit de Haven van Bommenede, herkent deze illegale praktijken door de kuiltjes die de orchisdieven achterlaten. Het meenemen van de planten om ze in eigen tuin te kweken, heeft echter geen enkele zin, maant hij. ,,Ze gaan geheid dood, omdat in vreemde grond de schimmels ontbreken die orchideeën nodig hebben om te overleven.” Vorig jaar zijn de orchideeën in ieder geval met rust gelaten, meldt Van der Hulle opgelucht. ,,We hebben geen misstanden met uitspitten geconstateerd.” Nog korte tijd valt rond de Grevelingen te genieten van alle pracht aan orchideeën: dit is hun groei- en bloeitijd. Straks, als de zomer zijn hoogtepunt nadert, is het alweer voorbij, behalve voor de herfstschroeforchis. Zoals zijn naam aanduidt, bloeit hij in de nazomer of begin van de herfst. De orchideeën in en rond de Grevelingen hebben hun opkomst en voorspoed te danken aan de Deltawerken, doceert Van der Hulle.

[banner]

,,Het is niet zo’n ingewikkeld verhaal: na de afsluiting van het Grevelingenmeer in 1971 kwamen de aanwezige zandplaten droog te liggen. Normaal was er een getijslag van drie tot vier meter, waardoor de zandplaten bij vloed steeds onderspoelden. Maar na de aanleg van de Brouwersdam en Grevelingendam vielen eb en vloed weg. De waterstand werd min 20 NAP; de zandplaten lagen ineens permanent bloot en droog.” Dit had grote gevolgen. Niet alleen voor de zandplaten Hompelvoet, Veermansplaat, Stampersplaat en Dwars in de Weg, ook voor de schorrengebieden: de Slikken van Flakkee en de Slikken van Bommenede. ,,Na verloop van tijd raakten ze begroeid, met duindoorn, wilgen, grassen en vooral met planten die tegen zout water kunnen, zoals zeekraal, schorrenkruid en ziltezegge.” Doordat het meer nog steeds in verbinding stond met de Noordzee, bleef de Grevelingen zout, maar het curieuze is nu dat de eilandjes juist steeds zoeter werden. En dit geldt niet alleen voor de zandplaten, ook voor de nieuwe, kunstmatige eilandjes die in de Grevelingen zijn gemaakt van opgespoten zand, dat vrijkwam bij het uitdiepen van vaargeulen: Ossehoek, Archipel en Mosselbank. Van der Hulle legt dit fenomeen uit: ,,Elke regenbui die op die eilandjes of op de oevers valt, kan niet weg. Zoet water is lichter dan zout water en het zoute water sluit het regenwater op. Het houdt ’t gevangen. De huidige grondwaterstand van zoet water is nu al achttien meter diep op die eilanden, en dat gaat maar door, want het kan niet weg. En dáárdoor kwamen er op den duur zoetwaterplanten, steeds meer, die ook nog eens allemaal hard groeien. De Grevelingen biedt ze de ideale omstandigheden”. Er spelen evenwel meer factoren mee, vervolgt Van der Hulle, want niet iedere orchideesoort gedijt op elke willekeurige plek. ,,Sommige soorten zijn plaatsafhankelijk. Bijvoorbeeld orchideeën die van een kalkrijke bodem houden. Op de zandplaten treffen die soorten het: het zoete water stroomt er niet weg en het kalk spoelt er niet uit. Daardoor kunnen de rietorchis, de vleeskleurige orchis en de moeraswespenorchis er aarden en overleven.” Minstens zo belangrijk voor andere soorten is dat er beheersmaatregelen worden getroffen in de natuurgebieden. Van der Hulle: ,,Wij willen de eilanden en de slikken open houden. Er mag geen wildgroei aan bomen en struiken komen, want dat hindert kustbroedvogels als strandplevier, visdief en kluut. Dat openhouden doen we door die gebieden te laten begrazen door koeien en paarden. Maar er is één nadeel: geen enkel dier eet kruipwilg. En kruipwilg groeit overal, door de hele Grevelingen heen. Daarom moeten we maaien, anders wordt het toch stiekem een bos”. Weer zo’n merkwaardig feit doet zich nu voor. ,,Dat maaisel blijft liggen. De bovenste laag verzuurt, daardoor ontstaat humus. En dankzij dat humus krijg je weer orchideeënsoorten die van zuurdere grond houden, zoals de herfstschroeforchis, de groenknolorchis en de grote-keverorchis.” De herfstschroeforchis verdient een aparte vermelding. Dit plantje, waarvan de bloemen gedraaid in de vorm van een schroefdraad om de stengel staan, is namelijk uitzonderlijk zeldzaam. Voor zijn komst naar de Grevelingen groeide deze orchis maar op twee plekken in Nederland (in Zuid-Limburg en in de Westduinen op Goeree). Elders in Europa gaat deze plant overal achteruit of is zij op zeer veel plaatsen zelfs voorgoed verdwenen. Nieuwe vindplaatsen worden vrijwel nooit gevonden. Dus toen de orchis in 2005 in de Grevelingen werd ontdekt, was Staatsbosbeheer uitzinnig verheugd en hield zij de groeiplaats geheim. Maar het lekte toch uit, en vrij kort na de ontdekking bleek de beschermde plant al uitgegraven. De schok was groot. Zes soorten heeft Van der Hulle tot nog toe opgesomd en hij vult het rijtje aan met de ontbrekende vijf: brede-wespenorchis, hondskruid, harlekijnorchis, gevlekte orchis en de bijenorchis. Voor alle elf soorten die de Grevelingen nu kent, geldt dat ze als zaadjes zijn komen aanwaaien of aandrijven. Van der Hulle: ,,Let wel, er is niets door ons gezaaid. Alles is hier uit zichzelf terechtgekomen. Orchideeënzaad is zo fijn als stof; de wind en het water kunnen het kilometers ver verspreiden. En natuurlijk kan het ook zijn meegebracht door vogels, die zaadjes hebben laten vallen”. Er is één uitzondering: de bijenorchis. Deze soort komt al veel langer voor in de Grevelingen en moet door de mens door Nederland zijn verspreid. Van der Hulle: ,,De bijenorchis vind je vaak langs wegen en spoorwegen en groeit hier vooral op de dammen. Dat zaad moet via het spoor uit Oost-Europa en vrachtauto’s zijn meegereisd en zo zijn opgerukt naar de Grevelingen, waar je de orchis vooral in de bermen aantreft”. Met zijn elf soorten is de Grevelingen een toplocatie geworden. ,,Dit grote aantal is landelijk gezien uitzonderlijk”, zegt Van der Hulle trots. ,,In Nederland zijn maar weinig gebieden waar zoveel soorten bij elkaar staan. De reden is heel simpel dat de omstandigheden hier zo gunstig zijn: locaties waar de bodem kalkrijk en zuur is en bovendien zoet en zout water voorhanden zijn.” Alle orchideeën zijn wettelijk beschermd. Plukken en uitgraven is verboden. In het algemeen laten de massa’s recreanten de beschermde planten ook met rust, constateert Van der Hulle. Soms is dit uit onwetendheid: niet iedere toerist kent elke soort en zo kan het gebeuren dat hij er onwetend tussendoor loopt. Bij De Punt is dat het geval, op de Kabbelaarsbank en op de Grevelingendam. De orchideeën groeien daar zomaar op de recreatieterreinen. Maar ook hun formaat scheelt en redt ze: sommige orchideeën zijn erg klein. Van der Hulle: ,,In de winkel kun je takken met orchideeënbloemen kopen, van wel veertig centimeter lengte. De herfstschroeforchis is echter maar vier, vijf centimeter hoog, de groenknolorchis maar drie centimeter. Dat zie je bijna niet. In het wild zijn ze dus niet zo makkelijk in het gras te vinden. Eigenlijk valt alleen de bijenorchis op, als je ’m tenminste al kent, want die kan twintig cm lang zijn”. Diefstal komt voor, geeft hij toe. ,,Het is een hele kleine groep, die vooral op de Grevelingendam opereert. Als we ze betrappen, gaan ze nat. Dan krijgen ze een bekeuring. Maar ze zijn zo tricky. Ze gaan heel bewust te werk. Ze markeren overdag de soorten die ze willen hebben, en graven die ’s nachts met wortel en al uit. Je ziet ze niet.” Behalve dan de achtergebleven kuiltjes die verraden dat ze orchisverzamelaars weer actief zijn geweest. Vorig jaar hielden de dieven zich afzijdig. Hoe ze zich dit jaar zullen gedragen, is voorlopig afwachten. Van der Hulle beklemtoont dat het illegaal meenemen van orchideeën volstrekt zinloos is. ,,Gestolen orchideeën hebben in andere grond geen schijn van kans. Zij hebben bepaalde schimmels nodig om tot groei te komen. Uitgraven en in je eigen tuin zetten, slaat nergens op, want hij gaat daar gewoon dood. Dus laat ze alsjeblieft staan. Je ontneemt andere mensen anders het plezier om ervan te genieten.” Hij en zijn collega’s proberen diefstal van orchideeën zoveel mogelijk te voorkomen, maar feitelijk is dat fysiek onmogelijk. ,,Je kunt er moeilijk dag en nacht naast gaan liggen”, zegt Van der Hulle, en verder is de Grevelingen ook nog eens onmetelijk groot. Hij geeft een idee. ,,Orchideeën komen in Nederland bij uitstek voor in natte duinvalleien. Normaal mag je in zo’n gebied blij zijn met honderd vierkante meter aan orchideeën. De Grevelingen heeft ne-gen-hon-derd hectare aan natte duinvallei. Ik bedoel maar: er zijn zó onnoemelijk veel orchideeën in dit gebied, dat ’t bijna onkruid is. Je kunt ze niet allemaal beschermen.” En dan rept hij nog niet eens over de honderden reeën, koeien en paarden die overal rondlopen in het natuurgebied De Grevelingen. Die dieren eten de orchideeën met onbeschaamde gretigheid.

Meer nieuws