Reacties op Bouwen op Schouwen

Jim Louisse uit Zonnemaire heeft zijn kijk op het debat.De reacties op het inspirerende stuk van Jaap Verseput hebben een belangrijke gemene deler: de constatering dat het onderscheid tussen de eerste en tweede woning vervaagt of zelfs helemaal wegvalt. Daar ben ik het van harte mee eens en ook dat hier belangrijke positieve impulsen van uit kunnen gaan voor de leefbaarheid en het welzijn van alle inwoners van Schouwen-Duiveland. [baner] Maar dan moet er op de goede wijze op ingespeeld worden door de betrokken partijen. Daar wil ik enkele kanttekeningen bij maken.Voor dit soort lange termijn ontwikkelingen heb je een gezamenlijke visie op de ruimtelijke en economische ontwikkelingen van Schouwen-Duiveland nodig. Je hebt er maar 1 nodig en daar ligt nu net het probleem. Er zijn teveel visies over dit onderwerp. Om er enkele te noemen: Innovation Island (2004), Kering 2039 (2009), Structuurvisie Buitengebied (2009) en Landschapsontwikkelingsplan (2010). De gemeente werkt nu aan het traject “Strategische Visie 2040”. In het kader van dit laatstgenoemde traject zijn onder meer meedenksessies gehouden onder de titel ‘Pilot Eiland Marketing’. Doel: een ‘Strategisch en Operationeel Marketingplan’. Het is prijzenswaardig van het gemeentebestuur om de gemeenschap te mobiliseren, maar de gevolgde procedure lijkt mij te ingewikkeld om in een redelijke tijd tot een heldere en eenduidige visie te komen. Dat is zonde van alle afzonderlijke pogingen, want daar zit heel veel kwaliteit bij.Voor een goede visie over gewenste ruimtelijke en economische ontwikkelingen moet je onderkennen welke economische ontwikkelingen er spelen en welke voor ons eiland relevant zijn. Ik zie drie interessante clusters die elkaar kunnen versterken: het cluster wonen-recreatie-toerisme (de nieuwe woon- en recreatie-economie, waarin ook allerlei moderne bedrijvigheid kan floreren), het cluster agro-aquacultuur-natuur (de grootschalige ruimtegebruikers en onderhouders van ons open landschap) en het cluster deltatechnologie (de ontwerpers en bouwers van de belangrijkste infrastructuur). Die clusters zijn volop in ontwikkeling en bieden voor de bewoners, hun werk, hun woonplek, hun recreatie en hun landschap prachtige mogelijkheden. Mits er consensus bestaat over de globale richting waarin we willen gaan en over het belang van de (kwetsbare) open ruimte.Jaap Verseput constateert zeer terecht dat je de mobiliteit moet regelen als je ergens een huizenproject realiseert. Dat geldt eigenlijk voor de toekomst van onze hele eiland. Als je constateert dat wonen, werken en recreëren steeds meer samenhangen, ben je gedwongen meer aandacht te geven aan structurele oplossingen op het gebied van de mobiliteit en verkeer. Zowel op het eiland als van en naar het eiland. Dat lijkt mij nog de grootste uitdaging. Jim LouisseZonnemaire