Bouwen op Schouwen (3)

Algemeen

Deze week met Marco Bij de Vaate, directeur van DPP Vastgoed Groep B.V., te Zierikzee.  Kunnen we het tij keren?  De woningmarkt in Zeeland stagneert. Kunnen wij het tij keren? Mijn antwoord is ja, mits we bereid zijn tot vernieuwingen in beleid en aansluiting bij de vraag vanuit de markt kunnen vinden. [banner] Hoe ziet de zeer nabije toekomst van de woning er uit? Meer en meer is de woning een plek waar ook gewerkt wordt en waar werken, studeren, en vrije tijd door elkaar heen lopen. De woning is ook de plek waar allerlei diensten worden aangeboden die men voorheen buiten de deur moest zoeken. Op die manier dijt de woning uit tot een multifunctionele eenheid die ruimte moet bieden aan de verschillende activiteiten van de leden van een huishouden. De verschillende activiteitenpatronen van leden van een huishouden dwingen vaak tot een compromis over de locatie van de woning als uitvalsbasis, die in vrije tijd wordt gecompenseerd door een recreatiewoning op een droomplek.Maar het kan ook andersom. Een ideale woning op een droomplek en een pied a terre dichterbij de werkplek. Onduidelijk is vaak wat hoofd- en wat nevenverblijf is. Daarnaast zal de ‘woonconsument’ in toenemende mate de hun geboden woonproducten ook zelf mee willen ontwikkelen.Ook representativiteit en beleving gaan steeds meer een rol  spelen. Hoe men woont, waar en te midden van wie vormt steeds meer een uitdrukking van wie men wil zijn en tot welke groep men gerekend wil worden. Ik verwacht dat deze trends een grote invloed zullen uitoefenen op de toekomstige woningvraag. Wanneer we aansluiten bij de vraag en het beleid er in een flexibeler vorm mee om durft te gaan, zijn er tal van mogelijkheden om de krimp tegen te gaan; Een aantal voorbeelden;- Tweede woningen ,van welke aard dan ook, kunnen een inbreuk betekenen op de lokale samenleving als dit gepaard gaat met lokale overlast, het leeglopen van verenigingen en het verminderen van betrokkenheid. Maar ook het omgekeerde kan het geval zijn; bijvoorbeeld als bewoners van deze recreatiewoningen zich inzetten voor de kwaliteit van het landschap of het tweede woningenpark een versterking betekent voor het voorzieningenniveau in de directe omgeving.-thematisch ingestoken wijken (bijv. wonen met gelijkgestemden, zorg, senioren, veiligheid) kunnen een manier zijn om mensen te bewegen om in het desbetreffende gebied te komen wonen. Als hierbij wordt ingezet op thema’s als energiebesparing, ecologie en waterbeheersing kunnen bovendien ook doelstellingen op het gebied van duurzaamheid worden gerealiseerd.-nieuwe woonwijken zouden slimme combinaties moeten zijn. Wonen, werken, recreëren, het creëren van nieuwe natuur met een hogere ruimtelijke kwaliteit.-gebouwen;  laat nieuwe gebouwen toetsen aan de zwaarste eisen qua locatie, bouw en gebruik en maak ze direct bestemmingsvrij. Weliswaar duurder, maar qua exploitatiemogelijkheden vele malen flexibeler.-bestemmingsplan, neem in het bestemmingsplan een soort toverformule als standaardbepaling op waarbij B&W vrijstelling mag verlenen indien dit niet tot nadeel van derden leidt. Door o.a. met bovengenoemde thema’s aan de slag te gaan en daarbij de kwaliteit van Schouwen-Duiveland, een “eiland” omringd door water, in ogenschouw te nemen hebben we de mogelijkheid een zeer onderscheidende wooneconomie te ontwikkelen. Dan de vraag is er nog ruimte voor meer recreatiewoningen ? Eerst enkele feiten:Van de Nederlandse huishoudens heeft ca. 3% een tweede woning waarvan 60% in Nederland. Vergeleken met andere West-Europese landen is het aandeel huishoudens dat een 2e woning bezit relatief laag. In Spanje en Frankrijk betreft het meer dan 10% en in Finland en Zweden meer dan 20% van de huishoudens. Tweede woningen en de recreatieve voorzieningen die daarmee samenhangen zorgen voor werkgelegenheid in de regio. De inkomsten voor de middenstand zijn in de regel hoger bij recreatief gebruik dan bij permanent gebruik. 80% van de tweede woningbezitters heeft een inkomen van 2 x modaal. Bijna alle tweede woningbezitters maken deel uit van een meerpersoons huishouden en 66% is hoger opgeleid. Kortom een doelgroep die we er graag bij hebben op ons “eiland”. Zoals eerder vermeld ; een trend in het wonen is de opkomst van verschillende vormen van meerhuizigheid.Zeker bij de hoogopgeleide, mondiaal georiënteerde Nederlanders.Hierdoor verdwijnt het verschil tussen tijdelijke en permanente bewoningOok deeltijd wonen komt steeds meer voor. Een andere trend is dat tweede woningzoekers of in een goed verhuurbaar park (rendement) of juist liever buiten een park (rust, ruimte) willen verblijven. Ook signaleren we een trend in de richting van meer luxe in en rond de tweede woning. Wanneer wij reageren op feiten en trends kan het tweede woningbezit een bijdrage leveren aan de leefbaarheid in een krimpregio als Schouwen-Duiveland. Voor recreatieve tweede woningen zijn er vooral kansen in de regio’s die toeristisch gezien aantrekkelijk zijn of gemaakt kunnen worden. Belangrijk is dat bestuurders en ambtenaren die nu bezig zijn met beleidsvorming hier aandacht voor hebben. Andere mogelijkheden om de bijdrage van tweede woningen te vergroten zijn: - Wegnemen van praktische barrières. Biedt bijvoorbeeld deeltijdbewoners de mogelijkheid om zich op twee adressen in te schrijven. - Fiscaal aantrekkelijker maken van tweede woningbezit in krimpregio’s. Een mooie stimuleringsregeling zou gunstig kunnen zijn in geselecteerde krimpregio’s door voor een tweede woning opnieuw de hypotheekrenteaftrek in te voeren. - Aansluiting zoeken bij de trends. - Pas oude bestemmingsplannen aan zodat deeltijd wonen mogelijk wordt. Ik denk dat rust en ruimte, alsmede de economische motieven om meer tweede woningen te bouwen uitstekend samengaan, mits men rekening houdt met landschappelijke inpassing, ruimtelijke kwaliteit en meer diversiteit.  

Meer nieuws