Renessenaar voor de rechter voor ongeval

Een 21-jarige inwoner van Renesse viel volgens officier van justitie M. Overmeer als veroorzaker van een ernstig verkeersongeval in de gemeente Veere niet te verwijten roekeloos, aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend te hebben gereden.Wel vond ze dat de jonge bestuurder vorig jaar 12 februari op de Bosweg tussen Vrouwenpolder en Middelburg zodanig had gereden dat er gevaar was ontstaan voor een tegemoetkomende scooterrijdster. Zij liep door de botsing met zijn auto gebroken ribben, een lendenwervelbreuk en een gescheurde milt en nier op. Daarvoor eiste de officier een voorwaardelijke boete van 500 euro met een proeftijd van twee jaar. [banner] Ook adviseerde ze verdachte nog eens een aantal rijlessen te nemen voordat hij van plan was om weer achter het stuur te kruipen. Hij zei momenteel geen auto te bezitten. Dat de officier hem dit advies meegaf had ook temaken met een tweede ongeval in Brabant, waaraan de Renessenaar (hij reed zijn auto total loss) schuld had.  Er geraakte toen gelukkig niemand gewond.Tijdens de behandeling van de meervoudige kamerzaak bleek dat een getuige, die in Vrouwenpolder achter hem reed,  had verklaard dat verdachte niet harder reed dan de toegestane 60 km per uur. De jongeman probeerde op verzoek van de rechter het ongeluk te reconstrueren. ,,Ik voelde de achterkant van de auto wegglijden en ben in de bocht in een slip geraakt en met mijn wiel in de rechterberm terechtgekomen. Ik probeerde door stuurcorrecties de auto op de weg te houden.” Dat lukte niet, want de auto schoot door naar de verkeerde weghelft, waar op dat moment de scooter reed. ,,Ik zag de voorste van de drie auto’s slingeren’’, wist het slachtoffer zich herinneren. Daarna volgde de klap. Zij werd met zware verwondingen naar het ziekenhuis vervoerd, waar ze een week verbleef. Ze was nog een aantal maanden arbeidsongeschikt en ervaart nog steeds de gevolgen. De Renessenaar had via een mail nog contact gezocht met het slachtoffer, maar verder weinig actie ondernomen. Dat had volgens de officier beter gekund. Raadsman J. van den Doel deed een beroep op overmacht en wilde dat zijn cliënt ontslagen wordt van alle rechtsvervolging, maar kon zich ook vinden in de voorwaardelijke boete. Uitspraak: 29 april.