Fikse boete voor veroorzaken ongeval Zeelandbrug

Officier van Justitie E. Bethlehem heeft  bij de rechtbank tegen een 58-jarige inwoner van Leuven (B) 2.000 euro boete en vier maanden rijontzegging geëist voor het veroorzaken van een ernstig verkeersongeval op de Zeelandbrug. De man reed in zijn auto 1 juni vorig jaar over de Zeelandbrug richting Colijnsplaat toen hij plotseling uitweek naar de linkerweghelft. Daar kwam de Belg in botsing met een tegenligger. In die auto zaten drie personen. Een man, die naast de bestuurder zat, raakte ernstig gewond en liep een aantal botbreuken op aan zijn hielbeen, borstbeen, sleutelbeen en ribben. [banner]  Ook brak hij zijn neus en was er sprake van blijvende gebitsschade. De bestuurder brak zijn borstbeen en zijn neus. Zijn vrouw, die achterin zat, kwam er met een aantal kneuzingen vanaf. De verdachte wist zich niets meer te herinneren van het manoeuvre en de botsing, die op een drukke tijd rond half vijf plaats had. De officier vond bewezen dat de Belg aanmerkelijk, onvoorzichtig en roekeloos had gereden. Volgens Bethlehem zou vermoeidheid een rol kunnen hebben gespeeld bij het ongeluk. De man was op die mooie zomerdag gaan surfen. Hij was een echte liefhebber, maar het was al tien jaar geleden dat hij aan watersport had gedaan. Na het surfen was hij meteen in zijn auto gestapt en gaan rijden. Dat zou hem parten hebben gespeeld. ,,U had er beter aangedaan om eerst te rusten voordat u gaat rijden. U bent vermoedelijk onwel geworden na een inspannende surfdag. Door vermoeidheid vermindert de concentratie”, stelde de officier. Zij meende dat het niets te maken had met een aanval van epilepsie, waaraan hij lijdt. Volgens een arts die de Belgische bestuurder had onderzocht,  zou de combinatie warmte en vermoeidheid tot een kortdurende verlaging van het bewustzijn hebben geleid. De raadsman van verdachte bepleitte vrijspraak, omdat zijn cliënt zowel lichamelijk als geestelijk zich nog in staat voelde om te rijden. ,,Het ongeval is te wijten aan een black-out. Dit is overmacht.” De advocaat verwees verder naar (milde) uitspraken van andere rechtbanken in soortgelijke zaken. ,,Er dient een straf te volgen. Dit gedrag kan niet naar de samenleving toe”, diende de officier van repliek. De slachtoffers waren niet op de zitting aanwezig. De rechtbank doet 3 februari uitspraak.