Scheidsrechter Van den Berge blijft vooral zichzelf

Algemeen

,,Het fluiten trok me aan. Ik was eerst trainer bij de jeugd maar daar ben ik niet geschikt voor en dat vind ik nog. Er zijn trainers bij die denken dat ze goed zijn, maar trainen is een vak apart. Je moet goed met mensen om kunnen gaan. Ik vond mezelf er niet geschikt voor. Dan blijft er nog maar één ding over: fluiten.” In hetzelfde seizoen (2003/2004) dat Jacob van den Berge nog in het eerste van Bruse Boys voetbalde, is de goalgetter uit het vissersdorp als scheidsrechter begonnen. ,,Na de wedstrijd Serooskerke ben ik er mee gestopt. Ik was op donderdag nog niet hersteld. Ik was 39 jaar. Het houdt een keer op.” Moeilijk te zeggen wanneer de tweede loopbaan van Van den Berge, die van scheidsrechter dus, eindigt. Feit blijft wel dat de 45-jarige Bruenaar, betonreparateur van beroep en vader van een dochter van 21 en een zoon van 16, een bliksemcarrière doormaakt. Begonnen met Brouwershaven 2-Nieuwland 2 als stagewedstrijd in november 2003 stond hij vier weken geleden als ‘hoogste baas’ op het veld voor een hoofdklasseduel tussen Jodan Boys en Dovo. En afgelopen zaterdag kon hij nummer twee achter zijn naam noteren. In Pernis leidde Van den Berge de wedstrijd Doto-Katwijk alsof hij zich al jaren op dat topamateurniveau beweegt. De ex-voetballer laat vooral zijn fluit spreken. Dat is nog één van de kritieken op hem. ,,De ene kan beter lullen dan de andere. Ik doe het met het fluitje. Ik moet verbaal meer optreden, zei Kevin Blom (de scheidsrechter die een door Van den Berge gevolgde cursus in Zeist leidde, red.). Dat zit niet in me.”

[banner] 

De zaterdagochtend van een wedstrijd is er één van rituelen. Half negen opstaan, alles gereed zetten en tas inpakken. Dan een bakje koffie bij zijn moeder. ,,Met de hele familie. Dat is traditie.” Rond half elf ‘pakt’ Van den Berge een jeugdwedstrijd van Bruse Boys mee. Deze keer ziet hij de C-junioren aan het werk. ,,Er zitten wel talentjes bij.” Daarna pikt hij nog een staartje Australië-Oranje mee. Het kan hem niet bekoren maar hij moet ook bekennen dat hij nog altijd meer op het spel dan de scheidsrechter let. Een hapje eten en rijden maar. Pernis is de bestemming van zaterdag 10 oktober. Van den Berge stelt de pas aangeschafte TomTom in en ziet dat het slechts drie kwartier rijden. Over twee weken is het bijna drie uur rijden voor een topper in de hoofdklasse C tussen Excelsior’31 en ACV in Rijssen. Hij heeft er familie wonen en dus gaat hij vrijdag al weg. Kan hij daar blijven slapen en op de fiets naar het voetbalveld toe. Tussen Bruinisse en Pernis en omgekeerd is het lekker en ongedwongen ouwehoeren over het scheidsrechtersvak en andere voetbalzaken met de man die vooral zichzelf is en blijft. Hij geniet vooral van het wereldje waarin in hij nu verzeild is geraakt. Neem nu het complex van Doto met een bestuurskamer die bijna tweemaal zo groot is de kantine van Bruse Boys. Binnen ontbreekt het aan weinig: broodjes op tafel, keurige aangeklede bartafels, her en der Doto-presentatiegidsen en twee, nette Rotterdamse gastvrouwen. Na afloop hapjes en drankjes in overvloed. Het is er allemaal voor de bezoekers van de bestuurskamer, ondanks de huidige financiële malaise van de zaterdag-hoofdklasser. Doto heeft zelfs een officiële scheidsrechtersbegeleider. Het arbitrale trio hoef maar te knippen en het wordt geregeld. Van het trio arriveert Van den Berge als eerste. Hij kent zijn assistenten niet, maar heeft twee dagen voor de wedstrijd telefonisch contact met ze gehad over het tijdstip en de te dragen tenues. Met de scheidsrechterbegeleider wacht Van den Berge op zijn assistenten. Waar Van den Berge een spijkerbroek en een nette blouse aan heeft, zijn de grensrechters in pak en stropdas gestoken. Alsof ze op één of andere belangrijke bijeenkomst worden verwacht. Het is ‘maar’ Doto, één na laatste in de hoofdklasse C tegen middenmoter Katwijk. Veertig minuten voor de wedstrijd verruilt het leidende trio hun gewone kloffie voor een geel scheidsrechterstenue. Van den Berge – hij oogt ontspannen maar heeft wel last van gezonde spanning – volgt een gebruikelijk ritueel. Hij legt zijn shirt op tafel, opschrijfboekje verdwijnt in de rechterborstzak, de gele kaart gaat naar links, de rode kaart stopt hij in de achterzak van zijn broek. Hij drinkt wat en smeert zijn benen in om zijn spieren op te warmen. Tien minuten later houdt hij zijn praatje met de assistenten. Van den Berge stelt zich kwetsbaar op door er voor uit komen dat Doto-Katwijk pas zijn tweede duel in de hoofdklasse is. ,,Voor mij is het allemaal nieuw”, draait hij er niet om heen. Vijf minuten later volgt de warming-up op het veld. Een paar minuten voor half drie leidt Van den Berge de twee elftallen het veld op. Handen worden geschud en elkaar succes gewenst. Het eerste fluitsignaal gaat en is het afwachten hoe Van den Berge zich staande houdt. Van spanning heeft Van den Berge totaal geen last, hij loopt niet of nauwelijks in de weg en heeft de wedstrijd volledig onder controle. Door zijn doen en laten dwingt hij vanaf de eerste minuut respect af, heeft een natuurlijk overwicht en worden zijn beslissingen zelden of nooit bekritiseerd door spelers of trainers. ,,Bij Jodan Boys was ik het eerste kwartier wel meer gespannen. Ik floot een paar keer te snel. Je moet jezelf blijven; dat is zo belangrijk. De vier gele kaarten die ik gaf, waren voor mij wel terecht. Als scheidsrechter weet je dat je het nooit goed doet. Dat is wel eens jammer. Een beetje ouwehoeren door spelers en trainers hoort erbij. Het zijn emoties, maar tot een bepaalde hoogte. Ik was wel tevreden na Jodan Boys-Dovo. In veel rapporten lees ik dat ik meer gele kaarten moet geven. Bij rapportages weet je het nooit. Die worden ook gemaakt door verschillende mensen. Je kunt in beroep gaan, maar dat doe ik niet. Pech gehad, denk ik dan. Als ik voor mezelf maar goed heb gefloten.” Van den Berge bereikt de rust van de wedstrijd in Pernis zonder problemen. Tekenend is de sfeer in de kleedkamer van de scheidsrechter en zijn assistenten. Die is heel relaxt, het gaat heel even over de wedstrijd, daarna komt zelfs het werk van zijn grensrechters ter sprake. Tijdens de pauze smeert Van den Berge zijn kuit nog eens in en trekt een droog shirt aan voor de tweede helft van de niets-aan-de-handwedstrijd. Lang, heel lang, ziet het er naar uit dat Van den Berge na rust de kaarten op zak kan houden, iets wat elke wedstrijd zijn streven is. Zijn laatste twee duels eindigden kaartloos en een derde op rij had hij wel mooie prestatie van zichzelf gevonden. Een speler van Doto maakte vier minuten voor tijd opzettelijk hands bij een aanval van Katwijk en dus moest Van den Berge de eerste en enige gele kaart tonen. ,,Deze gele kaart moest wel, anders was die speler van Katwijk zo doorgelopen.” Na afloop in de bestuurskamer zijn de complimenten niet van de lucht, vooral van de verliezende club. ,,Hoe vaak komt dat nu voor?”, vraagt Van den Berge zich hardop af. En van mensen van Katwijk mag Van den Berge volgende week weer komen fluiten. ,,Dit is toch een prachtvak. Je komt overal. Nooit gedacht dat ik Katwijk nog eens zou fluiten. Katwijk is toch een bolwerk. Het ging nog beter dan de vorige wedstrijd, Het was een leuke wedstrijd en ik had geweldige assistenten. Het zijn jonge gasten. Zij willen wel.” Het succes van Van den Berge zit ‘m in zijn manier van fluiten. Op het veld ontgaat hem weinig. ,,Scheidsrechters die er bovenop zitten, dat hebben voetballers graag. Had ik vroeger ook. Van zulke scheidsrechters kun je beslissingen veel makkelijker accepteren.” Door die manier van fluiten, moet Van den Berge over een goede conditie beschikken die hij onder meer bijhoudt met fietsen en fitness. ,,Je maakt meer kilometers dan een voetballer. Je moet echt veel lopen en daar vergissen de meesten zich in. In het laatste kwartier had ik nog over.” Voldaan en tevreden stapt Van den Berge in de auto. Begonnen met Brouwershaven 2-Nieuwland 2 is hij nog geen zes jaar (inclusief bijna een seizoen een voetblessure) later lid van groep 1 waarin hij tweede-, eerste- en hoofdklassers en ook de eredivisie voor vrouwen mag fluiten. Waar ligt zijn eindbestemming? Voor amateurs is de topklasse vanaf volgend seizoen het hoogst haalbare. Dat niveau spreekt Van den Berge ook wel aan. ,,Als ik het bij kan houden en ik blijf fit en gezond, dan doe je dat.” Echter, dan moet hij wel goed scoren in zijn rapporten. Als spits was hij daar zeer bedreven in. Als scheidsrechter gaat hij ook al recht op zijn doel af.

Meer nieuws