Horeca op eiland voelt crisis en rookverbod

Algemeen

,,Het is voor de horeca op Schouwen-Duiveland niet moeilijk om in de zomer een goede boterham te -verdienen. De kunst is om het -verlies in de winter te beperken.” Aan het woord is Piet Fierens uit Burgh-Haamstede. Fierens -adviseert vooral horecabedrijven in de bedrijfsvoering. In -zielige verhalen over de horeca heeft hij geen trek. Maar dat het jongste -rookverbod en de kredietcrisis pijn doen is hem wel duidelijk. ,,Het is opvallend dat er zo vroeg in het jaar al bedrijven de verkoop ingingen. Dat zegt wel wat.”

Fierens kent de horecabranche op zijn duimpje. Niet alleen in algemene zin, maar ook van binnenuit. ,,Het grote -probleem op het eiland is natuurlijk, dat er relatief veel horecabedrijven zijn. In de zomer verdienen ze een prima -boterham, maar in de winter zijn er nog maar krap 34.000 inwoners over. Een te laag klantenpotentieel voor de horecabedrijven. Ik zeg wel eens gekscherend tegen horecabedrijven: gooi de deur aan het eind van het seizoen op slot en doe hem in het volgende voorjaar pas weer eens open. Ach, gelukkig voor de leefbaarheid op ons eiland doen ze dat niet.”

Maar daar zit ‘m wat Fierens betreft wel de kneep. Het is hard werken in de -winter om mensen binnen te krijgen. De duizenden toeristen zijn er dan even niet. Maar de lasten gaan gewoon door. Tot een paar jaar geleden was het nog relatief eenvoudig om personeel voor de zomer in te huren. Maar de wetgeving is op het gebied van de Werkeloosheidswet  sterk veranderd. ,,Nu zit men aan het -personeel vast, ook als er geen klandizie is. En als men iemand in de winter laat gaan, moet je maar hopen dat hij of zij in de zomer terugkomt.”

Fierens stelt dat het een hardnekkig -misverstand is, dat het allemaal wel zal loslopen in de horeca. ,,Ja, we snappen die reacties wel van de buitenwacht. Een horeca-ondernemer speelt immers naar zijn klanten toe een soort van -cabaretier. De klant is een avondje uit en wil geen chagrijnige gastheer of  gastvrouw en verwacht ook een soort van vrijgevigheid van de barman. Redenen dat de buitenwacht wel eens de indruk krijgt dat het allemaal niet op kan”. Maar financieel ligt dat toch allemaal wat lastiger. ,,We hebben geen achterland zoals Walcheren dat met z’n 100.000 inwoners wel heeft natuurlijk. En Goes ook.”

Eén van de sleutelwoorden is dus de -seizoensverlenging. Het publiek moet niet alleen in de zes tot  zeven zomerweken komen, maar het hele jaar. Fierens heeft het gevoel, dat alle partijen zich daarvan wel bewust zijn. Ook de gemeente. Maar tegelijkertijd constateert hij ook dat de wens om het seizoen te verlengen ook al lang leeft en het tot op heden maar mondjesmaat lukt.

Er moeten veel meer slechtweer-voorzieningen komen, maar ook belangrijk is, vindt Fierens het, dat de logiesbedrijven, met name de campings, investeren in seizoensverlenging. ,,De campings waar je nu in de winter kunt verblijven zijn op één hand te tellen.”

Alternatief is, dat de mogelijkheden in de zomer beter uitgebuit worden. Dat kan soms door bijvoorbeeld het v-ergroten van terrassen, ook al kost dat soms een stukje parkeerterrein en openbare weg. ,,Ik zou zeggen gemeente, werk daar vooral aan mee.” En de financiële man vindt ook dat de horeca haar prijzen zal moeten aanpassen. ,,Als alles duurder wordt, zoals de directe kosten, accijnzen, energie, maar ook door de CAO verhogingen, zullen de ondernemers mee moeten. Al lijkt het in de media wel alsof de horeca altijd de schuld van de inflatie krijgt.”

Ondertussen woekert de krediet-crisis door en is ook het rookverbod als een bom ingeslagen. Vooral dat laatste ergert Fierens (zelf ex-roker overigens) wel. ,,Wat je nu al ziet is dat de asbak om elf uur op de bar gezet wordt. Er zal wel geen controle meer komen. Ik denk dat het van het allergrootste belang is dat er één lijn getrokken wordt. Welke dat ook is, maar hier gaat het scheef zitten en werkt ook oneerlijke concurrentie in de hand.”

De beperkte jaarinkomsten komen nu nog verder onder druk te staan. Volgens Fierens heeft alleen al het rookverbod, zeker in de “bruincafé” bedrijven een inkomstenderving van zo’n tien a -vijftien procent tot gevolg gehad. En dat terwijl het allemaal wat minder gaat. Bedrijven krijgen nauwelijks nog krediet van de overvoorzichtige banken. Beleggers duiken op en kopen complete horeca-bedrijven, om ze vervolgens met een fikse pacht, tien procent rendement, te -verhuren. ,,Begrijpelijk, maar op de lange termijn niet op te hoesten. Ik denk zeker dat een aantal ondernemers afscheid zal moeten gaan nemen, al kan ik dat moeilijk -concreet maken.”

En als laatste kijkt hij met een schuin oog naar de overheid. Op Schouwen-Duiveland zijn er jeugdsozen, zeven--tien dorpshuizen en even zoveel -sport-kantines. Gesubsidieerd door de overheid, derhalve kost daar een drankje heel wat minder en ook daar kan vaak wat gegeten worden. Steeds -interessanter voor de consument die minder te -besteden heeft. ,,Ik zeg niet dat al die subsidies stopgezet moeten worden, integendeel, maar ik zou me in kunnen denken dat de overheid eerst kijkt of een dergelijke instelling niet zelf zijn broek op kan houden door reële prijzen te vragen en dan pas de subsidie vast te stellen. Het dient allemaal een belang, prima, maar een beetje oog voor de horeca, die het op eigen kracht moet zien te redden, is toch wel gepast.”

Tot slot wil Fierens nadrukkelijk -stellen dat er altijd plaats en een inkomen zal zijn voor de goede, inventieve en -kwaliteitbewuste horecaondernemers. ,,Horeca is een prachtige bedrijfstak en er zijn prima mogelijkheden, ook op Schouwen-Duiveland”.  •

Meer nieuws