Complete collectie De Wit naar nationaal wielermuseum

Algemeen

Joop de Wit, oud-sportverslaggever van de Zierikzeesche Nieuwsbode en wielerliefhebber pur sang, heeft zijn complete verzameling geschonken aan het nationaal wielermuseum. Niet omdat de 87-jarige Renessenaar er op uitgekeken was, maar om er zeker van te zijn dat zijn collectie voor altijd bewaard blijft. Voor het ophalen van de verzameling van De Wit was vanuit St.Willebrord hoog bezoek afgereisd, namelijk Rini Wagtmans. De oud-profwielrenner, de initiatiefnemer van het nationaal wielermuseum dat in het najaar van 2009 een plaats krijgt in het nieuwe gemeentehuis van Rucphen, is niet de eerste de beste renner die het Nederlands cyclisme heeft voortgebracht. De nu 61-jarige Wagtmans maakte rond 1970 kortstondig furore in het peloton. De geboren en getogen Willebrorder won aan het begin van de jaren zeventig drie etappes in de Tour de France, fietste in 1971 een dag in de gele trui en werd in 1970 vijfde in het algemeen klassement. Vanwege hartproblemen kwam er een vroegtijdig einde aan de loopbaan van Witte Bles, zijn bijnaam. 254718514_arxvj-m.jpg Wagtmans is één van de vele renners die De Wit als wielerfanaat heeft gevolgd. De Wit wist dus maar al te goed wie Wagtmans was, maar andersom was dat niet het geval. Tot vijf weken geleden toen de twee elkaar in Zuidland voor het eerst via een gezamenlijke kennis troffen. Daar overhandigde De Wit twee auto’s vol 25 jaar Wielerrevue en Wielersport aan Wagtmans. De zestiger aanvaardde ze in dankbaarheid. De Wit vertelde dat de vele wielertijdschriften niet alles was dat hij nog in zijn bezit had. En daar kwam Wagtmans vorige week vrijdag in huize De Wit achter. Nadat Wagtmans over alles en nog wat op de praatstoel had gezeten, nodigde De Wit hem uit om naar de tafel in de kleine huiskamer te komen. Want nog één keer had De Wit een deel van zijn fotoboeken op tafel uitgestald. Het is slechts een greep uit de vele (plak)boeken, aanplakbiljetten en meer dan drieduizend foto’s. Daarop alleen maar beroemde namen uit de mondiale wielerhistorie. Bij het zien van zoveel bekende koppen stak Wagtmans wederom van wal. Moeiteloos noemt hij de jaartallen op waarin de betreffende renners, die hij ziet, wereldkampioen zijn geworden. Wagtmans horende lijkt het wel een wandelende wielerencyclopedie. Maar bovenal spreekt hij zijn bewondering over wat hij allemaal aantreft op de tafel van De Wit. ,,Indrukwekkend”, vat hij het in één woord samen. ,,Hier gaat nooit iets van weg. Geen bladzijde. Het wordt bezit van de gemeenschap, die er van gaat genieten. Dit is niet verkoopbaar.” De Wit is uiteraard opgetogen dat zijn verzameling een goede bestemming krijgt. ,,Als je eenmaal de pijp uitgaat, zijn er geen liefhebbers en komt het op de vuilnisbelt terecht. Dat is ook niet de bedoeling.” Ondertussen raakte Wagtmans niet uitgepraat. ,,Dit is goud. Ik hoop dat u de opening in 2009 mag meemaken”, sprak hij tot De Wit, wetende dat de wielerverzamelaar binnenkort 88 wordt. ,,Ja, prachtig. Dit is indrukwekkend.” Alle foto’s, die Wagtmans van De Wit heeft gekregen, worden ingescand en voorzien van een naam, de beschrijving van zijn loopbaan en zijn prestaties. Dit kunnen wielerfreaks dan terugvinden op de website www.nationaalwielermuseum.nl. Voor het museum binnen de muren van het nieuwe gemeentehuis zijn er grootse plannen. De ontwikkeling van de fiets van 1892 tot nu toe wordt ‘in kaart gebracht’. Er komen sfeerkamers over de Vuelta, Giro en Tour de France, er komt een stuk wielerbaan te liggen en schoenen worden voelbaar. Wagtmans: ,,Het wordt geen opslagplaats. Alles wordt in detail getoond”. Dat juist Wagtmans zijn schouders onder het nationaal wielermuseum zet, wekt gezien zijn verleden geen verbazing. Als twaalfjarige kwam hij in de garage van zijn tante, die de spullen van haar man Wout aan het opruimen was. ,,Ze wilde het weggooien”, aldus de neef van Wout, Rini dus. Zijn oom droeg in de jaren vijftig verschillende keren de gele trui en won etappes in de Tour de France. ,,Ik heb zijn spullen nog.” Zijn verzamelwoede heeft er intussen tot geleid dat in zijn huis in St. Willebord drie kamers overvol met wielerspullen staan. Een deel vindt ongetwijfeld zijn plaats in het museum, net als de verzameling van De Wit. Wagtmans: ,,Zijn collectie is op kunde en kennis geselecteerd. Die meneer heeft iets gepresteerd”.

Meer nieuws