Zierikzeese ondernemer schakelt rechter in om zijn gelijk te halen

Algemeen

Private schuldhulpverlener voelt zich gedwarsboomd door gevestigde orde

ZIERIKZEE – Dirk Groenendijk uit Zierikzee voelt zich aan alle kanten gedwarsboomd in zijn werk. In 2004 heeft hij de Stichting Schulden Advies Raad opgericht, Sadra. Met dat bedrijf stort hij zich op de groeiende markt van mensen met financiële problemen. Hij biedt deze mensen de helpende hand, maar stuurt ze ook een rekening. En met name dat laatste is bij wet verboden. Dat heeft inmiddels geleid tot een inval van de Fiod, de fiscale opsporingendienst, en een boete. ,,Als ik die boete betaal, dan geef ik toe dat ik iets doe wat niet mag. En daar voel ik niets voor. Ik stap naar de rechter,” vertelt Groenendijk. [banner] Groenendijk heeft nog een ander bedrijf, dat Legal and Business Consultants heet. Een bedrijf dat zich vanuit Goes vooral richt op de financiële dienstverlening in het midden- en kleinbedrijf. Maar drie jaar geleden viel het ook Groenendijk op, dat steeds meer mensen tot over hun oren in de schulden zitten en er zelf niet meer uitkomen. Met zijn financiële achtergrond zag Groenendijk wel mogelijkheden.

Het principe is simpel. Mensen, die bij Sadra aankloppen, krijgen een vragenformulier, dat ze volledig moeten invullen. Vragen over inkomen en schulden. Als Sadra het gevoel heeft, dat er een oplossing is voor de problemen, dan krijgen de mensen een contract aangeboden met daarin de prijsafspraken. ,,Mensen kiezen op basis van vrijwilligheid voor ons en kunnen dus nee zeggen,” aldus Groenendijk. En zijn schoondochter Sylvia Westdorp, die inmiddels drie dagen in de week bijspringt, vertelt dat die maandelijkse rekening nooit hoger is dan vijftig euro. ,,En dan hebben we het wel over de lastigste dossiers,” vertelt ze.

Maar er is een oude wet uit 1938 die het verdienen aan schuldproblemen verbiedt. ,,Volgens mij is die wet gekomen in de periode, dat er woekerrentes gerekend werden en mensen nog verder in de problemen kwamen. De tijden zijn veranderd,” aldus Groenendijk. Maar daar denken de officiële instanties toch anders over. Pogingen van Groenendijk om zaken te doen met de gemeente Schouwen-Duiveland zijn op niets uitgelopen. ,,Maar de ene overheid is de andere niet. Met andere gemeenten werken we wel samen.”

Het probleem is, dat Groenendijk zich niet aan de formele regels zou houden en daarmee dus geen erkend bedrijf heeft met Sadra. Om de regels te omzeilen heeft hij Sadra in een stichtingsvorm gebracht. En een stichting mag weliswaar winst maken, maar dat komt niet ten goede aan de mensen achter de stichting. Waarom dan toch aan de slag? Groenendijk: ,,Uit het werk voor Sadra komen veel contacten voort. Voor mijn andere bedrijf levert dat weer werk op, zoals het invullen van belastingaangiftes bijvoorbeeld.” En het feit dat zijn schoondochter inmiddels meedraait, geeft aan dat het toch lucratief kan zijn.

De principiële vraag is natuurlijk of je aan mensen met schulden geld mag verdienen. Groenendijk ziet geen enkel probleem. De kredietverstrekkers verdienen toch ook aan de schulden door flinke rentes te vangen. ,,En daarnaast worden mensen, die bij de gemeente aankloppen met flinke wachtlijsten geconfronteerd. En vaak komen mensen al zo laat met de hulpvraag dat snelheid geboden is.” En verder: ,,Mensen gaan vrijwillig met ons in zee. Ze weten vooraf wat de kosten zijn.” Sadra rekent geld voor het maken van een dossier (tot 175 euro) en spreekt een maandbedrag af. In het ene geval is het probleem snel uit de wereld, in een andere situatie neemt Sadra het hele financiële beheer over.

Groenendijk is geen sociaal werker. Hij richt zich alleen op de financiën van mensen. Zaken doen met Sadra is een zakelijke deal. Mensen melden zich aan en na een akkoord, gaat Sadra -waar nodig – in onderhandeling met de bekende schuldeisers, zoals de postorderbedrijven, het energiebedrijf en de deurwaarders en incassobureaus. Vaak komt het tot een oplossing voor Groenendijk, maar soms merkt hij ook aan deze instanties dat het niet hebben van een erkenning, problemen oplevert. ,,Wehkamp wees me daar een keer op. Maar toen legde ik ze uit dat ze in twee andere gevallen wel akkoord waren gegaan. Kijk, dan laat ik mijn cliënten zelf de betalingsregeling aangaan en dat mag het weer wel.”

Groenendijk balanceert op wat wel en wat niet mag. Het heeft hem inmiddels een inval van de Fiod opgeleverd en in een tweehonderd pagina’s tellend rapport werd hem aangewreven dat wat hij doet niet kan. De boete is al binnen, maar Groenendijk denkt er niet over om die te betalen. Hoe hoog de boete is? ,,Dat heb ik liever niet in de krant.”

Groenendijk en Westdorp maken in het gesprek een zakelijke indruk. Groenendijk: ,,Ik ben geen maatschappelijk werker.” Maar tegelijkertijd vertelt hij dat er soms heel emotionele gesprekken gevoerd worden met de mensen. ,,We zijn echt niet koud hoor of zo. Een tijdje geleden nog heb ik iemand zelfs 100 euro uit eigen zak voorgeschoten om het weekend door te komen. Sommige situaties raken je wel.” Groenendijk wordt aangevuld door Westdorp: ,,Maar we hebben ook mensen, die maandelijks 200 euro verbellen met hun mobiele telefoon. Ja dat kan natuurlijk niet, zeg je dan. Mensen met schulden kom je op alle niveaus tegen. Ook veel buitenlanders. Die komen hier naartoe en denken dat ze rijk zijn. Ja, dat gaat fout dan.”

In de toekomst moet duidelijk worden of private schuldhulpverleners wel of niet door de beugel kunnen. Met een rechtszaak hoopt Groenendijk duidelijkheid te krijgen. Al komen er maar regels voor bedrijven zoals de zijne, laat hij weten. Op dit moment komt het voor dat Groenendijk het leefgeld voor mensen lager vaststelt dan de gemeentelijke overheid zou accepteren. Voorlopig gaat Groenendijk gewoon door. Hijzelf kan geen argumenten bedenken, waarom hij iets doet wat niet zou mogen.

Meer nieuws