Nieuwerkerkse bezoekt haar weeshuis in Kenia

Algemeen

,,Kon ik maar een stukje meenemen om hier te laten zien aan iedereen”

NIEUWERKERK - Stel, je hebt twaalf kinderen… ‘Een weeshuis vol’ zijn wij in Nederland dan geneigd te zeggen. Zo niet in Kenia,het land aan de oostkust van Afrika. Want dáár mag een weeshuis pas weeshuis heten, wanneer er minstens twintig kinderen in wonen. Volgens de opvattingen in Kenia is het namelijk zo dat een vrouw, gedurende haar vruchtbare leven, tot wel twintig kinderen kan baren. En aldus is iemand met minder dan twintig kinderen gewoon een ‘gezin’. Zo bezien heeft Arianne Dorst uit Nieuwerkerk dan op vierentwintigjarige leeftijd een gezin met twaalf kinderen.

Arianne doet enthousiast haar verhaal op een drukkend warme zomeravond, gezeten op de bank binnen in het ouderlijk huis in Nieuwerkerk. Behalve dat ze geen last heeft van de temperatuur, is er nog iets aan haar wat meteen aan Afrika doet denken. Een bandje met een kaurischelp rond haar hals. Voor het overige lijkt ze gewoon een aardige meid, geboren en getogen in Nieuwerkerk en al zes jaar werkzaam in de bejaardenzorg. Maar terwijl zij vertelt, nogal vlug pratend met zo nu en dan een woordje in het Swahili (een Afrikaanse taal) er tussendoor, is de gevolgtrekking dat Arianne wellicht meer is dan zomaar een aardige meid.

In 2005 bezocht ze Kenia voor het eerst in haar leven, als toeriste. ,,Ik werd meteen gegrepen door Afrika. Door het land Kenia op zich, door de natuur, door de warmte van de mensen… Ze groeten je, en soms denken ze misschien als ze een blanke zien ‘daar komt geld’ maar toch…” Een tweede bezoek aan Kenia volgde al snel, in 2006: nu niet voor een vakantie, maar als vrijwilligster in een weeshuis. Want ook de problematiek van armoede en weeskinderen –vooral veroorzaakt door AIDS- had de Nieuwerkerkse tijdens haar eerste reis getroffen. Kenia kent namelijk zo’n 1,7 miljoen weeskinderen in de leeftijd van 0 tot veertien jaar. In het weeshuis waar ze werkte, ontmoette Arianne de Antwerpenaar Pasci Princen. Ook hij was in de ban van Afrika en had er, naar eigen zeggen, inmiddels zijn levensdoel ontdekt: ‘het iets voor iemand anders willen betekenen’. In concreto: een weeshuis in Kenia oprichten. In Arianne vond Princen een enthousiaste medestandster. ,,Want”, zegt ze ,,ik ben vanuit het geloof opgegroeid met het idee dat je voor je naaste moet zorgen.En Pasci en ik vullen elkaar goed aan. Hij is impulsief en ik ben soms te afwachtend.” In Ukunda, aan de zuidkust van Mombassa, in de buurt van het zandstrand van Diana Beach vonden ze een geschikt onderkomen te huur. ‘Gewoon’ door de bush in te trekken, goed rond te kijken en rond te vragen naar ‘houses for rent’. Gefinancierd met eigen middelen, geholpen door sponsors, vrijwilligers, kennissen, vrienden en familie en medewerkers. Kebene werd de naam van het weeshuis, gevormd door de twee beginletters van Kenia, België en Nederland. ,,Kebene klinkt Afrikaans, en we hebben ook wel even uitgezocht of het niet misschien een lelijk woord in het Swahili betekende” zegt Arianne lachend. Ook een logo was gauw gevonden. Op een zogenaamde ‘manyatta’, een hut, zag Arianne een muurschildering die ze erg mooi vond. Een vriend heeft deze gekopieerd.

Terwijl in mei van dit jaar het huis nog werd ingericht werden de eerste kindjes al binnengebracht. Het zijn er nu twaalf, waarvan de jongste twee jaar is en de oudste twaalf jaren telt. Binnenkort volgen de andere acht kinderen om aan de eis van twintig kinderen te voldoen. Arianne:,,Er zijn heel veel regels, en dit is er één van. We moesten ook de lage muurtjes tussen de appartementen voor de kinderen weg laten halen van een inspecteur. Ze zouden er eens over kunnen vallen. Daarna moest het menu van de kinderen worden goedgekeurd. En onlangs kreeg Kebene bezoek van een sociaal werkster. Ook vanuit het ministerie is er controle. Maar het is wel fijn om te horen dat we het goed doen. Wat dat betreft was mijn vrijwilligerswerk in dat andere weeshuis een leerzame periode.” Inmiddels hebben Pasci en Arianne vijf plaatselijke mensen in dienst genomen om de dagelijkse werkzaamheden in het huis te laten uitvoeren. Onder hen zijn een kok, een klusjesman en een Masaï, die vanwege zijn atletische voorkomen als nachtwaker wordt ingezet.

Arianne verzorgt de pr voor Nederland en fungeert op afstand als verre mama van de kinderen. ,,Ik heb er een tweede baan bij hoor. Als ik uit Borrendamme, het bejaardenhuis waar ik werk,kom, dan pak ik meteen mijn laptop om te mailen. Maar als onze kinderen ziek zijn, laatst hadden er een paar malaria, dan wil ik toch per telefoon horen hoe het met ze gaat”, aldus Arianne. Vanuit haar werk in Zierikzee krijgt ze alle medewerking om ook haar ‘tweede baan’ in Afrika te kunnen blijven doen. Zodat ze binnenkort op 18 september weer naar Kenia kan, inmiddels voor de vijfde keer. Met in haar bagage een houten speelgoedauto, gemaakt door een bewoner van Borrendamme die ver in de tachtig jaar is. Eenmaal in Afrika voelt Arianne zich in haar element. ,,Het is net een tweede huis als ik daar naartoe ga. Als ik er aankom denk ik ‘we zijn weer thuis’. Maar het water uit de kraan kan ik niet drinken omdat je er ziek van zou kunnen worden als je het niet gewend bent. De kinderen drinken het wel. Maar misschien ga ik het ook eens proberen. Ik eet wel gewoon met de pot mee ook al wordt er geadviseerd dit niet te doen. Nou, ik zit tussen de bevolking en dus eet ik gewoon mee. Lekker met mijn handen eten. Natuurlijk let ik wel op, in wat voor staat van ontbinding het eten is. Bijvoorbeeld vlees dat de hele dag in de zon en onder de vliegen heeft gehangen eet ik niet. Dat is weleens moeilijk, want de mensen daar eten het wel, gewoon omdat er niks beters is.”

Dat er ontzettend veel bij het leiden van een weeshuis komt kijken blijkt uit de bezigheden van de oprichtster van Kebene. Zo zijn er onder meer het organiseren van vrijwilligersavonden, de verkoop van de uit Kenia meegebrachte armbanden en kettingen, en het onderhouden van de zeer informatieve en opvallend complete website www.kebene.com. Maar het liefst praat Arianne toch over de kinderen. ,,Die zijn het belangrijkste. Het is zo mooi om te zien, hoe ze spelen en lachen en gek doen. Het verschil met hoe ze daarvoor waren is heel groot. Als ze pas bij ons komen durven ze je niet eens aan te kijken zo bang zijn ze. Binnenkort gaan ze allemaal ook naar eenzelfde, betere en duurdere school. Want ik heb op één school gezien hoe een juffrouw met een stok sloeg. Het is de bedoeling dat ze een goede opleiding krijgen en daarna een baan. Maar dat moet de tijd uitwijzen. Kunnen ze ooit allemaal wel op eigen benen staan? En worden ze wel zo oud? Dat zijn dingen die ik me afvraag. Overigens hebben we een aantal kinderen op HIV laten testen: dat was allemaal negatief gelukkig. Ook zoeken we nog naar een beter ziekenhuis. Want àls ze ziek zijn, kunnen we dan wel aan medicijnen komen? En ik wil een wasmachine voor ze gaan kopen. Want nu wordt alles nog met de hand gewassen en door het schrobben gaat hun kleding niet lang mee. Ik besef wel dat die kinderen nu afhankelijk van mij zijn. Dit is iets wat je doet voor de rest van je leven. En als ik hier in Zierikzee de stad in ga en ik zie leuke schoenen, denk ik ‘nee hoor toch maar niet’, dan geef ik het liever aan mijn kinders.”

Meer nieuws